Politieke Snapster (1785-1797)

Titelbeschrijving
¶ De Politieke Snapster.
¶ Titel nrs. 6 en 9: Aanhangzel op de Politieke Snapster.

Periodiciteit
Het blad verscheen vanaf 2 mei 1785 wekelijks met 1 à 2 afleveringen, op maandag en donderdag. De laatste bekende aflevering dateert van 14 maart 1797 (nr. 1394): een volgnummer dat erop wijst dat het blad gedurende 12 jaar onafgebroken is verschenen. Wel varieerde de frequentie enigszins, getuige nr. 1391 (7 maart 1797), waarvan Sautijn Kluit (1873) meldt dat het blad toen drie maal per week verscheen: op maandag, dinsdag en donderdag.
Het blad werd samen met andere periodieke volksblaadjes in juni 1788 in Amsterdam verboden. De uitgever kreeg niettemin toestemming het blad voort te zetten mits ‘het zelve niet by de weg omgeroepen worde’.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 4 pagina’s in kwarto.
Het titelblok bevat het volgnummer, de titel en het titelvignet (met daaromheen het motto: ‘De rust der wapenen geeft vreugde’). Daaronder staat de datum vermeld. De broodtekst is opgemaakt in twee kolommen. In de Bataafs-Franse tijd is het titelblok voorzien van het motto ‘Vryheid, Gelykheid, Broederschap’.

Boekhistorische gegevens
De stokregel van nr. 1 (2 mei 1785) meldt als verkoopadressen:

te Overschie by Decker, Delft Poelman, ’s Hage de Agé, Amsterdam Coertse, Utrecht Stubbe, Voorburg Silakius, Rotterdam Bal, Kraeft, en Hofhoud, Leyden Perk en de Rhee, Haarlem Kampman, enz.

Twee jaar later lijkt het vermoedelijk Rotterdamse blad te zijn overgegaan in Amsterdamse handen. Mogelijk is er tegelijkertijd van schrijver gewisseld. Volgens nr. 12 van de Vaderlandsche Samenspraak tusschen Jaap en Teunis (21 maart 1787) is de Snapster namelijk gedrukt op de Pypenmarkt bij de gebroeders Bosch, en uitgegeven door Willem Coertse, boekverkoper in de Barnesteeg in Amsterdam. Diens naam wordt ook genoemd in nr. 23 van de Domkop (p. 200). Coertse blijft ook in de jaren daarna uitgever van het blad. Volgens Sautijn Kluit (1873) is nr. 1391 (7 maart 1797) te koop ‘te Amsteldam by W. Coertse, Leiden J. Perk, Haarlem C. van Abs, Hoorn Brouwer, en verders alom’.
Prijs per aflevering: 3 duiten.
De oplage bedroeg volgens Amstels driedaags treur-toneel [1792] 400 exemplaren (p. 112).

Medewerkers
Het blad staat op naam van William Pieter TURNBULL DE MIKKER (1758-1819), de auteur van de voorloper van de Snapster: de Politieke Praatmoer (1784-1785). In het ‘Bericht van den Schryver’, geschreven na beëindiging van de Praatmoer, schrijft hij over de voortzetting van het blad als Snapster.
Maar vermoedelijk was het niet Turnbull de Mikker zelf die dit ‘Bericht van den Schryver’ heeft opgesteld. Mogelijk heeft hij na verloop van tijd de handen afgetrokken van de Snapster, waarschijnlijk omdat hij het vanaf januari 1786 te druk kreeg met de ‘s Gravezandse Courant, waarvoor hij de hoofdredactie voerde.
Volgens nr. 12 van de Vaderlandsche Samenspraak tusschen Jaap en Teunis (1786-1788) is de schrijver van de Snapster ene Pieter VAN LEEUWEN, ‘gepromoveerde Catechiseermeester en Paardenkwastenmaaker der Stad Amsterdam’ (p. 48). Hij woont in de Kerkstraat en komt dagelijks bij de orangistische boekverkoper Hendrik Arends over de vloer (p. 3, 77). Jongenelen (1998) noemt hem Pieter van Leeuwen. 
Van Wissing (2003) noemt zonder bronvermelding ene Jacob van Haeften als mogelijke contribuant, wiens identiteit onbekend is maar met wie onmogelijk de Utrechtse patriot van die naam bedoeld kan zijn.

Inhoud
Orangistisch opiniërend volksblaadje in de vorm van een samenspraak tussen Anne en Jannetje, dezelfde personages als die uit de Politieke Praatmoer. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld de deelname van vrouwen aan de politieke strijd en de solidariteit van patriotten voor de katholieken.
Het aanhangsel op nr. 6 bevat de Vredelievende mey-groete en burgerzang […] op den 27ste van Bloeimaand des Orakeljaars 1785, geschreven door de Leidse lector Johannes le Francq van Berkheij naar aanleiding van de jaarlijkse wapenschouw van de Haagse schutterij. Het orangistische dichtwerk was op 25 mei 1785 al verschenen in de ’s Gravenhaagsche Courant.

Relatie tot andere periodieken
Voortzetting van de Politieke Praatmoer (1784-1785). Patriotse tegenhanger is de Politieke Snapper (1785).
In nr. 12 van de patriotse Vaderlandsche Samenspraak tusschen Jaap en Teunis staat het volgende over de Snapster en zijn auteur:

O, Gepromoveerde Catechiseermeester en Paardenkwastenmaaker der Stad Amsterdam! – ’t Is voor deeze, en de laatste keer, dat wy onze pen tegen U op het Papier zetten, want uw Snapperend gebrom verveeld de Slegtdenkenden van U zoort, en wat zal het dan de Vaderlanderen niet doen. – Maar echter eischen wy van U te weten, o van Leeuwen!!!!!, of de taal welke wy Schryven, vervloekte taal is? want zo zy het is, zyt gy gewis vervloekt, om dat gy die taal zelve in uwen mond durft nemen. – Rand ons niet weder aan, want wy zullen een Ezel, al was het in de gedaante van een Catechiseermeester, laten loopen. – En gy moet nog erger dan een Ezel zyn, want gy stoot uw hoofd aan den verkeerden Schryver, en daar een Ezel zich eens aan stoot, wacht hy zich voor de tweede reis. (p. 48)

Exemplaren
¶ STCN 308697634
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: UBM: Y 1227 (vol. 1-16, 1785-1793)
¶ Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG): PM 1692 (enkele nrs. o.a. uit 1787, 1788, 1794 en 1797)
¶ Full text nrs. 1, 3-8

Literatuur
¶ Edwina Hagen, ‘“De groote Hoere”. Papenvrees in de prinsgezinde politieke weekbladpers, 1781-1788’, in: De Achttiende Eeuw 36 (2004), p. 21-31, aldaar p. 27-28
¶ Pieter van Wissing, Stokebrand Janus. 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuws satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003), p. 343-344
¶ Lotte Jensen, Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt. Vrouwentijdschriften in de achttiende en negentiende eeuw (Hilversum 2001), p. 35-36
¶ Ton Jongenelen, Van smaad tot erger, Amsterdamse boekverboden 1747-1794 (Amsterdam 1998), p. 57 (nr. 188)
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De Politieke Praatvaar en Praatmoer, Snapper en Snapster’, in: De Nederlandsche Spectator (1873), p. 266-269, 274-275, 282-283 (overdruk)

Rietje van Vliet