Verzameling van Brieven en Waarneemingen, betreffende de Vaccine of Koepokken (1801-1802)

Titelbeschrijving
Verzameling van Brieven en Waarneemingen, betreffende de Vaccine of Koepokken.

Periodiciteit
Het blad heeft min of meer de frequentie van een maandwerk, aangezien het voorbericht gedateerd is maart 1801, de titelpagina’s van de eerste zeven afleveringen 1801 in het impressum hebben en de twee overige 1802. Meer zal er ook niet verschenen zijn.
Een en ander is conform de opgave in Saakes’ Naamlijst, die in mei 1801 melding maakt van nr. 1 (p. 226), in december 1801 van de nrs. 1-7 (p. 282), en in mei 1802 van de nrs. 8-9, waarbij het geheel ‘compleet’ verkrijgbaar was (p. 327).

Bibliografische beschrijving
Het geheel (in octavo) bestaat uit voorwerk, en de over de 9 afleveringen heen doorgepagineerde pagina’s 1- 256. De eigen titelpagina’s van de afleveringen zijn niet in die paginering opgenomen.
Het voorwerk bevat slechts de titelpagina. Na titel volgt een titelvignet (instrumenten uit kunsten en wetenschappen) en impressum. De titelpagina’s van de afleveringen geven titel, nummeraanduiding, bij nr. 1 een inhoudsopgave (bij de overige afleveringen staat de inhoud op de versozijde van de titelpagina), en het impressum. Vaak wordt op zo’n titelpagina vermeld dat er nog enkele voorgaande nrs. verkrijgbaar zijn.
In de eerste aflevering bevindt zich een zakelijk voorbericht, gedateerd maart 1801, waarin onder meer verzocht wordt brieven te richten aan de uitgever, ‘en verder aan N.R.F.’
In het laatste nummer is een bladwijzer opgenomen (p. 252-256).

Boekhistorische gegevens
Op de titelpagina staat: ‘Te Haarlem, bij A, Loosjes, Pz. 1802’. Blijkens opgave bij Saakes kostte nr. 1 4 stuivers, nr. 1-7 ƒ 1:11 en nr. 1-9 voor ƒ 2.

Inhoud
Het blad beoogt vooral informatie te geven over mogelijkheden en toepassing van de inenting met koepokken, om zo pokken bij mensen te voorkomen: een vinding uit 1798 van de Engelse arts Edward Jenner (1749-1823).
Het beschrijft de (bij)verschijnselen van het ziekteproces bij de inenting en voert discussie over de voordelen en over de waarde van de argumenten van de bestrijders. Het verzamelt daartoe berichten en statistieken uit heel Europa. Die worden veelal aangeleverd in briefvorm.
Het blad is duidelijk voorstander van het inenten (er waren indertijd in Nederland vele tegenstanders, vooral op religieuze gronden).
De nrs. 1-3 werden besproken in de Letteroefeningen van 1801 (p. 271-272) en in de Letterbode (p. 384).

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 632 B 5:1
Full text

André Hanou