Post-Courant (1741-1743)

Titelbeschrijving
¶ Maendagse Post-Courant
¶ Woensdagse Post-Courant
¶ Vrydagse Post-Courant
¶ In de wandeling werd het blad ook wel de Alphense Post-Courant genoemd.

Periodiciteit
De krant is in 1741 of zelfs eerder begonnen. In een Haagse notariële akte van 7 juli 1741, waarin de Alphense courantier de Haagse boekverkoper Gerard Block machtigt om namens hem op te treden in de erfeniskwestie van zijn Rotterdamse collega Hofhout, is namelijk sprake van de ‘Alphense Post-Courant’. 
Sautijn Kluit (1875) noemt als oudste bekende exemplaar de Maendagse Post-Courant van 27 augustus 1742 (nr. 103). Het blad verscheen driemaal per week: op maandag, woensdag en vrijdag. Het laatste bekende exemplaar is gedateerd 30 december 1743 (nr. 156). Vermoedelijk was dit de laatste aflevering, want begin 1744 begon de courantier aan een nieuwe carrière in Utrecht.

Bibliografische beschrijving
Volgens Sautijn Kluit (1875) bestond de aflevering van 27 augustus 1742 uit: ‘2 blz. folio, in 2 kol. met een’ postryder tot vignet’.

Boekhistorische gegevens
Colofon: ‘Te Alphen, by Jacobus de Jongh’.
Jacobus de Jongh, die reeds in 1725 in Den Haag werkzaam was als boekverkoper, was van 15 april 1733 tot 28 augustus 1739 courantier van de ’s Gravenhaegsche Courant. Hij maakte al snel schulden, kon zijn recognitiegeld niet meer betalen en weigerde de burgemeesters van Den Haag inzage in zijn boeken. Hem werd uiteindelijk de wacht aangezegd. In 1740 werden zijn goederen bij executie verkocht. Ene G. Seekermans (chirurgijn Gerardus Seekerman?) werd voor ƒ 161 eigenaar van zijn drukpers en letters, die hij vervolgens weer aan De Jongh uitleende toen deze in Alphen een nieuwe carrière als courantier begon. Kossmann (1937) somt op wat De Jongh leende: 

een drukpers, corrigeersteen, stoel en twee ramen, eenige galijtjes, twee koperen haakens en lines, een loogketel en bak, twee olijpotten met olij, letters: Gaillard Romeyn 204 u. Descendiaen Romeyn 204 u, Text Romeyn 39 u.

Dat het ambacht Alphen een eigen krant ambieerde, is niet vreemd. Dankzij de ligging aan de Rijn vormde het dorp een logistiek knooppunt in Holland. Plemper (1728) noemt in dit verband het ‘Alphenze Posthuis, daar alle nagten, als op een vyfsprong, vyf ryders, van Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam, Gouda en Uitregt aankomen, hun maalen geopend, de brieven geschift, in orde geschikt, en door de heele weereld heene verzonden worden’. Pas eind jaren ’50 krijgt Alphen een Generaal Postcomptoir.
Na beëindiging van de Alphense Post-Courant vertrok De Jongh naar Utrecht. Begin 1744 werden hij en zijn zoon, die eveneens Jacobus de Jongh heette, door Anselmus Muntendam aangetrokken als medewerkers aan de Utrechtse Courant. De Jongh bleef dat tot aan zijn dood op 4 juni 1761. De Jongh Junior had enkele maanden eerder de Utrechtse Courant overgenomen en bleef er de uitgever van tot zijn dood in 1768. 
De Alphense Post-Courant werd ook buiten Alphen verkocht, getuige de mededeling achter het adres van de nrs. 4, 5, 6 en 7, (januari 1743): ‘En worden meede te Sardam [=Zaandam] uitgegeeven by de Boekverkooper Wesselius de Wilde’. Achter het adres van nr. 75 (24 juni 1743) staat: ‘En worden meede uitgegeeven in ’s Hage by den Boekverkooper Sprinckhuizen, op de Plaets’ (bedoeld is Cornelis van Sprenkhuyzen, die in 1747 zijn negotie verkocht aan Thomas van Os).

Medewerkers
In genoemde notariële akte van 7 juli 1741 wordt de Hagenaar Jacobus DE JONGH (1722-1761) genoemd: de ‘courantier en autheur van de Alphense Post-Courant’. Ook in Den Haag en Utrecht was hij met de redactie belast.

Inhoud
Nieuwsblad.

Relatie tot andere periodieken
Het is niet bekend of de Outshoornse Post-Courant (1749) een opvolger is van de Alphense Post-Courant. Beide dorpen grensden aan elkaar. 

Exemplaren
¶ Rotterdam, Centrale Bibliotheek, Erasmuszaal: sign. Erfgoed 1360 A 22 (1742/43) (nrs. 103-157)

Bronnen
¶ Alphen a/d Rijn, Gemeentearchief: archiefnr. 112.1.01 (Archief van het ambacht Alphen), inv. nr. 2 (Resolutieboek van schout en ambachtsbewaarders en van schout, ambachtsbewaarders, schepenen en bedezetters)
¶ Den Haag, Gemeentearchief: inv.nr. 0372-01 Notarieel Archief, archiefdeel 2417 (notaris Cornelis Knoll), aktenr. 201 (d.d. 7-7-1741).

Literatuur
¶ Ria Vitters, ‘Van herberg tot café De Prins van Oranje. De rijke geschiedenis van een beroemde onderneming in de Hooftstraat’, in: De Viersprong. Geschiedkundig Tijdschrift Alphen aan den Rijn 33 (2016), p. 5-26.
¶ E.F. Kossmann, De boekhandel te ‘s-Gravenhage tot het eind van de 18de eeuw (’s-Gravenhage 1937), p. 210-211 
¶ P. Plemper, Oudheeden van de heerlykheid en het dorp Alphen aan den Ryn (Leiden 17282), p. 121
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘De ’s Gravenhaagsche Courant’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1875, p. 3-178, aldaar p. 34.

Rietje van Vliet
12-6-2023