Nieuwe Chemische en Phijsische Oeffeningen (1797-1802)

Titelbeschrijving
Nieuwe Chemische en Phijsische Oeffeningen, voor de beminnaars der schei- en natuurkunde in ’t algemeen, ter bevordering van industrie en oeconomiekunde, en ten nutte der apothecars, fabrikanten en trafikanten in ’t bijzonder: door P. van Werkhoven, apotheker te Utrecht. Eerste [enz.] deel.

Periodiciteit
De eerste aflevering lag reeds in november 1797 in de winkel, zo blijkt uit Saakes’ Naamlijst in november 1797 (p. 398). De uitgevers adverteerden in de Leydse Courant van 19 november 1798 dat deel 1 met vijf afleveringen compleet was.
Er verschenen in totaal tien afleveringen (‘stukjes’) die gebundeld werden in twee delen. Deze delen zijn gedateerd 1798 resp. 1802. In genoemde advertentie uit 1798 verzekerden de uitgevers dat het tijdschrift gecontinueerd zou worden, maar uit het verschijningsjaar van de titelpagina van deel 2 blijkt al dat ze hun belofte zeer moeizaam gestand konden doen. Het was dan ook te verwachten dat er aan het blad een einde kwam. In het ‘Nabericht’ verklaart de schrijver teleurgesteld waarom: het debiet was te gering en ook had hij geen enkele hulp gekregen van zijn collega-chemici in het land.
In mei 1802 berichtte Saakes over de laatste aflevering van het tijdschrift (p. 322).

Bibliografische beschrijving
In groot octavo. De afleveringen bevatten 80 à 100 doorgenummerde pagina’s. De delen hebben een inhoudsopgave. Het titelblok van elke aflevering heeft alleen een verkorte titel.

Boekhistorische gegevens
‘Te Utrecht, Bij G.T. van Paddenburg en Zoon’. Ieder stukje kostte 12 stuivers, zo blijkt uit de vermeldingen in de Naamlijst van Saakes. De twee delen samen kostten ƒ 6, aldus Saakes in mei 1802 (p. 322).

Medewerkers
Pieter VAN WERKHOVEN (1773-1815) was apotheker te Utrecht. Hij vertaalde met N.C. de Fremery het beroemde werk van Antoine Lavoisier in Grondbeginselen der scheikunde (1800), waarin diens nieuwe oxidatietheorie centraal staat.
In het blad zijn ook oorspronkelijke bijdragen aangetroffen van Theodor UILKENS, apotheker te Groningen, H. REIJERS, eveneens apotheker te Groningen, Chr.P. SCHACHT, hoogleraar geneeskunde, botanie, natuurlijke historie en chemie te Harderwijk, Jan Baptiste VAN MONS, apotheker te Brussel.

Inhoud
Het blad bevat voornamelijk vertalingen, meestal uit de Annales de Chimie (1789-1815) van onder anderen Lavoisier, een enkele keer uit Journal der Pharmacie für Ärzte und Apotheker (1793-1817).
De lauwe ontvangst van het blad van Van Werkhoven in de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen van 1799 (p. 160 e.v.) toont al aan dat de Nieuwe Chemische en Phijsische Oeffeningen niet in de schaduw konden staan van hun voorloper, het scheikundige tijdschrift van de alom geëerde Kasteleyn. De recensent schrijft in tamelijk obligate bewoordingen:

Dit Werk [van Van Werkhoven] bestaat uit een aantal van Uittrekzels, uit verschillende, meest buitenlandsche, Scheikundige Werken, door welke verscheidene aanmerkelyke ontdekkingen, die anderzins maar in een kleinen kring hier te lande beslooten zouden blyven, ter kennisse van het Algemeen gebragt worden. Ook heeft de naarstige en kundige Verzamelaar ’er hier en daar eene aanmerking bygevoegd.

In 1802 volgt nog een korte bespreking van deel 2 (p. 509).
De kritiek van de schrijvers van de Nieuwe Scheikundige Bibliotheek (nr. 2, p. 136 e.v.) was voor Van Werkhoven aanleiding om in het Nabericht van deel 1 een reactie te schrijven (p. 440-442).

Relatie tot andere periodieken
De uitgevers Van Paddenburg zetten het tijdschrift van Van Werkhoven nadrukkelijk in de markt als een vervolg op de Chemische en Physische Oefeningen (1792-1797) van Kasteleyn. Ze hadden er echter niet op gerekend dat het prominente ‘Gezelschap der Hollandsche scheikundigen’, waarvan enkele leden Kasteleyns beroemde blad na diens dood hadden voltooid, in 1798 met een eigen periodiek op de markt zouden komen. Deze Nieuwe Scheikundige Bibliotheek (1798-1802) was een sterke concurrent van de Nieuwe Chemische en Phijsische Oeffeningen.

Exemplaren
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: Q oct. 336-337 (deel 1 en 2)
¶ Leiden, Museum Boerhaave: f 14917.

Rietje van Vliet