Noordhollandsche Courant (1778-1781)

Titelbeschrijving
Noordhollandsche Courant.
Nr. 101 (22 augustus 1781) heeft een nieuwe naam: Watergraafsmeer Courant.

Periodiciteit
De krant verscheen van 16 februari 1778 tot en met 22 augustus 1781. De verschijningsfrequentie was driemaal per week, op maandag, woensdag en vrijdag.
De Noordhollandsche Courant werd beëindigd nadat de burgemeesters van Amsterdam op 21 augustus 1781 de distributeur hadden verboden de krant te verspreiden. Het privilege werd ingetrokken, getuige de nieuwe naam en daarna het ontbreken van het wapen in het titelblok. De nummering van de afleveringen liep echter gewoon door.

Bibliografische beschrijving
De vorm van de krant is een half vel folio; een enkele keer is het een dubbele krant. Het titelblok bevat links en rechts van het titelvignet: jaar en afleveringsnummer; titel; colofon; dag en datum. Centraal in het titelvignet staat het wapen van West-Friesland met links en rechts daarvan Neptunus en Mercurius; achter het wapen een vrouw met vogel op haar hand. In nr. 101 is het wapenschild leeg en de colofon verdwenen.
Tekst en advertenties zijn in twee kolommen opgemaakt; de zeetijdingen in drie kolommen. De eerste afleveringen staan vol schrijf- en zetfouten.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de achterzijde luidt: ‘Tot Buyksloot, ter Drukkerye van Harmanus Koning’. Vanaf 29 juni 1781 heet het ‘Ter Drukkery van Harmanus Koning’ en met ingang van 2 juli 1781: ‘Ter Drukkerye van Harmanus Koning, in de Watergraafs Meer’.
In het titelblok staat vanaf 1 januari 1779: ‘Word uitgegeven te Amsterdam, By van Wezel en Verlem, op het Water.’ Dit wordt met ingang van 17 april 1780 gewijzigd in ‘Word uitgegeven te Amsterdam, By J. Verlem, in de Gravestraat, het 5de Huis van de Nieuwen Dyk’. Vanaf 15 mei 1780 wordt volstaan met ‘Word uitgegeven te Amsterdam, By J. Verlem, in de Gravestraat’. In de krant van 4 januari 1779 staan onder het titelblok ook andere verkoopadressen genoemd:

Deeze Couranten worden ook Uitgegeeven, te Monnikkendam by J. de Gorter, Purmerend Jan Rins, Edam Oede Visser, Hoorn Vermande, Enkhuisen Franx, Alkmaar Maagh en Comp., Sardam Dirk S. Dekker, Middelburg Gillissen, Zierikzee O.P. van Thoorn, Rotterdam van den Dries, Delft Graauwenhaan, Utrecht van Driel, ’s Hage van Drecht, en op veele andere Plaatsen.

Nr. 1 verscheen blijkens het titelblok ‘Met approbatie van Haar Edele Mogende Heeren, Gecommiteerde Raaden, van de Staaten van Holland en Westvriesland; in Westvriesland en ’t Noorderquartier’. Dit bleek echter bluf. Daartoe aangemaand liet Koning de tekst uit het titelblok verwijderen en plaatste hij een rectificatie (6 april 1778). Het kwam alsnog tot een akkoord.

Nadat bleek dat de Noordhollandsche Courant te zeer een eigen koers voer – met name over onjuiste of suggestieve berichtgeving betreffende binnen- en buitenlandse diplomatieke kwesties – zocht het college naar mogelijkheden om de krant te verbieden. Zo bleek dat de regenten van Buiksloot Koning wel toestemming hadden gegeven om in Buiksloot te wonen maar niet om er een krant te drukken (29 juni 1781). Met dit gegeven kon Koning worden aangepakt, maar deze had de bui al zien aankomen. Hij had op 25 juni 1781 een verblijfsvergunning van de Watergraafsmeer gekregen en was, blijkens het impressum, op 2 juli daarnaar toe verhuisd.
Het kritische bericht over de slag bij Doggersbank (17 augustus 1781) leidde ertoe dat de burgemeesters van Amsterdam, op verzoek van de stadhouder, op 21 augustus de distributeur in Amsterdam verboden de Noordhollandsche Courant te verspreiden. Nadat Koning het eerst nog probeerde met de nieuwe naam Watergraafsmeer Courant, begon hij op 24 augustus 1781 een nieuwe krant, waarmee hij het verbod kon omzeilen.

