Surinaamsche Artz (1786-1788)

Titelbeschrijving
De Surinaamsche Artz. Door J. Voegen van Engelen Med. Doct. & Lect. Art. Obstetr. Eerse [sic] stuk.

Periodiciteit
Tweewekelijks blad in octavo, dat maandags verscheen van 18 september 1786 tot in ieder geval 13 november 1786, en wat de nrs. 8-13 betreft (blijkens opgave van dat jaartal in de colofon) in 1788. In totaal zijn er 13 afleveringen verschenen.
Begin nr. 8 wordt gezegd dat de vertogen ‘lang achtergebleven’ zijn, omdat de geest niet willig was. Op de laatste bladzijde wordt opgemerkt dat het eerste ‘stuk’ nu beëindigd is, maar dat men straks zal kunnen intekenen op een tweede stukje, waarin de gezondsheidsregelingen in deze gewesten zullen behandeld worden. Van dit vervolg is niets bekend.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering telt 8 bladzijden en begint met titel, datumaanduiding en een motto (vaak enkele dichtregels van de auteur zelf). Soms volgt een onderwerpsregel. Dit alles althans t/m nr. 5. De nrs. 8-13 hebben slechts titel en nummeraanduiding.
De tot ‘stuk’ gebundelde afleveringen beslaan in totaal 106 pagina’s. Zij worden voorafgegaan door een titelpagina en besloten met een ‘Bladwyzer’. Op de titelpagina vindt men het algemene motto: ‘Qualis Apes aestate nova per florea rura Exercet sub sole labor. VIRGIL.’ (vert. Zoals het werk de bijen geen rust laat aan het begin van de zomer onder de zon in de bloemrijke beemden).

Boekhistorische gegevens
Op de titelpagina staat vermeld: ‘Paramaribo Gedrukt by W.H. Poppelmann, ter Gepriviligeerde Drukkery der Ed. Directie en ’t Land. 1788’. Dit wordt herhaald in de colofon van elke aflevering. Daar wordt in de eerste afleveringen tevens gezegd dat de ‘Intekening op dit Tydschrift’ nog open is, ten huize van de schrijver, of bij Mozes Abraham Levy.
Een bericht van intekening (ƒ 10 voor een jaargang) is geplaatst in de Algemeene Genees- Natuur- en Huishoud-Kundige Jaarboeken van 1786.

Medewerkers
De auteur Jacob VOEGEN VAN ENGELEN (1755/1756-ca 1804) is de zoon van de bekende doopsgezinde predikant en schrijver Cornelis van Engelen. Hij studeerde medicijnen en publiceerde op dat terrein. Na aanvaarding van een (onduidelijk) lectoraat in Suriname, vertrok hij daarheen in 1785 of 1786.

Inhoud
Waarschijnlijk het eerste medische tijdschrift in Midden- en Zuid-Amerika. Nr. 1 geeft een inleiding over het doel en de opzet. Het zal gaan over het klimaat, de land- en luchtstreken van deze gewesten; de invloed van weer en licht op inwoners en planten. In tegenstelling tot zijn ander wetenschappelijk werk kiest de schrijver in dit blad voor een ‘paragrafische’ schrijfwijze, zodat de lezers onpartijdig kunnen oordelen (p. 4).
In de eerste negen afleveringen is uitsluitend de auteur aan het woord. Hij informeert en instrueert over geografie, biografieetc., met verwijzingen naar wetenschappelijke studies. In de afleveringen van 1788 neemt hij echter brieven van lezers op (mevr. M.N., B., J.P. Mazer, Jaques Docher) en beantwoordt die. Hierin is men concreter over praktische regelingen voor de gezondheid in Suriname, de medische toestand aan boord van schepen naar de west, enzovoorts.

Exemplaren
¶ Facsimile (zie hieronder) dat volgens p. VIII gebaseerd is op het exemplaar in de Amerikaanse National Library of Medicine (Bethesda, Maryland). Aan het gebruikte exemplaar ontbreken: eind nr. 5, en de nrs. 6-7 in hun geheel.

Literatuur
¶ Carl Haarnack, ‘De Surinaamsche Artz (1786)’, op weblog Buku – Bibliotheca Surinamica ~ A blog about books on Suriname & more (7 februari 2014)
¶ Angelie Sens, ‘Eerstelingen van Surinaamsche couranten’. De vroege Surinaamse pers, 1774-1816′, in: Archie Sumter e.a. (red.), K’ranti! De Surinaamse pers, 1774-2007 (Amsterdam 2008), p. 15-35
¶ J. Voegen van Engelen, De Surinaamsche artz 1786-1788, ed. G.A. Lindeboom (Amsterdam [1982]) (Uitgaven van de natuurwetenschappelijke studiekring voor Suriname en de Nederlandse Antillen 109), p. 1-7
¶ G.A. Lindeboom, ‘Geschiedenis der Geneeskunde. Jacob Voegen van Engelen, medisch journalist; De Surinaamsche Artz’, in: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 125 (1981), p. 1044-1049

André Hanou