Vaderlandsche Land en Zee Courier (1781)

Titelbeschrijving
De Vaderlandsche Land en Zee Courier. Verhandelende in een beknopte Zamenhang, al het Staats- en Oorlogs-Nieuws van Europa en andere Gewesten, doch inzonderheid al het geene ten voornaamste betrekking heeft tot de gesteltenisse onzes Vaderlands, de Commercie, Navigatie en andere takken van bestand. Benevens Aanmerkelyke Zaaken, Byzonderheden, Militaire Promotien zo te Water als te Land, Zeetydingen, Lyst der Opgebragte Scheepen, en andere nuttige Merkwaardigheden. Doormengd met Beredeneerde en Politique Reflectiën.

Periodiciteit
De drie bewaard gebleven maandelijkse afleveringen zijn getuige de vermelding op de titelpagina’s verschenen van januari 1781 t/m maart 1781. Voor nr. 1 wordt geadverteerd in de Naamlijst Rotterdam van Gerrit Manheer over de maand januari 1781.
De inhoud van nr. 3 doet vermoeden dat de schrijver niet meer beschikte over voldoende informatie over de oorlogshandelingen. Dat zou voor hem de reden geweest kunnen zijn om met het blad te stoppen.

Bibliografische beschrijving
Het januarinummer (‘stukje’) bevat II (titel en ‘Bericht’) + 76 (tekst) + II (advertentie drukker) pagina’s in octavo. Het februarinummer bevat II (titel en ‘Bericht’) + 78 (tekst) pagina’s en het maartnummer II (titel, advertentie drukker) + 80 (tekst) + II (advertentie drukker) pagina’s.
Het titelblok bevat alleen de verkorte titel; de datum staat vermeld in de kopregel.

Boekhistorische gegevens
Het blad is uitgegeven ‘Te Rotterdam, By Ary Vis, en Gerrit Manheer. Boekv.’.
De doelgroep bestaat, aldus het ‘Bericht’ voorafgaand aan nr. 1, uit ‘de geenen die eenig belang hebben by den tegenwoordigen Oorlog, tusschen onze Republyk en Groot-Brittannien, ’t zy in den Militaire, ’t zy in den Burgerstand, doch inzonderheid voor die van den Koophandel en Zeevaart’. Ook is het blad als een kroniek bedoeld voor ‘de Nakomelingschap’.

Medewerkers
In het ‘Bericht’ wordt belangstellenden uitgenodigd bijdragen toe te sturen, die steevast geplaatst zullen worden ‘mits het gezondene aan het oogmerk van ’t Onderwerp dezes, kome te beantwoorden’.

Inhoud
De Vierde Engelse Oorlog verliep desastreus voor de Republiek. In januari 1781 werden 200 koopvaardijschepen opgebracht; later zouden de Engelsen Sint Eustatius veroveren – volgens hen een ‘Rovers-nest’ (p. 47) – alsmede een aantal Afrikaanse en Aziatische nederzettingen van de WIC resp. VOC. In augustus 1781 vond de slag bij de Doggersbank plaats.
In de Inleiding van het januarinummer wordt uitgebreid ingegaan op de oorlogsverklaring van de Engelsen aan de Republiek, op 20 december 1780. Vooral de Nederlandse steun aan de Noord-Amerikaanse rebellen tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog wordt verdedigd. De ‘roofzugtige’ Engelsen hadden het volgens de auteur gemunt op de totale ondergang ‘eener Republyk wiens duurgekogte Vryheid zo veele stroomen bloeds aan deszelfs Ingezetenen heeft gekost gehad’ (p. 1-2). Het wordt daarom tijd voor wraakacties.
Er volgt een gedetailleerde analyse van de gebeurtenissen, de diplomatieke betrekkingen, het in stelling brengen van de oorlogsvloot en de economische gevolgen voor kooplieden en reders. Daarbij wordt veel informatie geput uit officiële documenten. Ook worden er concrete voorbeelden uitgewerkt die getuigen van de heldenmoed der Hollandse vissers en de mishandelingen die opvarenden van VOC-schepen door toedoen van de Engelsen moesten doorstaan.
De afleveringen eindigen – mits er plaats voor is – met een paar korte rubrieken. In ‘Aanmerkelyke zaaken en byzonderheden’ vindt de lezer korte mededelingen over brandjes, ongelukken, sterfgevallen, uitvindingen en overstromingen die in de afgelopen maand hebben plaatsgevonden. In de rubriek ‘Promotien en Avancementen zo ter Zee als te Land’ staan de namen van de gelukkigen, in de rubriek ‘Militaire sterfgevallen’ de namen van de betreurde doden. De ‘Zee-Tydingen’ geven de namen van inkomende en uitgaande schepen. Tot slot is er een ‘Nauwkeurige Lyst’ van Hollandse schepen die sinds 18 december 1780 door de Engelsen zijn opgebracht. Het maartnummer bevat ook een ingezonden ‘Merkwaardige Droom’ die inhoudelijk en stilistisch uit de pas loopt met de rest van het blad. Ook de uitvoerige beschrijving van Noord-Amerika heeft weinig van doen met de Engelse Oorlog, hoogstens om de lezer te informeren ‘van welk een groote aangelegenheid het voor de Engelse Natie is, om die Bezittingen niet te verliezen […] (p. 184).
De Vaderlandsche Land en Zee Courier is een goed geschreven blad over de gebeurtenissen op zee aan het begin van de Vierde Engelse Oorlog. De schrijver is goed geïnformeerd, ook over de berichtgeving van Engelse zijde en over wijze waarop Frankrijk, Spanje, Zwitserland, de Oostenrijkse landen, Bohemen, Pruisen, Polen en Rusland betrokken raken bij de strijd. Hij positioneert zich in het maartnummer expliciet tegenover het journaille dat maar wat roept, beledigt en scheldt.

Exemplaren
STCN 232677301
Full text

Rietje van Vliet