Republikein (1795-1797)

Titelbeschrijving
De Republikein.

Periodiciteit
Dit periodiek verscheen in de jaren 1795, 1796 en 1797. In het ongedateerde nr. 2 wordt gerefereerd aan een missive van 19 januari 1795 en gereageerd op brieven van 28 en 30 januari 1795. Nr. 1 moet dus nog in die maand zijn verschenen.
De Republikein was een weekblad, blijkens de colofons op elke maandag uitgebracht, soms met extra en dubbelnummers, die noodzakelijk werden bij omvangrijke onderwerpen.
Het periodiek werd gebundeld in drie delen: deel 1 (nrs. 1-52), deel 2 (nrs. 53-110) en deel 3 (nrs. 111-176). De laatste aflevering bevat een afscheidswoord van de auteur, gedateerd 20 augustus 1797.

Bibliografische beschrijving
De Republikein verscheen in octavo met 8 pagina’s per aflevering. Het titelblok bevat slechts de titel en het volgnummer. Elke aflevering begint met als motto een citaat uit het werk van een klassieke en verlichte auteur; soms is het een citaat uit een recent document uit de Nationale Vergadering.
De delen beginnen alle met VIII ongenummerde pagina’s (Franse titel, titelpagina, inhoudsopgave). Deel 1 telt daarna 442 doorgenummerde pagina’s, deel 2 heeft 474 pagina’s en deel 3 heeft 536 pagina’s.
Het voorwerk van ieder deel bevat behalve de titelpagina en een titelprent, getekend door P. Buijs en gegraveerd door C. Brouwer, een inhoudsopgave waarin de inhoud van iedere aflevering in het kort wordt aangeduid.

Tegenover de titelprent staat het volgende verklarend vers:

Zie hier den Vrijheid-boom in vollen luister bloeijen,
Ofschoon ook slang bij slang aan zijnen wortel knaagt: –
Standvastigheid verwint, hoewel de orkaanen loeijen,
Schoon nog de dwinglandij de kroon der heerschzucht draagt:
Verlichting durft het mom aan domheid af te rukken,
De fakkel, die zij draagt, verspreid haar licht in ’t rond:
Gestrengeld aan de Deugd, kan niets haar onderdrukken;
Haar invloed is op recht, natuur, en plicht, gegrond.

Boekhistorische gegevens
De Republikein kwam uit ‘te Amsteldam bij M. Schalekamp, in de Warmoesstraat’. De stoklijst vermeldt verder dat het blad verkrijgbaar was

te Rotterdam bij D. Visser en van den Dries, Dord Blussé en zoon, ’s Hage van Cleef, Leeuwenstijn en Plaat, Leyden Honkoop en Herding, Schiedam Poolman, Delft Roelofswaart, Gouda Verblaauw, Alkmaar Molkman en Comp.,  Hoorn J. Breebaart, Zaandam van Aaken, Utrecht G.T. van Paddenburg en zoon, en de Wed. Terveen, en in de overige steden der Republiek, bij de voornaamste boekverkoopers.

Deze stoklijst is opgenomen in de eerste afleveringen en wordt later herhaald wanneer aanvullingen nodig waren, zoals in nr. 16, waar de volgende verkooppunten toegevoegd: ‘Rotterdam Pols en van Santen; Haarlem Walré, C. Plaat en de Wed. van Brussel; Schiedam Sweben; ’t Bosch Palier; Middelburg Gillisen; Groningen Oomkens; Leeuwarden Cahais; Deventer Brouwer’. In nr. 65 treft men de volgende aanvulling aan: ‘Leeuwarden van Sligh; ’s Hage J. Plaat’.
De prijs per aflevering bedraagt gedurende de hele looptijd van het tijdschrift 1½ stuiver, zo blijkt uit de colofons. Saakes biedt in zijn Naamlijst van februari 1795 nr. 1 aan voor ƒ 0:1:8 (p. 115). In december 1796 meldt hij dat de nrs. 65-131 samen met de gegraveerde titelpagina’s van deel 1 en 2 te koop zijn voor ƒ 5:6 (p. 309) en een jaar later dat belangstellenden de nrs. 132-176 met de gegraveerde titelpagina van deel 3 kunnen afhalen voor ƒ 3:10:8 (p. 408).

