Tijdschrift voor Natuurkundige Wetenschappen en Kunsten (1811-1812)

Titelbeschrijving
Tijdschrift voor Natuurkundige Wetenschappen en Kunsten.

Periodiciteit
Er zijn slechts 2 afleveringen verschenen, in 1811 en 1812. Het prospectus verscheen al in februari 1810, zo blijkt uit de advertentie in de Rotterdamse Courant van 8 februari 1810. Het duurde bijna een jaar voordat nr. 1 uitkwam: voor die aflevering werd geadverteerd in de Rotterdamse Courant van 13 december 1810. Saakes noemt nr. 1 in zijn Naamlijst van 1811 (p. 204) en nr. 2 in de Naamlijst van 1813 (p. 353).
Vermoedelijk waren de politieke constellatie en de strenge censuurwetgeving debet aan het korte bestaan van het blad.

Bibliografische beschrijving
Het eerste stuk bevat 1-144 pagina’s in groot octavo (met één plaat), het tweede stuk telt p. 145-352 pagina’s (met twee platen). De inhoudsopgave staat steeds op de voorzijde van het papieren omslag. Het bestudeerde (digitale) exemplaar bevat geen titelblad of titelblok.

Boekhistorische gegevens
Gedrukt en uitgegeven door Johannes van der Hey te Amsterdam.
Prijs voor nr. 1 bedroeg blijkens opgave bij Saakes ƒ 1:4. Voor nr. 2 moest ƒ 1:10 worden neergeteld.

Medewerkers
Het tijdschrift is opgericht door Caspar Georg Carl REINWARDT (1773-1854), die in 1787 als apothekersleerling vanuit Pruisen naar Amsterdam was gekomen. Hij werd in 1800 aangesteld tot hoogleraar aan de Harderwijkse Hogeschool. Acht jaar later verzocht koning Lodewijk Napoleon hem directeur te worden van een aan te leggen plantentuin met diergaarde en natuurhistorisch museum. In 1810 werd hij buitengewoon hoogleraar in de scheikunde en de artsenijbereidkunde, en gewoon hoogleraar in de natuurlijke historie te Amsterdam.
De artikelen zijn lang niet allemaal ondertekend. Bekend is dat Jacob VOSMAER (1783-1824), geneesheer te Haarlem, twee bijdragen heeft geleverd (over kina, wilgenbast en koffie; en over suiker en stijfsel). De prefect van Friesland Adriaan Gilles CAMPER (1759-1820), tevens zoöloog en paleontoloog, schreef over de classificatie van hagedissen en slangen. Petrus DRIESSEN (1753-1828), Gronings hoogleraar in de scheikunde, leverde natuur- en scheikundige waarnemingen. Het artikel over de unster van Aristoteles was geschreven door Johannes Pieter VAN CAPELLE (1783-1831), die in 1815 aan het Athenaeum te Amsterdam hoogleraar zou worden in de Nederlandse taal- en letterkunde, later ook in de vaderlandse geschiedenis.
Ook staan er vertalingen in, bijvoorbeeld een artikel over paarden met mensenhanden, door de Göttinger hoogleraar S. Beckmann.

Inhoud
Het merendeel van de twee afleveringen wordt in beslag genomen door artikelen, gevolgd door een boekbespreking. Aan het einde volgen enkele berichten over prijzen, overlijdensgevallen, ontdekkingen, nieuwe genootschappen en excerpten uit buitenlandse wetenschappelijke bladen.
Een uitgebreide bespreking van nr. 2 staat in deel 2 van de Jaarboeken der Genees-, Heel- en Natuurkunde (Amsterdam 1814) van het genootschap Arti Salutiferae. Na eerst een wat bezorgde opmerking over de vertraging van de besproken aflevering, volgt een positief oordeel: ‘wij vleijen ons met grond, dat dit plantje op onzen vaderlandschen bodem genoegzaam wortel zal schieten, te meer daar de Redacteur voortgaat zijne belangrijke mededeelingen in dit stuk [=nr. 2] te vervolgen’ (p. 129-133).

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek (Artis): 242: ZKW Gal.10:0557 (nrs. 1-2)
¶ Full text nr. 1 en nr. 2

Rietje van Vliet