Politicque (1800)

Titelbeschrijving
De Politicque of Byzonderheden, behoorende tot de Agttiende eeuw voor de Nakomelingschap. 

Periodiciteit
Alleen de gratis voorrede, tevens prospectus, is bewaard gebleven. Hierin wordt gesteld dat er 52 vertogen zullen uitkomen; telkens op maandag. Eind december moet de reeks compleet zijn. In het begin zal echter mogelijk meer dan één vertoog per week verschijnen, ‘om de verlopen tyd in te halen’.
De vraag rijst, gezien de titel en het pseudoniem van de auteur, of het echt de bedoeling is geweest dat dit blad zou verschijnen: was het een soort grap? Daarop lijkt ook de opmerking in het prospectus te wijzen, dat uiteindelijk het register voorin en de titelprent achterin geplaatst zal moeten worden.
Deze interpretatie wordt echter tegengesproken door het feit dat Saakes in zijn Naamlijst van september 1800 bij deze titel melding maakt van de nrs. 1 en 2 (p. 162).

Bibliografische beschrijving
De genoemde voorrede is in octavo.

Boekhistorische gegevens
In de Naamlijst van Saakes, september 1800, wordt de titel vermeld als uitgave van P.H. Trap. Daaraan wordt toegevoegd: ‘Tijtel en Voorwerk gratis, en No 1 en 2. Ieder à f. – 1 – 8’ (p. 162). In het prospectus staat dat ‘elk half blad één en een halve stuiver en een geheel blad 2 stuivers’ kostte.
Colofon prospectus:

Te bekomen te Utrecht by de Wed. J. Ter Veen, Amsterdam A. vander Kroe en M. Schooneveld; Haarlem Wed. van Brussel; Leyden P.H. Trap; Dorth Blussé en Zoon; Rotterdam D. Vis, C. v. d. Dries en J. van Santen; Delft M. Roelofswaart; Maassluis de Heer; Schiedam Zweben; Gouda Verblauw; Alkmaar Molkman; den Haag J.C. Leeuwenstein en B. Bakhuyzen; Middelburg Wed. W. Abrahams; Vlissingen Corbelyn; Zierikzee van Setten; Goes Huisman; Deventer Brouwer; Zwol Clement; Groningen W. Zuidema; Leeuwaarden Cahais; Harderwyk J. van Kasteele; ’s Bosch Palier en verder alöm.

Medewerkers
Op de titelpagina wordt als auteur genoemd: ‘Door Wat en Weet Wel. Of Ikke ben Ikke’.

Inhoud
Volgens het prospectus heeft men een tijd beleefd waarin elke stand, elk beroep, elk geslacht aan de politieke modes meedoet of meedeed, op de eigen wijze. Dat zal voorbijgaan. Maar het moet wel aan de vergetelheid ontrukt worden: ‘deze Erfenis zal vervat zyn in een mengelwerk, te noemen de Politicque’. Beschouw het ‘als een Testament of uiterste wil van, en by het overlyden der Agttiende Eeuw’.
Er wordt een lijst gegeven van alle 52 beroepen die achtereenvolgens behandeld zullen worden; de eerste drie zijn: het ‘vroetwyf’, de koopman, de ‘waschvrouw’.

Bronnen
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: KVB CAHAIS1800-1803:70.

Exemplaren
Geen exemplaar bekend.

André Hanou