Nederlandsche Burger (1795)

Titelbeschrijving
De Nederlandsche Burger. Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap.
De catalogus van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam meldt dat de ondertitel vermoedelijk luidt: ‘voor het platte land’.

Periodiciteit
Dinsdags weekblad dat vanaf begin februari 1795 is uitgekomen, getuige de advertentie voor de nrs. 1 en 2 in de Leydse Courant van 23 februari 1795 . Waarschijnlijk zijn nooit meer dan 26 afleveringen verschenen; de Naamlijst van Saakes noemt dat aantal december 1795 (p. 208).

Bibliografische beschrijving
In octavo. Het geheel is gepagineerd 1-208. Elke aflevering telt 8 bladzijden. Het titelblok geeft titel en nummeraanduiding.

Boekhistorische gegevens
Colofons: ‘Te Leyden, bij J. Meerburg, En alom bij de meeste Boekverkoopers, daar dezelve weeklijks a één en een halve Stuiver wordt uitgegeeven’.
De advertentie van Meerburg in de Leydse Courant van 18 maart 1795 meldt, met opgave van onderwerpen, een nr. 6; ‘Weeklyks werd dit Weekblad des Dingsdags met een No. vervolgd; dezelve zyn in de volgende plaatsen te bekomen, Amst., Alkm., Arnh., Campem, Dordr.t, Dev., Fran., Harl., Haarl., Maassluis, Rott., Schied., Utr. en verder alom’.
De prijs van nr. 1 was volgens Saakes’ Naamlijst in februari 1795 8 duiten (p. 115), en in december 1795 van 26 afleveringen samen ƒ 1:19 (p. 208).

Medewerkers
De onbekende schrijver heeft medewerking van inzenders. Dat wordt duidelijk uit de opmerking dat het onjuist is te verwachten dat hij onmiddellijk kan reageren op het ingestuurde: ‘Men houde in het oog dat altoos eenige Nommers voor u gedrukt moeten worden’ (p. 137). Deze inzenders sturen vragen of controversieel nieuws onder namen als Japik Weetgraag, Pieter Opmerker, Jan Onderzoeker, Justus Sincerus, Gerrit Vrolijk, Batavus, Jasper Zwaarhoofd, Dirk Burgervriend, C., en N. Onpartijdig. Die namen zullen echter niet altijd echte inzenders dekken.

Inhoud
De hierboven eerstgenoemde advertentie meldt het volgende over doel en doelgroep:

[…] waar in op een klaare en bondige wyze word aangetoond welke de onvervreemdbaare Rechten zyn van den Burger en wel in het byzonder die van het Platten Land zeer dienstig voor derzelver Municipaliteiten en andere Commissien op eene cordaate wyzen ter hunner inligting voorgedragen door Mannen van beproefde Vaderlandsliefde.

De periodiek begint met gelukwensen bij de revolutie zonder bloedvergieten en enige herinneringen aan vervolgingen in 1787. Daarna zegt de auteur dit blad te willen voor de nieuwe vrije natie, als middel om verantwoording af te leggen aan het publiek ‘wegens onze onderneming’. In de ware vrijheid moet de godsdienst dierbaar blijven, de wapenhandel beoefend, huichelaars en vijanden ontmaskerd.
Na enige ‘vertogen’ – zoals de auteur zelf zijn beschouwingen noemt – over de inhoud van begrippen als vrijheid en egaliteit, komen geleidelijk aan, door middel van commentaar op ingezonden brieven, onderwerpen aan de orde als de zogenaamde soevereiniteit van de Oranjes, de wijze hoe instellingen en besturen te veranderen, de schadelijke voorrechten van de provinciën, de rechten van het platteland, het stemrecht voor joden (en niet voor vrouwen), het afschaffen van godsdienstonderricht op de scholen, de regeling van het jachtrecht.
De vertogen zijn bedaard, de standpunten vrij radicaal.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: Y 1326 (nrs. 1-26)

André Hanou