Uitlegkundig, en Godgeleerd Magazijn (1788-1791)

Titelbeschrijving
Uitlegkundig, en Godgeleerd Magazijn. Van Dirk Cornelis van Voorst, predikant te Hien en Dodewaard. Eerste [enz.] stuk.

Periodiciteit
De auteur wilde zijn werk vervolgen te geven maar kon geen vast tijdstip van verschijnen in het vooruitzicht stellen. In zijn voorbericht bij het eerste aflevering (‘stuk’) zegt hij: ‘Hoe dikwerf ik een stukje van mijn Magazijn leveren kan, wil ik niet bepalen. Van mijn tijd voornamelijk zal dit afhangen’.
Er zijn in totaal vier afleveringen van dit magazijn verschenen.

Bibliografische beschrijving
De eerste aflevering bevat VIII (voorwerk) + 174 + VI (nawerk) pagina’s. Het voorwerk behelst: titelpagina, approbatie van de classis Tiel, en ‘Voorbericht aan den lezer’. Het nawerk bevat ‘Lijst der verhandelde stukken’ en een fondlijst van de uitgever.
Nr. 2 bevat II+ 174 + II(= Lijst) pagina’s; nr. 3 bevat II + 188 pagina’s; nr. 4 bevat II + 176 pagina’s. In de laatste twee afleveringen is de ‘Lijst’ opgenomen in de arabische paginering.

Boekhistorische gegevens
Titelpagina: ‘Te Leyden, Bij A. en J. Honkoop, 1788 [1789, 1790, 1791]’. De prijs van de nrs. 2 en 3 vindt men in Saakes’ Naamlijst van december 1790 (p. 73) en van januari 1791 (p. 77): ƒ 1:16 en ƒ 1:4.

Medewerkers
De schrijver, de gereformeerde predikant Dirk Cornelis VAN VOORST (1752-1833), zou nadien nog een standplaats krijgen te Leiderdorp en vanaf 1796 in Amsterdam. Hij was een nogal sanguin ingestelde figuur, die zich later zelfs zou wagen aan debatten over het kantianisme.
In zijn voorbericht zegt hij bijdragen op prijs te stellen. Van echte medewerkers is echter nauwelijks een spoor te vinden.

Inhoud
In zijn voorbericht stelt de schrijver nogal agressief-polemisch dat men tegenwoordig zegt terug te willen naar de eerste eenvoud van het christendom, maar dat men daarbij vele algemeen aangenomen christelijke stellingen loochent. Hij wil zich daartegen als verdediger opwerpen en de fundamenten van de leer onderzoeken, waarbij én rede én geloof hun deel krijgen.
In zijn teksten doet hij vaak iets anders. De afleveringen bestaan vooral uit kleine onderzoeken naar de betekenis van allerlei bijbelplaatsen, afgewisseld met gesputter over verlichting en verlichters. Hierbij heeft de auteur een duidelijke voorliefde voor de behandeling van vreemdsoortige, ongetwijfeld de intelligentie kwellende, passages; zoals (Ps. 58:10) ‘Eer dan uwe potten den doornstruik gewaar worden, zal hij hem als levendig, als in heten toorn wegstormen’ (nr. 1, p. 16-24).

Relatie tot andere periodieken
In 1792 zal Van Voorst zich aan een weekblad wagen: de Nederlandsche Spectator. Dat kan men als een vervolg beschouwen.

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 601 C 18-21
¶ Full text deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4

André Hanou