Titelbeschrijving
¶ De Politieke Nalezer van oude en nieuwe stukken.
¶ Titel gebundelde afleveringen: De Politieke Nalezer van Oude en Nieuwe stukken, ter bevordering van vaderlandliefde en burgertrouw. In twintig vertoogen.
Periodiciteit
Het blad verscheen van 30 oktober 1784 t/m 12 maart 1785 (20 nrs.). De bedoeling was eenmaal per 14 dagen te verschijnen, ‘of als de tijd het ons toelaat, alle agt dagen, op Zaturdag, een nommer [te] vervolgen’ (nr. 1).
Op 7 januari 1785 werden de nrs. 10 en 11 in Leiden verboden. Aan het slot van nr. 11 verdedigt de uitgever zich tegen de gewoonte van overheden om anonieme patriotse uitgaafjes aan hem toe te schrijven. Ondanks alle verboden zette hij de Nalezer voort, maar slechts door in de volgende afleveringen teksten uit een tweetal oudere patriotse publicaties over te nemen. De voorgenomen 50 nrs. haalde hij dan ook niet. In het ‘Bericht aan den Lezer’ schrijft hij:
dan het eene nommer is het andere gevolgd, zoo dat wij nu met Twintig Nommers tot het vaste besluit gekomen zijn, om een Tijtel te geeven en dus een Compleet boekdeeltje voor de Bezitters van de vorige nommers te formeeren.
Bibliografische beschrijving
De afleveringen tellen 8 doorgenummerde pagina’s in octavo (156 pagina’s). Nr. 20 telt 4 pagina’s plus het voorwerk (titelpagina en ‘Bericht aan den Lezer’). De in nr. 1 aangekondigde titelplaat is vermoedelijk nooit vervaardigd. Het titelblok van de afzonderlijke bevat de titel, de datum en het volgnummer. In enkele afleveringen staan advertenties van de uitgever.

Boekhistorische gegevens
Impressum: ‘Te Leyden, Bij C.F. Koenig, Boekverkooper op het Rapenburg’. In de Nederlandsche Courant van 22 november 1784, waarin voor nr. 4 wordt geadverteerd, staan als verkoopadressen genoemd:
Te Rotterdam by de Leeuw, ’s Hage Plaat en v. Drecht, Utrecht Wild en Stubbe, Amsterdam Verlem, Demter, Wynands en v. Berekum, Haarlem v. Delden, Gouda Verblauw, Delfshave de Vries, Maassluis v.d. Burgh en alom.
In nr. 8 wordt, vermoedelijk door Koenig zelf, een klacht over de slechte verkrijgbaarheid van de Nalezer in Delft behandeld. Hij had tevergeefs de boekverkopers J. de Groot P.Z., C. Poelman en de stadsdrukker Graauwenhaan benaderd, maar ofschoon zij ‘goede Vaderlanders’ waren, konden ze door toedoen van ‘eenige van de Regeering’ weinig uitrichten (p. 59-60).
Prijs per aflevering: 4 duiten op gewoon, 1 stuiver op best mediaan schrijfpapier.
In de Leydse Courant van 14 maart 1785 kondigt Koenig nr. 20 aan. Hij doet het voorkomen dat de gewone prijs een voordeelaanbieding is, geldend tot eind maart; nadien moet men voor afleveringen op gewoon papier 1 stuiver en voor afleveringen op best papier 1½ stuiver neertellen.
De patriot Christoffel Frederik Koenig werd op 3 augustus 1782 ingeschreven als vrijmeester van het Leidse boekverkopersgilde. Omdat zijn ‘duite-Negotie’ nogal wat kritiek ontlokte, schreef hij zijn Koninklijke Verdediging, en gedagten inzonderheid over het te hoog in prys stellen der boeken […] (Leiden 1784). Ondanks het commercieel exploiteren van de markt voor goedkope tijdschriften redde Koenig het niet. Reeds in het voorjaar van 1785 rezen er financiële problemen, die in april 1786 leidden tot zijn faillissement. Van Goinga (2008) meldt dat hij in het voorjaar 1785 enkele zelfmoordpogingen heeft ondernomen.
Medewerkers
Vermoedelijk was de redactie in handen van het driemanschap Koenig-Steenwinkel-Van Schelle. Van Goinga (2008) suggereert dat KOENIG (1756-1796) zelf nr. 11 heeft geschreven, gedateerd 8 januari 1785. Het feit dat hij wellicht toen al psychische problemen had en de nrs. 12 t/m 19 slechts gevuld zijn met publicaties van derden, kan erop duiden dat Koenig niet alleen de auteur is van nr. 11 maar ook van de voorgaande afleveringen. Mogelijk hebben de Leidse advocaat Jan STEENWINKEL (1754-1812) en de Leidse arts Pieter VAN SCHELLE (1749-1792) er eveneens bijdragen aan geleverd, maar er na nr. 11 de handen van afgetrokken. Hun namen worden door tijdgenoten ook in verband gebracht met andere blaadjes van Koenig.
