Nieuwe Onverwagte Courier (1802)

Titelbeschrijving
De Nieuwe Onverwagte Courier.
Op 26 februari 1802 verscheen een extraordinair nummer.

Periodiciteit
Het weekblad verscheen van dinsdag 26 januari 1802 t/m 15 juni 1802 (21 nrs.).
Het Staatsbewind der Bataafse Republiek kreeg steeds meer moeite met de manier waarop de nieuwsbladen over zijn daden en besluiten berichtten. De agent van Inwendige Politie werd op 8 april 1802 opgedragen om ‘de Redacteurs, Drukkers of Schryvers van de Publieke Nieuwspapieren’ te waarschuwen geen ‘verminkte of onwaarachtige Nieuwstydingen’ te plaatsen, op straffe van een verbod van 6 weken.
Dit baatte evenwel weinig. Reeds op 17 juni 1802 concludeerde het Staatsbewind dat redacties en uitgevers die hieraan geen gehoor hadden gegeven, ‘hun booze oogmerken aan den dag [legden], om opnieuw het zaad van twist en tweedragt te strooyen’. Een van de bladen die bij missive van 22 juni 1802 werden verboden, was de Nieuwe Onverwagte Courier. De drukpersen van de uitgever werden verzegeld voor in principe zes weken, maar het blad kwam na verstrijken van de termijn niet meer terug.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen tellen 8 niet-doorgenummerde pagina’s in octavo en hebben op de openingspagina de titel, het volgnummer, een citaat en de datum. Daaronder begint de tekst.

Boekhistorische gegevens
Op de achterpagina staat: ‘Gedrukt te Groningen, by A.F. Vos, en alöm te bekomen by de Correspondenten van de Politieke Blixem à 1½ St.’.
Vanaf 23 maart 1802 (nr. 9) is er een nieuw impressum: ‘Gedrukt te Groningen, by A.F. Vos, en tot gemak der Nederl: Boekhandelaars, te bekomen, by P.H. Trap, te Leiden’.
Met ingang van 4 mei 1802 (nr. 15) is A.F. Vos en Comp. verantwoordelijk voor het drukwerk.
In het openingsnummer worden de boekverkopers Oomkens, Zuidema en Vos genoemd bij wie het blad verkrijgbaar is, ‘voor rekening en ter verantwoording’ van de redacteur (p. 5).
Saakes kondigt in zijn Naamlijst van mei 1802 de eerste aflevering aan: het blad is ‘tot gemak der Nederl. Boekhandelaars, te bekomen, bij P.H. Trap te Leijden’ en kost een stuiver (p. 328). De prijs voor de nrs. 1-5 en het extraordinaire nummer bedraagt blijkens Saakes’ Naamlijst in december 1802 ƒ 1:4 (p. 382).

Medewerker
De redacteur maakt zich reeds in nr. 1 bekend: de voormalige Amsterdamse boekverkoper Jean Louis VAN LAAR MAHUËT (geb. ca 1763), in 1802 werkzaam vanuit ‘de Unie aan de Groote Markt te Groningen’ (p. 5). Hij spreekt ook van ‘zyne Correspondenten’ met wie hij dit weekblad gaat schrijven, ‘met de staatsregeling des Bat. Volks in de eene, en met eene gewaarborgde vrye Pen in de andere hand’ (p. 1). Het tijdschrift bevat dan ook vele ingezonden brieven, met speaking names ondertekend, waarvan overigens niet met zekerheid kan worden gezegd of ze reëel dan wel fictief zijn.
Nadat het blad verboden werd, liet Mahuët de volgende advertentie plaatsen in de Ommelander Courant van 20 juli 1802:

J.L. van Laar Mahuët, Commissionarius Expediteur te Groningen, van wegens het Bat. Gouvernement, door het Departementaal Bestuur te Groningen, gelast zynde niet voort tegaan met Schryven enz. van de Nieuwe Onverwagte Courier, op Straffe van bannissement uit de Bat. Republiek; en aan dat bevel zich moetende onderwerpen, verzoekt zyne geëerde Correspondenten, van wien hy van tyt tot tys Stukken ter plaatzinge ontvangen heeft, voor als noch niets meer toe te zenden. Als mede, dat die geenen, welke de Nieuwe Onverw. Courier zo binnen als buitenlands in Commissie hebben gedebiteerd gehad, de Penningen daarvoor gelieven te zenden aan het gewoone Adres.

Inhoud
Bijzonder levendig geschreven tijdschrift, met satirische nieuwsberichten, commentaar op gebeurtenissen, korte versjes, samenspraakjes, oproepen, ingezonden brieven en politieke ‘weerberichten’. De redacteur roept reeds op voorhand uit dat hij in zijn zoektocht naar de waarheid niemand zal ontzien (p. 2) en dat zijn blad ‘voorzeker veele vyanden ontmoeten zal, terwyl het veele vrienden van ons Vaderland, voor de Vryheid behouden en beschermen wil’ (p. 4).
In 1802 was de Republiek als Bataafse Gemenebest de facto een vazalstaat van Frankrijk. Dit weerhield de auteur er niet van om de grenzen van het betamelijke op te zoeken: reeds in de eerste aflevering sprak hij over het verlangen van vele Nederlanders naar de terugkeer van Willem V als erfstadhouder. Een opmerkelijk standpunt omdat hij zich in de jaren tachtig had getoond als een fel patriotse publicist. In de Nieuwe Onverwagte Courier gaf hij er evenwel op vele plekken blijk van dat hij weliswaar de Bataafse burgerlijke waarden propageerde, maar tegenstander was van de Franse invloed in Nederland.

Relatie tot andere periodieken
Het blad beschouwt zichzelf als een voortzetting van de Onverwachte Courier (1795-1798): ‘is de Politiek gestorvene Onverwagte Courier, by Leonard Bolt, van den Dooden verreesen?’ (p. 1).
In dezelfde aflevering noemt de redacteur een aantal verwante bladen: ‘Dit Weekblad, hetwelk zo na mogelyk even als de beide Politieke Blixems en Janussen zal gedrukt worden […]’. Ook in het impressum wordt naar de Politieke Blixem (1797-1803) verwezen.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 500 A 14
Full text

Literatuur
¶ Annemiek Ouwerkerk, Tussen kunst en publiek. Een beeld van de kunstkritiek in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw (Leiden 2003)
¶ G. Homan, ‘The Staatsbewind and freedom of the press’, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 89 (1976), p. 12-27
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘Geschiedenis der Nederlandsche dagbladpers tot 1813’, in: idem, Nagelaten geschriften (Amsterdam 1896), p. 253-255.

Rietje van Vliet
update 17-8-2023