Scheikundige Bibliotheek (1791-1798)

Titelbeschrijving
Scheikundige Bibliotheek, waar in de voornaamste nieuwe ontdekkingen en verbeteringen, welke in de scheikunde van tyd tot tyd gedaan worden, kortelyk worden voorgedragen; door een gezelschap van beminnaaren deezer Weetenschap. 

Periodiciteit
Het blad verscheen al in 1791, zo blijkt uit de Leydse Courant van 20 juli 1791 waarin geadverteerd wordt voor het tweede stuk van deel 1. Het katern met titelpagina en voorwerk van dit eerste deel is in 1792 verschenen. Op de titelpagina van deel 2 prijkt het jaartal 1798. De auteur lijkt zich om een regelmatige frequentie niet te hebben bekommerd. In de ‘Voorreden’ spreekt hij over ‘nooit meer dan drie stukjes in een jaar’ (p. IX). In totaal verschenen 7 afleveringen, gebundeld in twee delen.
In het ‘Nabericht’ van deel 2 (d.d. 1 augustus 1798) zeggen de schrijvers in hun arbeid veel tegenspoed te hebben ondervonden: ‘overkropte bezigheden, afgelegenheid der drukpers, weinige hulp van anderen, te leurstelling van beloofde’. Bovendien was P.J. Kasteleijn, die zij als hun voorganger beschouwden, weer met zijn Chemische en Physische Oefeningen begonnen, hetgeen de Scheikundige Bibliotheek in zekere zin overbodig maakte (p. 317).
Nadat de ‘twee delen compleet’ waren uitgekomen, verscheen er een prospectus. De bedoeling van de ‘verzaamelaars’ was het werk voort te zetten, zij het dat ze nu wegens tijdgebrek genoodzaakt waren hun redactionele werk tijdelijk te staken.

Bibliografische beschrijving
In octavo, met platen. De afleveringen (‘stukken’) hebben in het titelblok slechts een short title; hun volgnummers is alleen uit de inhoudsopgave af te leiden. De artikelen zijn binnen het deel doorlopend genummerd.
Deel 1 telt X (titelpagina en ‘Voorreden’) + VIII (inhoudsopgave) + 276 doorgenummerde pagina’s. Deel 2 heeft VIII+ 320 doorgenummerde pagina’s.
Hieronder volgt een afbeelding van het prospectus.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina meldt: ‘Te Delft, By M. Roelofswaert’.
Het prospectus noemt als prijs voor beide delen ƒ 4:6; deel 1 kon niet meer afzonderlijk worden aangeschaft; deel 2 wel en kostte ƒ 2:6. Ook kon men de vier afleveringen van deel 2 apart kopen, voor de prijs van resp. 14, 14, 12 en 6 stuivers. Dat de prijs per aflevering sterk varieerde, blijkt ook uit genoemde advertentie in de Leydse Courant waar nr. 2 voor 12 stuivers werd aangeboden.
Er bestaat van de Scheikundige Bibliotheek een tweede druk, uitgegeven te Amsterdam bij Lodewijk van Es, 1807.

Medewerkers
De ‘verzaamelaars’ zijn blijkens de titel leden van een ‘gezelschap van beminnaaren deezer weetenschap’. Centraal in dit gezelschap stond volgens de Algemeene Konst- en Letter-Bode (1829, p. 341) Abraham VAN STIPRIAAN LUISCIUS (1753-1829), geneesheer te Delft. Daar was hem in 1789 de post van lector in de scheikunde opgedragen. Van Stipriaan behoorde ook tot de kernredactie van het Geneeskundig Magazijn (1801-1815).
De Scheikundige Bibliotheek bevat relatief veel bijdragen van de in Engeland werkzame arts en bioloog Jan INGENHOUSZ (1730-1799).

Inhoud
In de Voorreden wordt gememoreerd dat het vroeger met de wetenschapsbeoefening alles beter was en dat het nu de Duitsers zijn die op het wetenschapsgebied scheikunde excelleren. Toch zijn de onderzoeksresultaten van Nederlandse scheikundigen niet mis te verstaan, maar die moeten beter voor het voetlicht worden gebracht. Bovendien kan het wetenschappelijk niveau worden verhoogd wanneer Nederlandse vakgenoten op een gemakkelijke manier kennis kunnen nemen van buitenlandse uitvindingen.
Het blad bevat nieuws over de scheikundige ontdekkingen in Frankrijk, Duitsland en Engeland, en geeft informatie over de toepassingsmogelijkheden hiervan, in het bijzonder ‘in de Genees-Artzenymeng- en Handwerks-konsten’ (prospectus, p. 2). Nu eens zijn het vertalingen, dan weer is het oorspronkelijk werk van Nederlandse auteurs. In de Voorreden geven de auteurs toe zich weinig gelegen hebben laten liggen aan een ordening van de artikelen. Er zijn dan ook geen rubrieken; alle bijdragen zijn ongeacht welk logisch verband dan ook achter elkaar geplaatst.
Onderwerpen zijn de werking van pepermuntolie (een waarneming van de Franse apotheker en latere uitvinder van de kinine, P.J. Pelletier), James poeder (een analyse van de Franse bergbouwkundige J.H. Hassenfratz), destilleerstof (door de Rotterdamse geneesheer G.G. ten Haaf), waarnemingen over de ademhaling bij wormen (door de Franse chemicus en ontdekker van het element beryllium N.L. Vauquelin) en decompositie van wijngeest (door de Nederlandse chemicus en bouwer van een van de grootste elektriseermachines M. van Marum).

Relatie tot andere periodieken
De Chemische en Physische Oefeningen (1793-1797) van Kasteleijn werden als voorloper beschouwd. De Scheikundige Bibliotheek kreeg zelf als vervolg de Nieuwe Scheikundige Bibliotheek (1799-1802).

Exemplaren
¶ Leiden, Bibliotheek Museum Boerhaave: f nchv 90 a,b
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: KVB CAHAIS 1800-1803:25 (prospectus) en UBM 642 C 15/16 (2e druk)
¶ Full text deel 1 (2e druk)

Rietje van Vliet