Nieuwe Bijdragen, om te dienen tot oprichting van eene Algemeene Christelijke Kerk (1797)

Titelbeschrijving
Nieuwe Bijdragen, om te dienen tot oprichting en bevordering van ééne Algemeene Christelijke Kerk. Door een Nederlandsch Godgeleerden.

Periodiciteit
Hiervan is slechts een eerste aflevering (‘stukje’) bekend. Het wordt gemeld in Saakes’ Naamlijst van februari 1796 (p. 211), zij het met een andere uitgever dan hieronder vermeld. Vermoedelijk is die uitgave uit 1796 nooit verschenen. De nieuwe uitgever adverteerde in de Groninger Courant van 21 juli 1797. De inleiding is gedateerd juni 1797 en de titelpagina noemt eveneens 1797 als verschijningsjaar.
De tekst zelf stelt het verschijnen van nieuwe stukjes afhankelijk van instemming en toezegging tot medewerking (p. XIII). Het spoedig einde van het tijdschrift lijkt samen te vallen met de verkiezing van de schrijver in de tweede Nationale Vergadering en zijn vertrek naar Den Haag in september 1797.

Bibliografische beschrijving
Uitgave in octavo. De geraadpleegde aflevering bevat een schutblad met dezelfde titel als de titelpagina heeft, echter met toevoeging van een opmerking over de noodzaak dit ‘stukje’ niet te door te steken maar in te naaien. Het voorwerk bestaat uit XIV pagina’s: titelpagina, een lang citaat van Paulus (Efez. 4:3-6, 11-16) over de eenheid van de kerk, en een inleiding. Hierna volgt de tekst (1-86, doorgepagineerd).

Boekhistorische gegevens
Het impressum luidt: ‘Te Amsteldam, Bij Gerbrand Roos, 1797.’ Hierna volgt: ‘De prys is 10 Stuivers’.
Opmerkelijk is de vermelding van Saakes in zijn Naamlijst van februari 1796. De Nieuwe Bijdragen zouden zijn uitgegeven ‘Te Amst. bij Wessing en v. d. Heij’ à 14 stuivers (p. 211). Om onduidelijke redenen zal deze uitgave in 1796 geen doorgang hebben gevonden en is de schrijver gewisseld van uitgever.

Medewerkers
De tekst stelt dat aan deze eerste aflevering reeds verschillende personen hebben meegewerkt (p. X). Maar Vuyk (1995) stelt, met reden, dat de eigenlijke redacteur van het blad moet zijn geweest: Jan KONIJNENBURG (1758-1831), remonstrants voorman en radicaal republikein.

Inhoud
De schrijver betoogt in de inleiding dat in deze tijden, waar staatkunde alle aandacht krijgt, toch één christelijk onderwerp belangrijk is: de opheffing van de verscheurdheid der christenen. Nu er geen heersende kerk meer is, en broederschap gemakkelijker wordt, lijkt dat niet onmogelijk. Graag medewerkers!
De tekst bestaat allereerst uit een aantal inhoudelijke bijdragen; te weten een aantal brieven over het probleem van de eensgezindheid, door Philantes en Eurphranor; een Zamenspraak van Phileusebius en Charitas over de invloed van de jongste staatsomwenteling op de godsdienst van Jezus; en ‘Het avondmaal des Heeren, geen secten maaltijd, maar eene christen maaltijd’. Hierna volgt de rubriek ‘Geschiedkundige bijdragen’ waarin ‘nieuws’ over de stand van zaken rond de eenwording in de plaatsen Culemborg, Amsterdam, Appingadam, Duinkerken, Boston.
De ideeën over de eenwording der christenen leefden sterk in deze jaren, vooral in de kringen der remonstranten. De initiatieven hiertoe zouden geleidelijk in kracht afnemen en verdwijnen.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: PFL. U.i. 14b
Full text

Literatuur
¶ S. Vuyk, ‘Het eerste Nederlandse ‘oecumenische’ tijdschrift’, in: De verdraagzame gemeente van vrije christenen. Remonstranten op de bres voor de Bataafse Republiek (1780-1800) (Amsterdam 1995), p. 280-283.

André Hanou