Blijkens opgave in de krant van 1 januari 1779 bedroeg de abonnementsprijs ƒ 5 per jaar, ‘doch voor de Buiten-Steden, de Port of Vragt daar buiten gereekend’. Voor het plaatsen van een advertentie werd een prijsverlaging ingevoerd: 4 schellingen voor de eerste zes regels (in 1778 voor de eerste vier regels) en 4 stuivers voor iedere extra regel (was 6 stuivers).
De krant had een groot debiet, zo blijkt onder andere uit Reinier Vryaarts Openhartige Brieven van Elie Luzac (deel 1, 2e stuk, p. 142-143).

Medewerkers
De nrs. 1-9 stonden onder redactie van broodschrijver Willem OCKERS (1741-1782). Nadat bleek dat het debiet van de krant mede door toedoen van de onzorgvuldig werkende Ockers laag bleef – hij voorzag het nieuws ook van ludieke opmerkingen – werd hij vervangen door broodschrijver Theodorus VAN BRUSSEL. Deze oud-predikant van Zuid-Polsbroek was in 1765 geschorst wegens overspel met de vrouw van de plaatselijke koster. Of hij meer deed dan het vertalen van buitenlandse nieuwspapieren (Iets noodzaakelyks, p. 31), is onduidelijk. Uit de archivalia betreffende de Diemer- of Watergraafs-Meersche Courant blijkt dat ook Harmanus KONING (±1735-1788) zelf artikelen schreef.

Inhoud
Patriotse krant met nieuws uit de ‘Nederlanden, Groot-Brittanien, Vrankryk, Duitschland, Braband en Vlaanderen, en zee-tyding’.
In de krant werd duidelijk stelling genomen voor de democratische idealen van de Amerikanen, die zich ten tijde van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783) losmaakten van Engeland. In de Noordhollandsche Courant werd ook een primitieve vorm van parlementaire verslaggeving geïntroduceerd, met aandacht voor de (binnenlandse!) politieke besluitvorming. Hierin was echter geen plaats voor nuanceringen: er waren alleen brave regenten en landverraders.
De ontwikkelingen omtrent de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784), waarbij de Noordhollandsche Courant een Franse alliantie bepleitte, en de strijd tussen de Ridderschap en Steden van Overijssel en het weerspannige lid Joan Derk van der Capellen tot den Poll (over de drostediensten der boeren) werden breed uitgemeten.
Al dan niet gefingeerde brieven geven controversiële standpunten weer. In de lange advertentiekolommen wordt menig anoniem, gezagsondermijnend paskwil met een uitvoerige toelichting aangekondigd.
Het bericht over het wegblijven van Rotterdamse en Zeeuwse schepen bij de slag bij de Doggersbank werd becommentarieerd in het anonieme pamflet Bede van een regtaartig Nederlander (1781).

Relatie tot andere periodieken
De Noordhollandsche Courant concurreerde sterk met de geoctrooieerde en daardoor gezagsgetrouwere Amsterdamsche Courant. Die concurrentie onder de rook van Amsterdam was mogelijk omdat Buiksloot, de vestigingsplaats van Koning, net buiten de stadsgrenzen van Amsterdam lag.
De Amsterdamsche Courant had de drukker eerder dwarsgezeten, toen deze in 1777 de overigens nog niet getraceerde, periodieke zeetijdingen uitgaf. Die werden wegens schending van het privilege van de Amsterdamsche Courant verboden. De zeetijdingen zijn in zekere zin de voorloper van de Noordhollandsche Courant.
Koning zette zijn Noordhollandsche Courant voort als de Diemer- of Watergraafs-Meersche Courant (1781-1783).

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 533 A 1-2

Bronnen
Iets noodzaakelyks voor het publiek, of onderzoekende brief […] over het verbod van de Diemer of Watergraafmeersche Courant […] ter voorkoming van […] valsche beschuldigingen, dat tydschrift aangewreeven (z.p. [1783])
¶ Harmanus Koning, Noodig bericht, aan het vryheid en vaderlandminnend publiek (Diemer of Watergraaf-meer [1782])
Bede van een regtaartig Nederlander aan de leden van het departement, waar onder de schryver van de Noordhollandsche courant behoort; strekkende ter beteugeling der […] pen, waarmede die boosaartige schryver […] den zeeslag van den 5 augustus, verhandelt (1781).

Literatuur
¶ T. Jongenelen, ‘Gehaatbij vriend en vijand. de patriotse drukker Harmanus Koning’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 28 (2005), p. 25-47
¶ M.J. Dekker (ed.), Ongelukkige levensbeschrijving van een Amsterdammer (Amsterdam 1965)
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Noordhollandsche-, Diemer of Watergraafsmeersche courant, en beide Nederlandsche couranten’, in: Nijhof’s bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, Nieuwe Reeks, deel 6, p. 365-409.

Rietje van Vliet