Regtsgeleerd Magazijn (1809)

Titelbeschrijving
Regtsgeleerd Magazijn.

Periodiciteit
In het ‘Bericht van professor Gratama’ d.d. 20 november 1808, dat vermoedelijk als een prospectus heeft gefungeerd, verklaart de auteur dat men begin 1809 een aanvang zal maken met het drukken van het blad. Een vaste frequentie lijkt hij niet voor ogen te hebben gehad; op voorhand zegt hij dat zijn drukke werkzaamheden op de universiteit voorrang krijgen. Wel was het zijn bedoeling dat er jaarlijks vier ‘stukjes’ uitkwamen die gezamenlijk een deel zouden vormen (p. 12).
Er zijn echter slechts drie afleveringen verschenen. De ‘Voorrede’ van nr. 2 dateert van 25 juli 1809 en ook nr. 3 is in 1809 uitgekomen. Kruseman (1889) meldt dat het onregelmatig verschijnende tijdschrift bij keizerlijk decreet verboden werd.

Bibliografische beschrijving
De drie afleveringen in octavo zijn samengevoegd tot één deel. Het bestudeerde exemplaar bevat de volgende onderdelen: titelpagina (2 p.), een katern met ‘Voorrede’, opdracht ‘Aan mr. Alb.Jac. Duijmaer van Twist en mr. Car.Christ. Paehlig, mijne mede-hoogleeraren in de regtsgeleerdheid te Groningen’ en een inhoudsopgave (VIII p.), ‘Bericht van professor Gratama’ (12 p.), ‘Voorrede’ (IV p.), tekst nr. 1 (170 p.), ‘Voorrede’ en ‘Naschrift’ (VIII p.), tekst nr. 2 (196 p.), tekst nr. 3 (178 p.) en een register (26 p.).
Deze opbouw wijkt enigszins af van de inhoudsopgave. De tekstpagina’s zijn doorlopend genummerd t/m 544. De afleveringen zelf beginnen met een short title. Impressum en stoklijsten ontbreken.
De titelpagina van de gebundelde drie afleveringen bevat naast titel en impressum ook een motto: ‘Justitia omnium domina et regina virtutum. Cicero’ (vert. Justitia is de heerseres en koningin van alle deugden).

Boekhistorische gegevens
Het Regtsgeleerd Magazijn werd uitgegeven ‘Te Groningen, bij W. Wouters en M.J. van Bolhuis’.
De prijs van zowel nr. 1 als nr. 2 bedroeg volgens Saakes’ Naamlijst in 1809: ƒ 1:10 (p. 28 resp. 67). Nr. 3 kostte volgens Saakes in 1810 ƒ 1:12 (p. 113).

Delen uit het Regtsgeleerd Magazijn zijn ook als zelfstandige publicaties op de markt gebracht. Bijvoorbeeld Huig de Groot tegen Hufeland en Lampredi verdedigd (Groningen 1809) en het Berigt omtrent de invoering van het Hollandsch Crimineel en Burgerlijk Wetboek (Groningen 1809), die beide een eigen paginering kennen.

Medewerkers
De auteur was blijkens de titelpagina Seerp GRATAMA (1757-1837), advocaat bij het Hof van Friesland te Harlingen. Naast zijn juridische werkzaamheden was hij koopman en exploiteerde hij met zijn broer een steen- en kalkbranderij. Als vooraanstaand patriot was Gratama officier van de gewapende burgerwacht. In 1797 werd hij benoemd tot hoogleraar te Harderwijk, waar hij met name Romeins Recht doceerde; in 1801 vertrok hij naar Groningen om er hoogleraar natuur-, staats- en strafrecht te worden. Het is mede zijn verdienste dat Groningen het centrum werd van het vroeg-negentiende-eeuwse kantianisme.
Het Regtsgeleerd Magazijn bevat ook verhandelingen van zijn – hier anoniem gebleven – leerlingen. Verder nam Gratama in zijn tijdschrift vertalingen op. Zo is zijn zoon Sibrand GRATAMA (1784-1858) verantwoordelijk voor de vertaling van de exaugurele rede van A.J. DUYMAER VAN TWIST over de vraag hoe het nieuwe Hollandse Burgerlijke Wetboek aan de universiteit te onderrichten (nr. 3). Net als Gratama was Duymaer van Twist sterk gekant tegen de overheersing van het Romeins recht in onderwijs en rechtspraktijk. Vertalingen werden ook geleverd door Theodorus VAN SWINDEREN (1784-1851), jurist, in 1809 schoolopziener en later hoogleraar natuurlijke historie te Groningen.