Medewerkers
Jan KONIJNENBURG (1758-1831), remonstrants predikant te Hazerswoude, Leiden en Utrecht, in 1790 hoogleraar aan het remonstrants seminarium te Amsterdam, was redacteur van De Republikein. Hij was de auteur van diverse verlichte theologische werken. Daarnaast was hij redacteur van het algemeen cultureel maandblad (Nieuwe) Bijdragen tot het Menschelijk Geluk (1789-1794).
In 1794-1795 was hij betrokken bij het comité dat de Bataafse Revolutie en de oprichting van de Bataafse Republiek voorbereidde. Hij werd gekozen als lid van de Tweede Nationale Vergadering, nam deel aan de staatsgreep gepleegd door de radicale unitarissen op 22 januari 1798. Hij was ook lid van de commissie die in 1798 de Grondwet ontwierp. Konijnenburg nam een leidende positie in binnen de Remonstrantse Broederschap, maar raakte in eigen kring omstreden door zijn theologische geschriften en zijn politieke keuze in 1798. Sinds 1805 was hij actief in een leidinggevende rol als vrijmetselaar in Amsterdam en Nederland. Jan Konijnenburg publiceerde een aantal historische en literaire werken.
Meer auteurs uit remonstrantse kring leenden de hand aan de Republikein, zoals Gerbrand BRUINING (1764-1833), remonstrants predikant en publicist. De ‘Lierzang’ in nr. 45 (ondertekend met ‘N.G.B.’) en de ‘Lierzang bij de scheiding tusschen Kerk en Staat’ (ondertekend ‘Gerbrand.N.B.’) zijn van zijn hand.
Andere remonstrantse auteurs waren Cornelis Willem WESTERBAAN (1764-1832), remonstrants predikant te Utrecht (nr. 101) en Cornelius ROGGE (1761-1806), remonstrants predikant te Leiden (nr. 131). Waarschijnlijk werkte diens Leidse collega Boudewijn VAN REES (1753-1825), evenals Rogge, mee aan de financiële paragrafen van het blad.
Gerbrand Bruining vermeldt in zijn Herinneringen met betrekking tot de omwentelingen in kerken staat gedurende zijn levensloop (Dordrecht 1830) Konijnenburg als redacteur en zichzelf als informant over ‘de Friese kwestie’, politieke spanningen tussen radicalen en gematigden in Leeuwarden.

Inhoud
Het blad was de spreekbuis van de radicale patriotten (de radicale unitarissen). Deze ijverden voor de één en ondeelbare Republiek in plaats van een federaal staatsverband. De samenvoeging van de schulden der gewesten, de nieuwe constitutie en de sociale politiek waren belangrijke onderwerpen van bespreking. Deze onderwerpen behoorden tot de hoofdthema’s van het blad: de constitutie komt ter sprake in 35 afleveringen, de financiën van Holland in 18 lange artikelen.
Ook de inrichting van een Nationale Vergadering, de scheiding van kerk en staat en de politieke vorming van de lezers keren regelmatig als onderwerp terug.
Doorgaans bevat de Republikein essays en politieke commentaren. Andere literaire vormen zijn de (gefingeerde) brief en het antwoord, soms een dialoog, soms een satire zoals de ‘Thermometer van kerk en staat’ in nr. 157. Driemaal verschijnt een lang gedicht.
Het blad richt zich op een algemeen lezerspubliek en wordt breed verspreid in de Republiek. Een reactie op nr. 165 vindt men in Aan den redacteur van het weekblad De Republikein (Amsterdam, H. Gartman 1797).

Relatie tot andere periodieken
In zijn afscheidswoord van nr. 176 spreekt ‘De Republikein’ als personificatie van het gelijknamige blad zich uit over zijn opvolger: het tijdschrift De Democraten (1796-1798)geredigeerd doorWillem Anthonie Ockerse en Isaac Gogel.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 3166 E 8-10
¶ Full text deel 1deel 2 en deel 3

Literatuur
¶ S. Vuyk, ‘De republikein van Jan Konijnenburg’, in: P. van Wissing (red.), Stookschriften, pers en politiek tussen 1780 en 1800 (Nijmegen 2008), p. 217-230
¶ S. Vuyk, ‘Pleidooien voor de scheiding van kerk en staat. Teylers Godgeleerd Genootschap en de prijsvraag van 1795’, in: E.G.E. van der Wall en L.Wessels (red.), Een veelzijdige verstandhouding, Religie en Verlichting in Nederland 1650-1850 (Nijmegen 2007), p. 348-357
¶ S. Vuyk, De verdraagzame gemeente van vrije christenen. Remonstranten op de bres voor de Bataafse Republiek (Amsterdam 1995), p. 222-257.

Simon Vuyk