Persiaan (1735-1736)

Titelbeschrijving
De Persiaan.

Periodiciteit
De datering is op grond van de advertenties in de Leydse Courant van 16 en 23 december 1735, 27 april, 15 en 22 juni 1736. De advertentietekst is ambigu. Het lijkt erop dat ‘het eerste Deel van het Weeklyks Blaadje’ reeds op 16 december 1735 gereed was en dat het blad nog altijd iedere donderdag uitkwam. In de laatste twee advertenties is nadrukkelijk sprake van een compleet eerste deel.
In het Weekelijks Orakel van augustus/september 1736 (nr. 56) wordt gesproken van de Persiaan die ‘zoo ’t schynt van de Hollandsche lucht de teering [heeft] gekregen’ (p. 441) en daardoor is opgehouden te bestaan.

Bibliografische beschrijving
In octavo.

Boekhistorische gegevens
De naam van Foubert wordt in alle gesignaleerde advertenties genoemd. Die van 27 april 1736 is het duidelijkst over de herkomst van het blad: ‘Te Amsterdam by Louis Foubert, Boekverkoper agter de Beurs in de Heremytensteeg, is gedrukt, en werd Heeden uitgegeeven […] De Persiaan’. Het was ook te koop ‘by de Boekverkopers in de buyten-Steeden’.

Inhoud
Het tijdschrift bevat volgens genoemde advertenties ‘Brieven van een Persiaan over de Zeeden en Gewoontens van Holland’. Hoewel het er duidelijk op is geïnspireerd – de Lettres Persanes (1721) van Montesquieu was jarenlang waanzinnig populair – mag het blad niet verward worden met De Persiaansche spion, of Persiaansche brieven (1736) van Montesquieu, eveneens uitgegeven door Foubert. In de advertenties voor de Persiaan adverteerde Foubert expliciet tevens voor De Persiaansche spion.
De Persiaan is door zijn focus op Holland ook anders dan de Brieven van een Persiaanschen heer te Londen (1736) die door Pieter le Clerq vertaald zijn uit Lytteltons satirische Letters from a Persian in England (1735) en die later opnieuw uitkwamen als de Staat- en zedekundigen Persiaan, bespottende op een geestige wys de zeden en gewoonten der Europeanen (1737).
De literaire formule van al deze Perzische brieven is eenvoudig: de auteur levert vanuit het perspectief van een uitheemse Pers commentaar op uiteenlopende verschijnselen uit de eigen samenleving. In hoeverre de Persiaan net als zijn Franse voorbeeld exotische vertellingen, satirische schetsen, parodieën en serieuze beschouwingen gaf, is helaas niet bekend.

Exemplaren
Geen exemplaar getraceerd.

Rietje van Vliet