Vervrolykende Momus (1726-1727)

Titelbeschrijving
De Vervrolykende Momus, of Koddige Berisper, opgedragen aan Hans Christoffel Ludeman, Doctor, zonder Promotie. Door W. v. Swaanenburg, Bekend onder den Zinspreuk: Virgilius, zonder Mecaenas.

Periodiciteit
Het blad verscheen wekelijks, op maandag, van 16 december 1726 t/m 22 september 1727. Na nr. 41 moet de auteur zijn journalistieke arbeid wegens ziekte stopzetten.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 8 pagina’s in kwarto. Het onvoltooide werk is doorlopend gepagineerd (p. 1-328). Het wordt voorafgegaan door één ongepagineerd katern (met als signatuur één asterisk), waarin de titelpagina wordt gevolgd door een ‘Opdragt aan Hans Christoffel Ludeman, Doctor, zonder Promotie, Binnen Amsterdam’ en een drie pagina’s tellende ‘Voorreeden Aan den gunstigen Lezer’ ondertekend ‘Uit myn Ziekbedde, den 2. October, 1727’.

Boekhistorische gegevens
Tot Amsterdam, Ao. 1727. Gedrukt voor den autheur, en zyn by hem, en de boekverkopers aldaar te bekoomen’. Het colofon meldt:

Deze Leersaame Tydkortingen, werden tot Amsterdam, voor den Autheur Gedrukt, en Heden, en vervolgens, zonder fout, alle Week, ’s maandags, by Adam Lobé, in de Sint Jans-straat, uytgegeven, en zyn by de Boekverkopers aldaar verder te bekoomen, als ook tot Haarlem, M. van Lee, Delft, R. Boitet, Rotterdam, Korte, ’s Hage, P. van Tol, en P. van der Burg, Leiden, A. Kallewier, Utregt, J. van Poolsum, Zutphen, Rynvisch, Alkmaar, van Beyeren, Hoorn, Beukelman, Middelburg, van Hoeke, en verder by de boekverkoopers in andere steeden.

Met ingang van nr. 23 ontbreekt Adam Lobé in de lijst; het aantal afzetplaatsen wordt allengs minder.
Prijs per aflevering: 10 cent.

Medewerkers
Willem VAN SWAANENBURG (1679-1728) werd op 16 mei 1679 gedoopt te Zutphen, waar zijn vader, Cornelius, de functie bekleedde van conrector aan de Latijnse school. Zijn moeder, Margareta Voster, is afkomstig uit een familie van Amsterdamse goudsmeden. Zij hertrouwde in 1692, zes jaar na de dood van Cornelius, met Samuel Nethenus, de hofpredikant van de graaf van Isenburg te Birstein. Nethenus was een vertegenwoordiger van het gereformeerd piëtisme.
Over de jeugd van Willem van Swaanenburg is niets bekend. In 1714 duikt hij op als acteur in het gezelschap van Jacob van Rijndorp. Twee jaar later verbleef hij temidden van Gelderse landadel als huisleraar van de kinderen van Hendrik van Laer. In die tijd begon hij met het schrijven van gedichten. Hij vestigde zich als schilder te Antwerpen, waar zijn dochter Sofia in maart 1719 werd aangenomen als lidmaat van de hervormde gemeente De Olijfberg.
Van 1722 tot zijn dood op 18 april 1728 woonde Swaanenburg in de Oude Looiersstraat, destijds aan de rand van Amsterdam. In amper vier jaar verschenen daar vier tijdschriften, losse gelegenheidsgedichten naast een poëziebundel, Parnas, of de zang-godinnen van een schilder (1724), en een bijtend pamflet gericht tegen een separatist uit zijn directe omgeving: Hans Christoffel Ludeman, afgerost door zyn eigen harderstaf (1727).

Inhoud
De Vervrolykende Momus is in opzet vergelijkbaar met Arlequin distelateur (1725-1726) en De Doctor, zonder Promotie (1726). De zinnen zijn korter geworden. De kwakzalver Hans Christoffel Ludeman en zijn Britta Beier zijn vrijwel op iedere pagina aanwezig. In de periode dat De Vervrolykende Momus het licht zag, schreef Swaanenburg het pamflet tegen beiden: Hans Christoffel Ludeman, afgerost door zyn eigen harderstaf (1727). Hij keerde zich tegen de gewaande profetes en haar schismatische piskijker die zich voordeden als wedergeborenen, terwijl ze de ware kerk verloochenen met hun boehmistische verdraaiingen van de bijbel.

Exemplaren
STCN 184929369
Full text

Literatuur
¶ Rietje van Vliet, ‘Radicalisering in de Jordaan. De profeet Johan Christophorus Ludeman en zijn vrouwen’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 39 (2016)
¶ Frank van Lamoen, ‘Het losgeraakte spiegelbeeld van Willem van Swaanenburg’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 28 (2005) 1, p. 13-24
¶ Frank van Lamoen, ‘Willem van Swaanenburg’, in: W. van Bunge, H. Krop, B. Leeuwenburgh e.a. (red.), The dictionary of seventeenth and eighteenth-century Dutch philosophers (Bristol 2003), p. 958-959
¶ Frank van Lamoen, ‘Est Deus in nobis! Over Swaanenburg en Ludeman’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001) 1, p. 1-8
¶ Frank van Lamoen, ‘Willem van Swaanenburg (1679-1728), Hermes Trismegistus, en de alchemie’, in: De Nieuwe Taalgids 84 (1991) 1, p. 39-52
¶ André Hanou, Saskia Janssens, Frank van Lamoen e.a. (red.), Een hel vol weelde. Teksten uit het werk van Willem van Swaanenburg (1679-1728) (Assen 1986)
¶ C.M. Geerars, ‘De hermetische filosofie en Willem van Swaanenburg’, in: De Nieuwe Taalgids 62 (1969), p. 177-186
¶ J.P.A. van Alphen, Willem van Swaanenburg achttiende-eeuwer en tijdgenoot (Epe 1966)
¶ E.A. Serrarens, ‘De ratio in ’t gedrang’, in: Tijdschrift voor Taal en Letterkunde 26 (1938), p. 207-220
¶ E.A. Serrarens, ‘Willem van Swaanenburg, een zonderling uit het begin der 18e eeuw’, in: De Gids100 (1936) 4, p. 201-223.

Frank van Lamoen