Voor Schoolonderwijzers (1808-1809)

Titelbeschrijving
Voor Schoolonderwijzers. Eene bijdrage tot het verbeterd onderwijs. I. [II.] deel.

Periodiciteit
Ieder deel bevat zes stukjes. Het eerste stukje wordt gemeld in Saakes’ Naamlijst van in januari 1808, met de opmerking ‘zullende dit Tijdschrift geregeld om de twee Maanden vervolgd worden’. De productie verloopt verder regulier. Saakes meldt in december 1809 (p. 94) de verschijning van het complete deel 2 in zes stukjes. Het derde deel verscheen in 1835 in twee stukken.

Bibliografische beschrijving
Deel 1 telt VIII + 192 pagina’s in octavo. Het voorwerk bevat titelpagina, Voorberigt, Inhoud.
Deel 2 telt eveneens VIII + 192 pagina’s. Het voorwerk heeft eenzelfde opbouw.
Elk deel heeft (respectievelijk tegenover p. 48 en p. 4) een uitslaande plaat met afbeeldingen van leermachines (leeskast, ‘typografische machine’).
De stukjes hebben telkens: titel en nummeraanduiding; daarna volgen teksten.

Boekhistorische gegevens
Op de titelpagina’s van beide delen staat: ‘Te Leyden, bij D. du Mortier en zoon. 1808. [1809.]’.
Nr. 1 kostte volgens Saakes 6 stuivers; het complete deel 2 moest ƒ 1:16 opleveren.

Medewerkers
Volgens het Voorberigt van deel 1 waren er vele ‘zenders’ die de redactie ‘het een en ander ter plaatsing deden toekomen’. Herkenbaar wegens hun eigen opgave zijn: A. VALLENDUUK (1778-1854; onderwijzer te Haarlem, later graveur en kantoorbediende), N. ANSLIJN N.Z. (1777-1838; hoofdonderwijzer te Haarlem), P. HAAKMAN (Schiedam), en vooral P.J. DELLEBARRE; verder signeert ene ‘D.v.D.’.
Nicolaas Anslijn redigeerde een derde deel dat in 1835 onder dezelfde titel ook bij Du Mortier uitkwam.

Inhoud
In de inleiding bij het eerste stukje stelt de redactie dat onderwijzers vaak niet goed opgeleid zijn, laat staan dat zij goed geïnformeerd worden. Dat behoeft verbetering. Vandaar de volgende opzet van het blad (die inderdaad in alle stukjes volgehouden wordt en steeds door losse kopjes aangegeven): 1. Leerwijzen. 2. Boekbeoordeelingen. 3. Mengelingen.
De materie gaat vooral over methoden en leerwijzen om zo snel mogelijk te leren lezen; letters, klinkers, medeklinkers enzovoorts te onderscheiden; en de theorie van het onderwijs.
Veel bijdragen uit de rubriek Leerwijzen hebben de vorm van een brief aan de redacteur. In de rubriek Mengelingen staat bijvoorbeeld een bericht over het onderwijs op Pestalozzi’s instituut te Isertem. Verder staan in deze rubriek, naar aanleiding van een geslaagd verzoek van de redactie (deel 1, p. 127-128), soms opgaven van problemen die dan door andere inzenders beantwoord worden.
Het voorbericht van deel 2 merkt op dat het tijdschrift onder deze titel beëindigd zal worden en dat ‘onze arbeid’ in 1810 voortgezet zal worden in de [reeds bestaande] Bijdragen betrekkelijk de Staat en Verbetering van het Onderwijs.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: 680 C 56
¶ Full text deel 1

André Hanou/Pieter van Wissing