Twaalf Redeneeringen over Nuttige Muzikaale Onderwerpen (1756)

Titelbeschrijving
¶ Overkoepelende titel: Twaalf Redeneeringen over Nuttige Muzikaale Onderwerpen, verhandelende: 1) Algemeene beginselen; 2) Het waare oogmerk van ’t ut re mi enz. 3) De grondtoonen der Kerkpsalmen; 4) [sic] 5) Het regte gebruik van zangmuziek; 6) Den oorsprong der zangkonst; 7) Het wezen der Muziek; 8) Den muzikaalen smaak; 9) De muzikaale dichtkunde; 10) Een nieuw intervallen-systeem; 11) De muzikaale harmony, en 12) De volmaakte behandeling der Kerkzangen. Verrykt met eenige Aanhangzelen, die den tegenwoordigen staat der Muziek bevattelyk maaken; met 20 Cierlyke op Koper gesnedene Nooten-Plaaten, en met een volledig Register. Ten onderzoek van Kenners, ter verlustiging van Geoefende en ter onderrigting van onkundige weetgierige Muziek-liefhebbers, meerder klaar- en bevalligheids-halve in de form van Maandelyksche Samenspraaken.
¶ Verkorte titel afleveringen: Samenspraaken over Muzikaale Beginselen. 

Periodiciteit
Van dit maandblad verschenen 12 nrs. In de Leydse Courant van 5 januari 1756 werd geadverteerd voor het eerste ‘stukje’.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering (in groot octavo) bevat 48 doorgenummerde pagina’s (incl. eigen titelpagina). Ze zijn gebundeld als deel, dat wordt voorafgegaan door een Voorrede (p. 3-6) en afgesloten met een Register (33 ongenummerde pagina’s). Er zijn 20 uitvouwbare muziekbladen toegevoegd (‘kooper graveerde nootentabula’s’).
De overkoepelende titelpagina is versierd met een vignet, bestaande uit twee vogels aan weerszijden van een bloemenvaas. De titelpagina’s van de afleveringen hebben een ander fleuron als het vignet. Op de versozijde staat een fondslijstje van de drukker-uitgever. Op de derde pagina staan short title, volgnummer van de samenspraak en het thema (bijvoorbeeld: ‘EERSTE SAMENSPRAAK. Over de MUZIEK en de MUZIEKKUNDE in ’t gemeen’). Pas daarna begint de tekst zelf.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de titelpagina meldt: ‘te Amsterdam, By A. Olofsen, Boek- en Muziek-Verkooper in de Gravestraat’. Volgens genoemde advertentie in de Leydse Courant was het tijdschrift ook verkrijgbaar ‘in de 7 voornaamste Provincie-Steden by de Organisten en Muzykmeesters’.
Prijs per aflevering: 6 stuivers. Wel hield Olofsen nog een slag om de arm: ‘zoo ’er geen Plaaten in komen’.
Over de vervaardiging van de platen wordt de lezer ingelicht in de Samenspraaken zelf. Olofsen schrijft in een Naberigt

dat door het Overlyden van den Koperen Plaat-Slyper Jan Rijken, groot groot gebrek is geweest tot behulp der gemelde Slypinge, zo heeft den Drukker dezes verzogt aan den voor dezen voor Witvogel en anderen Muziek- en Plaat-Drukkers de extraordinaire Koopere Plaat-Slyper C. Koek, die dan ook nevens zyn Zoon dezelve hebben opgevat, en by provisie begonnen by gemelde Olofson, iemand benoodigd daar van zynde, om dezelve te laaten Slypen, adresseere zich by den Drukker dezes. (p. 48)

Medewerkers
De titelpagina geeft aan dat de afleveringen zijn ‘opgesteld door J.W. Lustig, Organist te Groningen’.
Jacob Wilhelm LUSTIG (1706-1796), leerling van Telemann en Mattheson, was gedurende zijn hele werkzame leven organist van de Martinikerk te Groningen. Hij was niet alleen een talentvol musicus, ook heeft hij dankzij zijn talrijke geschriften over muziek en zijn vertalingen van Duitse muziektheoretici zijn stempel kunnen drukken op de muziekwetenschap en muziekfilologie in de Republiek. In 1754 vertaalde hij het Versuch einer Anweisung die Flöte traversiere zu spielen (1752) van de Duitse fluitist en componist Johann Joachim Quantz.