Inhoud
In het ‘Bericht van professor Gratama’ legt de schrijver uit hoe iedere aflevering zal worden opgebouwd. Hij onderscheidt vijf rubrieken (‘Afdeelingen’). De rubriek met rechtsgeleerde verhandelingen bevat onder andere berichten over nieuwe Nederlandse wetboeken die in de Franse tijd in de maak waren. Zo is er een artikel over de totstandkoming van het Crimineel Wetboek in 1808 (nr. 1), en een vergelijkbaar artikel over het Burgerlijk Wetboek in 1809 (nr. 2 en 3). Gratama toont zich voorstander van een academische rechtenstudie waar het programmaonderdeel Romeins recht vervangen is door natuurrecht. Uitvoerig zet hij uiteen hoe het curriculum eruit moet zien (nr. 2). Ook is er een vertoog van zijn hand, waarin hij een lans breekt voor Hugo de Groot – en niet Gottlieb Hufeland of Giovanni Maria Lampredi – als vader van het natuur-, privaat- en volkerenrecht (nr. 1).
De tweede rubriek bevat besprekingen van academische juridische verhandelingen.
In de derde rubriek staan recensies van boeken en redevoeringen. Gratama spaart zijn confrères niet. Zo levert hij ongezouten kritiek op de Inleiding tot de hedendaagsche Hollandsche regtsgeleerdheid en praktijk (1810) van de Leidse advocaat P.J.B.Ch. van der Aa, en de Verhandelingen (1761-1986) van het Groningse juridische genootschap Pro Excolendo Iure Patrio (nr. 3).
De vierde rubriek is bestemd voor levensberichten. In de Voorrede van nr. 2 vraagt hij zijn lezers zelfs om necrologieën van een aantal overleden juristen van naam.
De vijfde rubriek bevat rechtsgeleerde nieuwtjes van algemene aard. In deze laatste rubriek staan bijvoorbeeld gegevens over hoogleraren rechten in Nederland.

Gratama nam in zijn Regtsgeleerd Magazijn op een verbeten toon stelling tegen Hendrik Willem Tydeman, hoogleraar te Franeker. De toonzetting was voor een recensent in de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen aanleiding om in 1811 op te merken:

Velen althans uit de verstandige wereld hebben zich reeds laten ontvallen, dat zij het Magazijn van Prof. Gratama niet langer verkiezen te lezen, wanneer het mede wordt gebruikt tot een Magazijn van twistgedingen, haarkloverijen en persoonlijke partijschap. (p. 63)

Tussen beide hoogleraren was een fel en langdurig dispuut gaande, mede naar aanleiding van Tydemans kritiek op het proefschrift van Gratama’s zoon. Tydeman verweerde zich in even scherpe bewoordingen in de Recensent, ook der Recensenten (deel 5, nr. 3). Gratama voerde zijn gevecht voor een belangrijk deel in zijn Regtsgeleerd Magazijn, waar hij terloops ook andere tijdschriftauteurs de maat nam (zoals de Schouwburg van In- en Uitlandsche Letterkunde). Zie voor het verbale strijdgewoel de recensies in de Vaderlandsche Letter-Oefeningen in jaargang 1809 (p. 506-509), 1810 (p. 160-162) en 1811 (p. 61-66).

Relatie tot andere periodieken
Het Regtsgeleerd Magazijn mag niet worden verward met het Rechtsgeleerd Magazijn dat vanaf 1882 op de markt kwam en dat in 1939 zou samengaan met Themis in het nieuwe blad Rechtsgeleerd Magazijn Themis.

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 281 D 32
Full text

Literatuur
¶ A.C. Kruseman, De Fransche wetten op de Hollandsche drukpers 1806 tot 1814 (Amsterdam 1889), p. 165.

Rietje van Vliet