Vaderlandsche Onderweizer voor Eenvoudigen (1802)

Titelbeschrijving
Vaderlandsche Onderweizer voor Eenvoudigen.

Periodiciteit
Op 27 februari 1802 wordt in de Nieuwe Haagse Nederlandse Courant geadverteerd voor nr. 2 van de Vaderlandsche Onderweizer. Het blad moet dus begin van die maand een aanvang hebben genomen.
Het is een zaterdags ‘Weekblad’, meldt de adverteerder en ook Saakes kondigt het blad als zodanig aan in zijn Naamlijst in maart 1802 (p. 311). Hij meldt in december 1802 het bestaan van 6 nrs. en dat het blad daarmee ‘compleet’ is (p. 382).

Bibliografische beschrijving
In octavo.

Boekhistorische gegevens
’s-Gravenhage, J. Plaat.
Saakes noemt als prijs van nr. 1 ƒ 0:1:8 (1½ stuiver). De nrs. 1-6 moesten 9 stuivers opbrengen.

Medewerkers
De auteur is volgens opgave van Saakes Jan TELVOOREN, van wie nauwelijks meer bekend is dan dat hij, voormalig kousenkoper en thans procureur te Alkmaar, in 1787 schreef Vrije gedachten over den toestand […] mijns verdrukten vaderland.
In de Delftse Janus van 25 februari 1802 (nr. 84) schrijft Jacob Eduard de Witte van Haemstede over ‘de Vaderlandsche Onderwijzer, en geschreven door den in Alkmaar en in gansch Noord Holland zo befaamden JAN TELVOOREN’. Volgens De Witte van Haemstede, die op het moment van schrijven zelf in detentie zat in Alkmaar, zou ‘een braaf man zich te veel […] vernederen door zich met zo een être gelyk te stellen’ (zie ook nr. 87).

Inhoud
In genoemde advertentie in de Nieuwe Haagse Nederlandse Courant wordt het blad beschreven als

een Weekblad opzettelyk ingericht om den Braven Burgerstand intelichten, wegens de Belangen van het Lieve Vaderland in het algemeen, en die van den Braaven Burgerstand in het byzonder, en tevens alle die zogenaamde Volks voorlichters die veel meer in troebel water zoeken te visschen, de Eer en goede naam van hunne even menschen te schenden, te liegen en te lasteren; in hun Zondags pak de groote Revue te laaten passeeren, en aldus in alle hunne naaktheid en schande voor het oog der door hun misleide Burgers en Ingezetenen ten toon stellen […].

In de Rotterdamse Courant van 6 maart 1802 wordt van nr. 3 gezegd dat die aflevering handelt ‘over de Gelykheid en Ongelykheid der Menschen in hunne Maatschappelyke betrekkingen’.

Relatie tot andere periodieken
Om niet geheel duidelijke redenen vaart De Witte van Haemstede, zelf een notoire boef en schrijver van de Delftse Janus (1801-1802), pagina’s lang uit tegen de Vaderlandsche Onderwijzer. Hij noemt het een ‘schandschrift’, waartegen hij zijn lezers wil waarschuwen: ‘God bewaare ons voor zo een onderwyzer!’. Telvooren zou zelf, op zijn beurt, flink uitgepakt hebben tegen de Politieken Blixem, een tijdschrift van Bernardus Bosch dat door De Witte van Haemstede onder dezelfde titel is geplagieerd.

Exemplaren
Geen exemplaar bekend.

Literatuur
¶ C.W. Bruinvis, Het patriottisme te Alkmaar, 1781-1791 (Alkmaar 1886), p. 109 e.v.

André Hanou
update 14-12-2021