Texelsche Lijst (1754-ca. 1850)

Titelbeschrijving
De exacte titel is niet bekend.

Periodiciteit
De opgegeven jaartallen zijn slechts een indicatie. Het vroegste bewijs voor het bestaan van deze lijst dateert van 1754. In de negentiende eeuw is de Texelsche lijst nog steeds een begrip, getuige bijvoorbeeld de vermeldingen in Het leven van Hillegonda Buisman (1814) van Adriaan Loosjes Pzn en De lotgevallen van Ferdinand Huyck (1840) van Jacob van Lennep.

Inhoud
Berichten over in- en uitvarende schepen en zeetijdingen (onder andere rampen), bestemd voor iedereen die iets met de zeevaart van doen heeft. Wolff en Deken beschrijven in hun Willem Leevend (1784) een jongeman wiens vader een zeekapitein is die ‘niets dan de Texelsche lyst en de Couranten’ leest (deel 1, p. 103).
Naar aanleiding van een missive van de agent van Marine d.d. 31 oktober 1798 besloot het Uitvoerend Bewind de agent van Inwendige Politie op te dragen ervoor te zorgen dat de kranten en de Texelsche lijst niets zouden publiceren over het uitzeilen van Nederlandse schepen en vaartuigen uit de verschillende havens of over het inschepen van troepen. Ook op 26 juli 1799 moest de Texelsche lijst er het zwijgen toedoen als oorlogsvaartuigen zouden uitzeilen.

Bronnen
Den Haag, Nationaal Archief: toegang 3.20.30.01, Archief familie Le Jeune, inv.nr. 27: Brief van D. Ennema te Hoorn over het uithangen van de Texelse lijst bij een posthouder-koffiehuishouder te Hoorn, 1754.

Literatuur
¶ H.T. Colenbrander, Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840, deel 3-2 (Den Haag 1907), p. 1026
¶ W.P. Sautijn Kluit, ‘Geschiedenis der Nederlandsche dagbladpers’, in: Bijdragen tot de geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel, deel 7 (Amsterdam 1896), p. 251.

Rietje van Vliet