Titelbeschrijving
De Politicque Donder.
Periodiciteit
Het weekblad verscheen vanaf 7 juni 1798 t/m 7 september 1798.
Nr. 1 was samen met nr. 7 van het Waakzaam Oog (1798) voor het Uitvoerend Bewind aanleiding om de Agent van Justitie aan te schrijven strenger toe te zien op de drukpers. Saakes meldt in zijn Naamlijst van december 1798 dat het blad met 13 afleveringen compleet is (p. 506).
Bibliografische beschrijving
Elke aflevering bevat 8 bladzijden in octavo. Het geheel is doorgepagineerd 1-104.
Boekhistorische gegevens
Blijkens het colofon in de eerste twee afleveringen was J. Demelinne te Rotterdam de drukker. In de latere afleveringen worden echter G. Bom en W. Vermandel te Amsterdam opgegeven, waarna nog circa tien andere verkooppunten worden vermeld (p. 24). Op p. 8 vindt men als een adres voor correspondentie opgegeven: ‘den burger F.M.Q.B. poste restante, tot Rotterdam’. De wisseling van drukker is mogelijk het gevolg van de onenigheid die tussen Demelinne en de schrijver is ontstaan (zie hierna).
De prijs per aflevering is 3 stuivers (p. 24). De informatie over de prijs in Saakes’ Naamlijst is echter onduidelijk. In juli 1798 noemt hij als prijs voor nr. 1 ƒ 1:8 (p. 461), maar in december van hetzelfde jaar geeft hij als afleveringsprijs voor de nrs. 1-8 slechts 1 stuiver en voor de nrs. 9-13 1½ stuiver. De nrs. 1-13 tezamen kosten ƒ 0:15:8 (p. 506).
Medewerkers
Als medewerkers of inzenders treft men onder meer: K.R.C., P.K.K., P.L., L.R., C.Q.V.
De identiteit van de auteur blijft onduidelijk. Hij is zeer waarschijnlijk identiek aan de schrijver van het Waakzaam Oog (1798). Dit blijkt uit de volgende advertentie, die namens de schrijver door ene L.W.J. Lippert uit Rotterdam is geplaatst in de Rotterdamsche Courant van 3 juli 1798:
De Ondergeteekende, gequalificeerd door den Schryver van de twee Weekblaadjes, geïntituleerd: het Waakzaame Oog en de Politieke Donder, adverteert, dat de beiden laatste Nommers van voornoemde Weekblaadjes, No. 10 van het eene en No. 4 van het andere, door den Eigenaar derzelven niet geschreven zyn; vermits de Autheur met eenen Demelinne, die van dezelven de Drukker was, gebroken hebbende, na een eerlyk Boekverkooper omziet, om zyne Nommers te vervolgen; zoo dra de Autheur het accoord met zyn Boekverkooper zal getroffen hebben, alsdan No. 10 van het Waakzaam Oog, en No. 4 van de Politieke Donder, voor twintig agtereenvolgende Nommers, die niet door den Ondergeteekenden ondergeteekend zyn, voor valsch gehouden; dewyl al hetgeene, hetwelk in dezelven voorkomt, niets anders dan eene inpatriotique, eene zelfsbedoeling van eene afgezakte, ter neder gedaalde en weinig beduidende partyschappige tegenstreving in zich sluit. – Verders reserveert zich de Ondergeteekende, als gequalificeerde van den Autheur, zoodanige poursuite tegen den Drukker van voornoemde valsche Weekblaadjes, als in Rechten zal behooren; en terwyl de Constitutie zegt, dat alle periodique, alle maandlyksche of weeklyksche Werkjes, met den naam van den Autheur, of Drukker derzelven, zullen moeten geteekend zyn, zoo zoude de Agent van Policie zich aan de Naamlooze Schriften wel kunnen laten gelegen leggen.
Rotterdam 1 July 1798
Bedoeld is Leonardus Wernerus Josephus Lippert, die in Franse dienst is geweest en op 14 oktober 1796 in Den Haag een paspoort aanvraagt om daarmee naar Frankrijk te kunnen afreizen.
Uit bovenstaande advertentie blijkt dat Demelinne de oorspronkelijke schrijver aan de kant geschoven heeft, wat voor de laatste aanleiding is nr. 4 als vals te betitelen. Anders dan bij het Waakzaam Oog lijkt de auteur wat de voortzetting van de Politique Donder betreft een nieuwe drukker te hebben gevonden. De kwestie verdient nader onderzoek.
Inhoud
Het blad lijkt positie te kiezen tegen de staatsgreep van januari 1798. Desondanks behoort de redactie zelf zeker niet tot het conservatieve kamp. De auteur is zeer goed op de hoogte van allerlei ‘patriotse’ radicalen en weet uit het verleden van vele personen te putten. Zo vindt men p. 10-11 opmerkingen over intimiteiten van Ondaatje, te Duinkerken, met Mozes Hespa en diens vrouw.
Relatie tot andere periodieken
Deze Donder staat in de traditie van het type politiek-satirische tijdschrift dat sinds de Janus (1787) het licht zag: de taal is direct, laconiek, ironisch, levendig. Allerlei stijlmiddelen (zoals pseudo-advertenties) blijven gehanteerd.
De schrijver refereert in de eerste aflevering aan bladen als de Weerlicht (1797-1798) en de Politieke Blixem (1797-1803). Er lijkt hier een spel gespeeld te worden tussen auteurs die elkaar kennen, of mogelijk betreft het steeds één en dezelfde auteur: ‘De schryver van de Donder verzoekt correspondentie van de POLITICQUE BLIXEM, en van deszelfs zwager’. Met de zwager wordt bedoeld De Revolutionaire Vraagal of de Zwaager van den Politiken Bliksem (1798).
Exemplaren
¶ STCN 149695497
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 559 E 68 (nrs. 1-11)
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: Br. CLXXI* (nrs. 1-7, 9-11, 13)
¶ Full text nrs. 1-11
Bronnen
¶ Decreeten der Nationaale Vergadering, deel 8 (Den Haag 1796), p. 378 (Lippert)
¶ Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken, deel 33-2 (september 1798), p. 921-922.
Literatuur
¶ J. Oddens, Pioniers in schaduwbeeld: het eerste parlement van Nederland 1796-1798 (Nijmegen 2012), p. 397-398 (noot 21).
Rietje van Vliet
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.