Inhoud
De Samenspraaken over Muzikaale Beginselen is het eerste muziektijdschrift in Nederland. Omdat het nogal droge kost is, zo schrijft Lustig in de Voorrede, heeft hij gekozen voor de inmiddels beproefde formule van de publieksvriendelijke samenspraak.
Musander, de onderwijzer, en Aurelia, een leergierige muziekliefhebster (in nr. 2: Musander en Seigneur Be-mol), bespreken allerlei muziektheoretische onderwerpen, variërend van altsleutels, grondtonen in psalmen, tot muzikale smaak, harmonie en muzikale dichtkunde (zie de inhoudsopgave in de titel). Lustig beklemtoont hierin de kerkelijk-religieuze betekenis van de toonkunst maar zegt ook dat muziek bedoeld is om ‘Verlustiging of Beweeging des Menschelyken gemoeds’ op te wekken (p. 333). Door zich een voorstander te tonen van de affectenleer breekt hij met de theocentrisch georiënteerde muziekopvattingen, die dankzij de orthodoxie nog altijd opgang deden. Ook toont hij zich een bestrijder van de muzikaal-mathematische muziekopvattingen uit zijn tijd.
De samenspraak wordt altijd gevolgd door de rubriek ‘Aanhangzel’ of ‘Muzikaale Nieuwigheeden’. Anders dan de samenspraken, die louter oorspronkelijk werk van Lustig lijken te bevatten, zijn in deze tweede rubriek veel vertalingen opgenomen. Zijn bronnen zijn onder andere de Musikalische Ehrenpforte (1740) van zijn vroegere leermeester Johann Mattheson, de Musikalische Bibliothek (1736-1754) van Lorenz Christoph Mizler, en de Historisch-Kritische Beyträge zur Aufnahme der Musik (1759-1778) van Friedrich Wilhelm Marpurg.
In deze rubriek vindt men uitvindingen (een componeerautomaat, de pianoforte), biografieën (Lully, Quantz), orkestbezettingen (georiënteerd op Berlijn en Parijs), de cast van opera’s (incl. dansers) en een uitgebreid overzicht van opvoeringen ‘van de Opera en van ’t Concert Spirituel te Parys’ (nrs. 6, 10, 11). Verder wordt een bijdrage geleverd aan het internationale debat over de al dan niet aanwezige superioriteit van Franse muziek (nrs. 6, 7, 8, 11). Jean Jacques Rousseau had in zijn Lettre sur la musique française de stelling geponeerd dat het Italiaans – want klankvol, harmonisch en wel geaccentueerd – als enige taal geschikt was om gezongen te worden.

Relatie tot andere periodieken
Als voorbeeld heeft gediend het Duitse muziektijdschrift Critica Musica (1722-1725) van Johann Mattheson.

Exemplaren
STCN 261988514
Full text

Literatuur
¶ T. Jongenelen, ‘De volmaakte Hollandse broodschrijver Jan Willem Claus van Laar’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001), p. 108
¶ Els Strategier, (Amsterdam 2001)
¶ T. van Huffelen, ‘Het muziektijdschrift “Amphion” (1818-1822)’, in: Tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis 42 (1992) 1, p. 37-58
¶ H. J. M. Muller, ‘Over de muziekopvatting van Jacob Wilhelm Lustig’, in: Revue Belge de Musicologie / Belgisch Tijdschrift voor Muziekwetenschap 3 (1949), 2, p. 90-104
¶ J. du Saar, Het leven en de werken van Jacob Wilhelm Lustig, organist te Groningen (geboren 1706, overleden 1796) (Amsterdam 1948)
¶ J.W. Enschedé, ‘Arnoldus Olofsen, muziekuitgever te Amsterdam in 1755’, in: Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis 8 (1905) 1, p. 45-56.

Rietje van Vliet