Noord-Hollandsche Patriot (1786-1787)

Titelbeschrijving
De Noord-Hollandsche Patriot, ter verlichting van eenvouwige burgers en landlieden, in dat gedeelte van het vaderland.

Periodiciteit
Van dit weekblad zijn de eerste vijftien nummers bewaard. Deze zijn niet gedateerd. Op grond van de tekst zelf en de datering van de opgenomen brieven, die in de eerste helft van het geheel betrekking hebben op 1786, kan men concluderen dat het blad begonnen moet zijn ongeveer begin november 1786, en vervolgd moet zijn tot tenminste in februari 1787.
Het blad werd toen verboden, op aandringen van enkele leden van het Hoornse Oranjecorps Tot nut van Hoorns Burgery. Zij hadden de burgemeesters gedreigd dat zij, als er aan hun verzoek geen gevolg werd gegeven, hun manschappen niet konden weerhouden de winkel van de boekverkoper te plunderen. De rekening zou dan worden gepresenteerd aan de burgemeesters wegens hun nalatigheid. De burgemeesters gaven gehoor aan het verzoek en vroegen de boekverkoper de uitgave te staken, maar daarmee werd de strijd tussen orangisten en patriotten verder opgestookt.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering, in kwarto, telt 8 bladzijden. Het geheel is doogepagineerd 1-112. Hiervan maakt de titelpagina deel uit. Het titelblok van elke aflevering geeft short title en nummeraanduiding. Na een motto of citaat (J.C. de Lannoy is hier favoriet) volgt de tekst.

Boekhistorische gegevens
Het eerste nummer eindigt met de mededeling:

Zo veelen myn Weekschrift hunne korrespondentie waardig keuren zullen, verzoeke ik dat zy my hunne stukken toezenden, onder opschrift, aan den Schryver van de Noord-Hollandsche Patriot, en onder Couvert, aan den Boekverkoper L. Vermande. Alwaar elke Week een Nommer zal uitgegeeven worden.

De colofon volgt meteen, en meldt:

Is verder te bekomen, Enchuyzen, Callenbag, Klenk en Franx, Alkmaar, Haringcarspel en Hartemink, Edam, Tolk, Monnikendam, de Gorter, Purmerent, Keyzer, Rotterdam, D. Vis, Dort, Blusse, Amsterdam, Verlem, Keyzer, Schuurman, Gartman, van der Kroe, M. de Bruin, A. Mens, Nutby, Schalekamp, A.J. van Toll, Weppelman, de Jong, Bom, A. Fokke, Gronewoud, Langeveld, Elwe, Conradie, van de Burg en van Selm, Delft, Poelman en Zoon, Deventer Bro[u]wer, Haarlem Loosjes, Lyden, Gryp en Honkoop, Utrecht, G.T. van Paddenburg, en voorts alom à 1½ stuiver.

Medewerkers
Van Wissing (2003) wijst – zonder bronvermelding – ene Klaas GROEN aan als auteur.
In nr. 11 vindt men een ingezonden brief (p. 81-82) van de predikant van Hoogkarspel, Mijnders HOUTKAMP(1758-1817). Deze meldt dat hij voor de auteur wordt aangezien. Hij ontkent de schrijver te zijn (het klinkt niet zeer overtuigend) maar verklaart wel een van de correspondenten te willen worden. Houtkamp werd in 1789 wegens zijn patriottisme uit zijn ambt ontzet; in 1795 keerde hij naar Hoogkarspel terug.
Mogelijk niet-fictief zijn de inzenders Jan Vreman, C. Werkman.

Inhoud
In de eerste aflevering treft men een soort beginselverklaring. Die begint met een klacht. In dat deel van Holland dat men gewoonlijk het noorderkwartier noemt (‘vooral naar den kant van Hoorn, Enkhuizen en Medenblik’), ‘leest men genoegzaam niets onder de Burgers der Steden en op het platte land’. De regenten proberen bovendien iedereen zoveel mogelijk onkundig te laten. Van Verlichting geen spoor, en geen wapenoefening. Dus zal de auteur maar een opvoedende en informerende taak op zich nemen. Hij wil een eenvoudige uitleg van het patriottisme geven, vooral door middel van samenspraken; ingeslopen misbruiken hekelen; de plichten van een deugdzaam burger uitleggen; de vrijheid leren kennen.
In de afleveringen komen vervolgens als onderwerpen voor: de orangistische acties te Hoorn tegen een patriots wapengenootschap; de patriotse perikelen in Hoogkarspel, Andijk, Enkhuizen, Blokker, de Nieuwburgen, Lutjebroek.
Vrij vaak worden deze situaties geschetst in brieven van fictieve figuren (Claas de Bollebakker, Pieter Vraagal, J. Haringvanger). Soms wordt de vorm van een samenspraak gebruikt. Orangisten worden met name genoemd en aangevallen: Jan Hauwert, de Enkhuizer predikant Tiedeman, Schuit (Enkhuizen) en de Hoornse catechiseermeester Langendyk.
Dat de Noord-Hollandsche Patriot felle reacties opriep, blijkt wel uit het verbod waar de Hoornse Oranje-aanhangers op hadden aangedrongen. Zo verscheen het Verdeedigend antwoord, aan de eerrovende Noordhollandsche Patriot (1787) dat naar aanleiding van nr. 2 uitroept:

Een Blad niet alleen Laf en teffens vuilaartig, maar nog daar en boven praalt dit, onnut Manhaftig Werk, met een Vaersje boven aan, waar in den Hoornaaren, die geen Nieuwerwetse VRYHEID erkennen, beschuldigt worden, buiten al de andere gruwzame woorden die daar invoort komen van Verzaakers GODS. ô! Ontaarde Schepzels […].

De reactie sloeg kennelijk aan, want er zijn twee drukken van bekend.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: Obr. 258 en microfiches UBAS-471 (nrs. 1-14)
¶ Hoorn, Westfries Archief: archief Hervormd gemeente Enkhuizen inv. nr. 669 (nr 15; niet geraadpleegd)
¶ Full text Verdeedigend antwoord

Bronnen
Over de poging de Patriot te laten verbieden:
Zaaken van staat en oorlog, betreffende de Vereenigde Nederlanden, zedert het begin van het jaar 1780, deel 37 (Amsterdam 1797), p. 239-240
Verzameling van placaaten, resolutien en andere authentyke stukken enz., deel 5 (Amsterdam 1788), p. 117 e.v.
Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde (1910), p. 238.

Literatuur
P. van Wissing, Stokebrand Janus 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuw satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003), p. 81-82, 324, 348
¶ W.P. Kops, ‘De Oranje-oproeren te Hoorn 1786 en 1787’, in: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde 4e reeks. 4 (Den Haag, 1905), p. 222- 288, p. 246.

André Hanou