Uitgezochte Genees- en Heelkundige Verhandelingen en Waarnemingen (1773-1774)

Titelbeschrijving
Uitgezochte Genees- en Heelkundige Verhandelingen en Waernemingen, Uit de voornaemste buitenlandsche Genootschappen, en andere byzondere Werken van beroemde Schryveren, byéén verzameld, door Albertus Lentfrinck, Med. Doctor, lid van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam. Eerste deels eerste stuk [enz.].

Periodiciteit
Het tijdschrift verscheen volgens het ‘Voorbericht van den Uitgever’ in nr. 1 om de drie maanden ‘of daeromtrent’. De eerste aflevering (‘stuk’) zag eind 1773 het licht, blijkens de advertentie in de Leydse Courant van 31 december 1773. Er zijn slechts twee afleveringen verschenen. De titelpagina’s hebben respectievelijk 1773 en 1774 als jaar van uitgave.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering zou, aldus het Voorbericht, de omvang hebben van ‘12 of 13 vel druks’ in octavo. Eventueel zouden er platen aan toegevoegd worden. Nr. 1 bevat XVI (titelpagina, Voorbericht van den uitgever, inhoudsopgave) + 192 pagina’s.

Boekhistorische gegevens
De titelpagina’s melden: ‘Te Dordrecht, By Pieter van Braem, Stads-Drukker, en te Rotterdam, by Abraham Bothall, Boekverkooper’.
Voor nr. 1 wordt geadverteerd in de Leydse Courant van 31 december 1773: prijs ƒ 0:18.
Omstreeks 1803 verscheen een titeluitgave van het tijdschrift bij J. Hendriksen te Rotterdam: Uitgezochte Genees- en Heelkundige Verhandelingen en Waernemingen. De Algemeene Vaderlandsche Letter-Oeffeningen waarschuwde de lezer in 1804 voor deze editie, ‘die men thans heeft goedgevonden met een nieuw Titelblad en een geelen omslag te voorzien, en als nieuwe kost op te disschen’ (p. 148-149).

Medewerkers
Op de titelpagina staat de naam van de redacteur vermeld: Albertus LENTFRINCK (1738-1778), medisch doctor te Rotterdam en lid van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte. Onder zijn redactie verscheen eerder het Geneeskundig Tydschrift (1767-1770).
In het Voorbericht is sprake van een vriend die had toegezegd voor iedere aflevering meteorologische waarnemingen te zullen geven; deze weerkundige artikelen zijn echter niet aangetroffen.

Inhoud
In het Voorbericht leest men dat na een periode van verval de ‘Genees- en Heelkunde’ zich weer begint te verheffen, dankzij de inzet van geleerden als Boerhaave en Van Swieten, en dankzij de bemoeiingen van diverse geleerde genootschappen. Het doel van dit nieuwe blad is het verspreiden van al deze kennis. Daarbij gaat het vooral om de waarnemingen van buitenlandse geleerden, die nu dankzij Nederlandse vertalingen toegankelijk worden gemaakt.
Voorts zou het blad ook oorspronkelijk Nederlandse bijdragen bevatten, geschreven door Lentfrinck zelf of door ‘Geleerden en Liefhebberen onzer Kunste’. In het tijdschrift zijn echter geen oorspronkelijke artikelen aangetroffen.
Iedere aflevering bevat meerdere waarnemingen, door Lentfrinck voorzien van annotaties. Onderwerpen zijn inenten tegen kinderpokken, behandeling van geelzucht, buikloop, schurft, epilepsie, geslachtsziekte, koliek en kanker. De rubrieksindeling – hoofdstukken, verhalen, waarnemingen, gevallen, proeven, berichten – is onoverzichtelijk.
Delprat acht de Uitgezochte Genees- en Heelkundige Verhandelingen en Waernemingen als ‘zeer onbelangrijk’. In de Hedendaagsche Vaderlandsche Letter-Oeffeningen 1774 (p. 62-63) en 1775 (p. 205-208) wordt bij de opsomming van de inhoud der afleveringen geen oordeel uitsproken. Diverse waarnemingen zijn in hun geheel in de Vaderlandsche Letter-Oeffeningen overgenomen.

Relatie tot andere periodieken
Het tijdschrift is te beschouwen als een voortzetting van Lentfrincks Geneeskundig Tydschrift (1767-1770).
Engelstalige tijdschriften die hem als bron hebben gediend, zijn bijvoorbeeld de Medical Transactions (1772-1820), de Medical and Philosophical Commentaries (1773-1795) en dePhilosophical Transactions (1665-1887). Franse wetenschappelijke tijdschriften waar Lentfrinck zijn materiaal aan ontleende, zijn onder meer het Journal de Médecine (1758-1817), de Mémoires de l’Académie de Dijon (1769-1774) en de Nouveaux Mémoires de l’Académie Royale des Sciences (1770-1786). Ook de Nova Acta Physico-Medica Academiae Caesareae Leopoldino-Carolinae Naturae Curiosorum (1757-1842), van de in Halle gevestigde Duitse academie van wetenschappen, is als bron gebruikt.

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 616 C 26 (nr. 1)
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 87-48 (nr. 1-2; niet bestudeerd).
Ful text

Literatuur
¶ C.C. Delprat, De geschiedenis der Nederlandsche geneeskundige tijdschriften van 1680-1857 (Amsterdam 1927), p. 65-69.

Rietje van Vliet