Het aantal ingezonden bijdragen lijkt groot te zijn geweest. In nr. 2 meldt de uitgever dat het er zo veel zijn, dat hij er wel twee keer per week een blad mee zou kunnen vullen. De inzendingen zijn doorgaans ondertekend met fictieve namen. Of er werkelijk meerdere auteurs achter schuilgingen, is niet duidelijk.
Inhoud
Patriots opiniërend tijdschrift, bestemd voor de ‘minvermogende’, al is er voor de ‘meer vermogende Burgers’ een luxe uitvoering op de markt gebracht. Als literaire vorm is gekozen voor het essay, afgewisseld met (gefingeerde?) brieven en antwoorden, en soms ook een dichtstukje. Bij tijd en wijle wordt in krachtige bewoordingen gesproken over orangisten.
De Politieke Nalezer beoogt ‘het Merg, het beste, het noodzakelijkste, van den inhoud van veele oude en nieuwe Geschriften, ons Vaderland betreffende, nevens onze Gedachten onder het oog [te] brengen’ (nr. 1). Zo opent nr. 1 direct met een weerlegging van het Gedrag der stadhoudersgezinden, verdedigt door Mr. A.V.K.Rechtsgeleerden (Leiden 1754), waarin de Leidse orangist Elie Luzac tijdens de zgn. Wittenoorlog de positie van de stadhouder verdedigt. Ook in latere afleveringen wordt er gerefereerd aan dit door patriotten zo gehate pamflet.
Er is evenzeer aandacht voor actuele kwesties. Nr. 2 gaat bijvoorbeeld in op de gebeurtenissen op de Doggersbank, waar de Vlaardingse en Maassluisse vloot lag te vissen toen in eind 1780 de Vierde Engelse Zeeoorlog uitbrak. In nr. 3 wordt de vraag van ene Zwaarhoofd beantwoord of het wel veilig dan wel nuttig is om de gewone man wijs te maken in politieke kwesties. Nr. 9 gaat over het actuele leerstuk van de stadhouder als Eminent Hoofd. Orangistische ‘martelaren’ als Kaat Mossel, bakker Trago en dominee Hubertus de Haas komen regelmatig ter sprake. De Leidse orangistische lector Johannes la Francq van Berkheij wordt diverse keren aangevallen (vooral in nr. 10). Nr. 11 snijdt een niet zozeer politiek als wel godsdienstig thema aan.
Een reactie op de nrs. 7 en 8 verscheen als Ernstige en nadere overwegingen en aanmerkingen over de copy van eene missive, geschreven […] door G. Nieuwenhuis; benevens een aanhangsel ter verwering tegen den hoon en smaad in den Politieken Nalezer No. 7 en 8: beide betreffende eene convocatie van […] de burger-kompagnie no. 9, te Rotterdam […] door Kornelis de Vogel […] (Rotterdam 1785). Hiervoor wordt geadverteerd in de Rotterdamse Courant van 3 maart 1785. In nr. 20 van de Politieke Nalezer volgt nog een korte reactie op het pamflet van Kornelis de Vogel.
Het lijkt erop dat het de schrijver(s) na nr. 11 aan energie ontbrak om zelf het blad vol te schrijven. Ook de ingezonden bijdragen, gefingeerd of niet, blijven na dit nr. achterwege. De nrs. 12 t/m 15 zijn vrijwel volledig gevuld met een citaat uit de patriotse Almanach en politiek zakboekje voor de vereenigde Nederlanders (Amsterdam 1782). Het merendeel van de nrs. 16 t/m 19 is overgenomen uit Het juiste merkteeken van een oprecht beminnaar zyns vaderlands […] of, Spiegel voor alle ware- en schyn patriotten (Rotterdam 1750).
Relatie tot andere periodieken
Er wordt in gunstige zin gesproken over de Post van den Neder-Rhijn (1781-1787) en de Courier van Europa (1783-1785).
Gelijktijdig met de Politieke Nalezer verscheen bij Koenig de Huis-Leeraer der Nederlandsche Burgerij (1784-1785), die hij een week voor het beëindigen van de Nalezer stopzette.
Opvolger van de Politieke Nalezer is de Post voor de Boeren (1785), ook een uitgave van Koenig. In het ‘Bericht aan den Lezer’ waarmee de Nalezer opent, overigens geschreven na beëindiging van het blad, meldt de uitgever: ‘Deze Post zal alle Weeken op het Platte Land in alle Dorpen, en bij het doortrekken ook in de Steden, Zaaken, het Vaderland betreffende op zyn Boers, dat is met ronde Waarheid, gaan verspreiden’.
Exemplaren
¶ STCN 240218884
¶ Full text (in convoluut)
Literatuur
¶ Hannie van Goinga, ‘De politieke praatvaar, De politieke snapper en De politieke nalezer. Een blik op de context van drie patriotse volksblaadjes’, in: Pieter van Wissing (red.), Stookschriften. Pers en politiek tussen 1780 en 1800 (Nijmegen 2008), p. 59-72
¶ Hannie van Goinga, ‘Een blik op de praktijk van de Nederlandse boekhandel omstreeks 1785. Christoffel Frederik Koenig, uitgever van volksblaadjes, Leiden 1782-1786’, in: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 25 (1993), p. 39-72.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.