Toverlantaarn! ô Zoo mooi! Fraai curieus (1799-1800)

Titelbeschrijving
Toverlantaarn! ô Zoo mooi! Fraai curieus.

Periodiciteit
Op 26 november 1799 wordt in de Rotterdamse Courant geadverteerd dat nr. 1 van de Toverlantaarn vanaf vrijdag (29 november) in Rotterdam ‘en vervolgens in de Buitensteden’ te koop zal zijn. Het weekblad zal in het vervolg op woensdag uitkomen. Tussen de nrs. 12 en 13 is er enige vertraging geweest: de ‘man met de Toverlanterne, hy wel vraak de hartelyke excuse, dat hy niet is kekoom op zyne tyte’ (p. 97).
Er zijn in totaal 15 nrs. verschenen, zo blijkt ook uit Saakes’ Naamlijst van december 1800 (p. 191).

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 8 pagina’s in octavo.

Boekhistorische gegevens
Volgens Saakes’ Naamlijst van december 1799 (p. 100) is het blad uitgegeven te Rotterdam, bij J.D. Demelinne. Achterin elke aflevering worden de volgende verkoopadressen genoemd:

te Amsterdam, by C. Romein; Alkmaar, Molkman; Zaandam, van Aaken; ’s Bosch, Palier en Zoon; Haarlem, Beets; Leyden, Coster; Rotterdam, Demelinne, Bal, Tuinzing, enz. Schiedam, Sweben; Dordrecht, de Haas; Utrecht, Wed. Terveen; Arnhem, Nyhof; Middelburg, Gillissen; in den Haag, van Drecht; en voorts alöm.

Prijs per aflevering: 1 stuiver.

Medewerkers
Niet alleen de Rotterdamse uitgever Demelinne, maar ook de opvallend grote aandacht voor Rotterdamse gebeurtenissen doet vermoeden dat de anonieme auteur in Rotterdam moet worden gezocht.

Inhoud
In genoemde advertentie wordt de inhoud van dit satirische tijdschrift als volgt beschreven:

Dit Blad, hetwelk als een Weekblad zal worden ingericht, zal, op de kluchtigste wyze, de landing der Engelschen en Russchen, en hetgeen daaruit is voortgevloeid, op de naauwkeurigste wyze vooreerst beschryven; en datgeen verder door de Toverlantaarn doen zien, wat voor velen nog verborgen is.

Een ‘Lieremanne’ bedient de toverlantaarn en geeft in gebroken Nederlands, met zwaar Frans accent, toelichtingen op de vertoonde plaatjes. Aanleiding is de Brits-Russische expeditie naar Noord-Holland, van 27 augustus tot 19 november 1799, tijdens de Tweede Coalitieoorlog tegen het revolutionaire bewind in Frankrijk (1799-1802). Het doel was onder meer om vanuit het noorden druk uit te oefenen op de Fransen, de Bataafse vloot uit te schakelen, die ondanks de verloren Slag bij Kamperduin (1797) een bedreiging vormde voor de Engelsen, en in de Republiek weer plaats te maken voor de prins van Oranje. De Engelsen en Russen vertrouwden erop dat het merendeel van de Nederlandse bevolking hun invasie zou steunen.
De Lierman is bepaald geen voorstander van de Engelsen en Russen, die vergezeld van de erfprins van Oranje het Bataafse volk kwamen ‘bevrijden’. Hij is duidelijk de Bataafse zaak toegedaan, al levert hij terloops ook kritiek op het Vertegenwoordigend Lichaam. Er klinkt verder kritiek op de laffe patriotten van weleer, die de oproep van de regering om als volontair het land te verdedigen, hebben genegeerd.
De schrijver is goed geïnformeerd over de gebeurtenissen. De slag bij Castricum wordt in detail beschreven (nrs. 8-11), net als de bestandsonderhandelingen (nrs. 11-12). Nr. 15 is gewijd aan ‘de superbe begraafnisse van d’Enkelsmanne: hy keloof dat de vertooninke zal zyn aankenaame, ô zoo aankenaame’ (p. 113).

Relatie tot andere periodieken
De Toverlantaarn behoort tot de reeks satirische toverlantaarn- en rarekiekgeschriften die vooral in de jaren ’80 populair waren. Er wordt de draak gestoken met de militaire deskundigheid van J.C. Hespe, redacteur van de Politieke Blixem: ‘want hy is de kundike militasre, ô zo kundike, zo kundike, als er maar zyn weinike’ (p. 101).

Exemplaren
STCN 300942311
Full text

Literatuur
¶ Erik Jacobs, Hartslag van een revolutie. Pers en politiek in de Bataafse Republiek (1795-1802) (diss. UvA 2020)
¶ Ivo Nieuwenhuis, Onder het mom van satire. Laster, spot en ironie in Nederland, 1780-1800 (Hilversum 2014)
¶ S.J. de Groot en A.H. Huussen jr., ‘De Toverlantaarn: een satirisch tijdschrift over de inval der Engelsen en Russen in Noord-Holland, 1799-1800’, in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 18 (1999), p. 3-21.

Rietje van Vliet
update 24-9-2023