Ordinarissen Postiljoen (1635-1678)

Titelbeschrijving
Den Ordinarissen Postiljoen.
¶ Spellingsvarianten tot 1653: Den Ordinarissen Postilioen en Den Ordinarissen Postilion.
¶ Exemplaar 1655: Extraordinarisse Wekelijcke Post-Tijdinghen uyt geheel Europa ende andere Quartieren.
¶ Exemplaar 1664: Ordinarissche wekelijcke Post-Tijdinge.
¶ Exemplaren 1666: Ordinarissche wekelijcke Post-Tijdinge des Iaers 1666.

Periodiciteit
De uitgever ontving op 20 mei 1635 privilege om boeken en kranten te drukken en betaalde op 22 november 1635 aan de Raad van Brabant in Brussel het recognitiegeld voor zijn nieuwstijdingen. Het is niet bekend of de Ordinarissen Postilioen toen al verscheen: de oudst bewaarde aflevering dateert van 21 april 1637.
Het was de bedoeling dat de krant tweemaal per week verscheen, op dinsdag en vrijdag, maar volgens Der Weduwen (2017) kon de uitgever – voor zover valt op te maken uit de weinige exemplaren die bewaard zijn gebleven – deze frequentie in zijn beginjaren nauwelijks volhouden. De verschijningsdagen veranderden een paar keer: in 1645 werd het woensdag en zaterdag, wat medio jaren ’50 werd teruggedraaid naar dinsdag en vrijdag.
In 1674 eiste de uitgever van de concurrerende Extaordinarisse Post-Tijdinghe bij de Raad van Brabant als courantier het alleenrecht op, maar dit werd hem geweigerd omdat het octrooi van de Ordinarissen Postilioen op dat moment nog vier jaar geldig was. Na 1678 is niets meer van de krant vernomen.

Bibliografische beschrijving
De krant heeft een omvang van een dubbelzijdig bedrukt half vel folioformaat. Het titelblok bevat de datum, de titel en het volgnummer.
De broodtekst is in twee kolommen opgemaakt, in gotische letter. Het grid bevat regelmatig blanco tekstblokken.

Boekhistorische gegevens
Uitgegeven door Maarten Binnart (Binnaert), die zich in 1612 vanuit Eisenach (Saksen) in Antwerpen had gevestigd. Als geleerde had hij bijverdiensten nodig om zich in zijn onderhoud te voorzien. Aanvankelijk werkte hij als corrector bij Plantijn-Moretus; elders was hij ook als vertaler actief. In 1634/5 werd hij als boekverkoper ‘sonder de busse’ aangenomen in het Sint-Lucasgilde, wat erop duidt dat hij het niet breed had. 
Op zijn naam als uitgever-drukker, gevestigd in de Hoogstraat, staat slechts een beperkt fonds van voornamelijk klein drukwerk. Opmerkelijk is dat het woordenboek Nederlands-Latijn dat hij zelf heeft samengesteld, niet door hemzelf is uitgegeven. Het kwam in 1635 bij Hieronymus Verdussen uit: beschikte Binnart toen nog niet over de financiële en/of materiële mogelijkheden om zo’n omvangrijk werk uit te geven? Het zou de reden kunnen zijn waarom hij zich in dat jaar nog niet waagde aan de uitgave van een krant.
Zijn octrooi betrof de uitgave van berichten over de oorlogshandelingen, maar na de Vrede van Münster (1648) was hierover weinig meer te melden. Wellicht nam het debiet van de krant navenant af. Na het overlijden van Binnart in 1652/53 namen zijn erfgenamen de uitgeverij over. In 1658 en 1668 werd het octrooi op de krant verlengd in naam van de weduwe van Binnart, Maria Strang (†1673/74). In 1678 worden in de genoemde kwestie met Verdussen, die alle rechten op een Antwerpse krant opeist, nog steeds de erfgenamen van Martinus Binnart vermeld, al is de feitelijke drukker dan Jacobus de Bodt.

Inhoud
Uit de analyse van Der Weduwen (2017) blijkt dat Binnart zijn berichten vooral betrok van postagenten in Wenen, Keulen, Hamburg, Frankfort, Münster en Parijs. Het militaire en diplomatieke nieuws betreft met name de Duitse (katholieke) landen. Er staan geen advertenties of officiële aankondingen in.

Relatie tot andere periodieken
Binnart gaf gelijktijdig met de Ordinarissen Postiljoen een Franstalige editie uit: Le Postillon Ordinaire.
De Postiljoen concurreerde met de Extaordinarisse Post-Tijdinghe (1635-1690) van de familie Verdussen, eveneens uit Antwerpen. Beide kranten vulden in 1635 het gat dat was ontstaan na stopzetting van de Antwerpse Courante uyt Duytschlandt, &c. (1632-1634) van Abraham Verhoeven.

Exemplaren
Zie opgave bij Der Weduwen (2017).

Literatuur
¶ Arthur der Weduwen, Dutch and Flemish Newspapers of the Seventeenth Century, 1618-1700 (Leiden/Boston 2017), p. 459-467
¶ Steven Van Impe, ‘De Antwerpse uitgever en courantier Maarten Binnart (ca. 1590–ca. 1653). Met een fondslijst’, in: De Gulden Passer 94 (2016), p. 287-317
¶ Paul Arblaster, From Ghent to Aix. How They Brought the News in the Habsburg Netherlands, 1550-1700 (Leiden/Boston 2014), p. 183-188, 327
¶ Jacques Hellemans, lemma ‘Le Postillon Ordinaire’, in: Jean Sgard e.a. (red.), Dictionnaire des journaux 1600-1789. Édition électronique revue, corrigée et augmentée (geraadpleegd 22-1-2019).
¶ Frans Claes, ‘Het woordenboek van Martin Binnart’, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 88 (1972), p. 256-272
¶ Th. Luykx, ‘De eerste gazettiers en hun kranten in de Spaanse Nederlanden’, in: Handelingen der Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 18 (1964), p. 233-236.

Rietje van Vliet