Nuttig en Aangenaam Mengelwerk (1805)

Titelbeschrijving
Nuttig en Aangenaam Mengelwerk, van verschillende Onderwerpen, betreklyk De Kunsten, Wetenschappen, Fraaije Letteren, Geschiedenis, Wysbegeerte, Oordeelkunde En Goeden Smaak. Oorspronglyk in het Hoogduitsch versameld door A. von Kotzebue. Met plaaten. I. [II] deel.

Periodiciteit
Tweemaandelijks blad, waarvan steeds drie afleveringen (elk 96 bladzijden groot) verzameld werden in een deel met eigen titelpagina. Het kan zijn dat een aantal afleveringen pas in 1806 verscheen, omdat het nr. 2 van deel 2 pas vermeld wordt in Saakes’ Naamlijst van 1806 (p. 287). Bij Saakes komt nr. 1 van deel 1 pas voor in zijn lijst van april 1805.

Bibliografische beschrijving
Deel 1 bevat 278 bladzijden gewone tekst in octavo, voorafgegaan door een voorkatern (4 pagina’s) waarin titelpagina en een ‘Inhoud der stukken’, en gevolgd door een ‘Bladwijzer der voornaamste zaken’. Deel 2 heeft naast titelpagina, en de gewone tekst (p. 1-278) een ‘Inhoud der stukken’ (p. 270-280) en een ‘Bladwyzer der voornaamste zaken (p. 280 [!]-284).
De afleveringen beginnen met een short title, en een simpele nummeraanduiding.
De titelpagina’s hebben een titelvignet, bevattend een scène uit de in dit deel voorkomende tekst, met een bijgevoegd citaat en paginaverwijzing. In deel 1: ‘Gy zult een zeer schoon meisje trouwen. Blz. 278’. In deel 2: ‘Anatomische komedie, onder direktie van vriend HEIN. Blz. 173’. Deze laatste afbeelding laat feestvierders zien bij de Waag te Amsterdam.
Er zijn drie uitslaande platen. In kleur: ‘Het Fingalshof op het eiland Staffa’ (deel 1, p. 136) en ‘Het vermaarde nachthuis van Toontje, te Amsteldam’ (deel 2, p. 176). Niet in kleur: een plaat met Egyptische hiëroglyfen en symbolen (deel 1, p. 110).

Boekhistorische gegevens
Het periodiek is volgens het impressum op beide titelpagina’s uitgegeven: ‘Te Amsteldam, by Hendrik van Kesteren. 1805’.
De prijs van de afleveringen in deel 1 was 14 stuivers, die in deel 2 16 stuivers; zie Saakes (1805) p. 128, 189 en (1806) p. 287.

Medewerkers
Het origineel is blijkens de titel van de Duitse toneelschrijver August von KOTZEBUE (1761-1819).
Mogelijk is de vertaler: P.G. WITSEN GEYSBEEK (1774-1833), wiens naam één maal genoemd wordt als vertaler van zeker gedicht.Verder is tenminste één bijdrage door P.C. HAUG te vinden.

Inhoud
De afleveringen hebben eenzelfde opbouw en bron als in het voorgaande blad De Vrijmoedige (1803-1804) en bestaan uit de rubrieken:

I. Schoone kunsten en nuttige wetenschappen. II. Merkwaardigheden van landen, steden en volken; levensschetsen, byzonderheden en anekdoten van beroemde mannen. III. Verdichte en waare verhalen, kritiek, aesthetiek, enz. IV. Korte opstellen, kleine aantekeningen en puntdichten.

Opvallend is de overeenkomst met onderwerpen die ook in kringen van Amsterdamse intellectuelen in die tijd de aandacht hebben: Kant, Isis, Gall. Bij dat milieu sluit aan een aantal berichten uit Amsterdam (eigen bijdragen van de hand van de vertaler?), zoals een verhaal over de opening van het Leesmuseum, januari 1805, met een van 23.00-5.00 uur durend souper, waarbij diegenen die op dat souper ingetekend hadden geen hap te eten kregen daar hun plaatsen door andere belangstellenden bezet werden (deel 1, p. 151-154); en een beschouwing van de Amsterdamse kermis (deel 2, p. 170-178).
Hier moet ook genoemd worden een recensie door P.C. Haug, gedateerd Amsterdam 26 april 1805, over opvoering en inhoud van Kinkers Almanzor en Zehra (1804).

Relatie tot andere periodieken
Het blad kan beschouwd worden als voortzetting van De Vrijmoedige (1803-1804) en als voorganger van De Nieuwe Vrijmoedige (1808-1810).

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbiliotheek: NO 98-98
¶ Full text deel 1

André Hanou