Vredebazuin (1783-1785)

Titelbeschrijving
De Vredebazuin.
De eerste aflevering heeft in het titelblok: De Vredebazuin. No. 1. Opgedraagen aan alle de waare Liefhebberen des Vaderlands. Latere afleveringen hebben slechts de short title (plus nummeraanduiding).

Periodiciteit
Van dit weekblad zijn nog 99 afleveringen bekend, lopend vanaf medio april 1783 tot in ieder geval begin 1785. De laatste in de lopende tekst genoemde datum is 23 januari 1785 (p. 643).
Blijkens nr. 15 (p. 119-120, 122) was men van plan het blad op de donderdag te laten uitkomen; dit naar aanleiding van een verzoek van lezers om meer regulariteit. Omdat de afleveringen niet gedateerd zijn, er ook afleveringen met een dubbele hoeveelheid tekst verschijnen, en er samengevoegde afleveringen zijn, is het moeilijk te bepalen welke aflevering precies in welke week verschenen is en wanneer het blad zijn einde vond.

Bibliografische beschrijving
De geraadpleegde band heeft XVIII + 654 (doorgenummerde) pagina’s. De afleveringen bevatten nominaal 8 pagina’s. Het voorwerk bestaat uit de titelpagina en een ‘Berigt voor het eerste deel van de Vredebazuin’. Hoewel er in deze band 99 nrs. zitten, blijkt uit dit Berigt dat het eigenlijke eerste deel 52 afleveringen bevat heeft. De nrs. 53-99 zijn blijkbaar uitsluitend in de losse verkoop verkrijgbaar geweest.

Boekhistorische gegevens
Titelpagina: ‘Te Rotterdam, Bij J. Hofhout, Boekverkoper, 1784’. In de colofons t/m nr. 55 wordt alleen Hofhout genoemd. Vanaf nr. 56 wordt de colofon uitgebreid:

Te Rotterdam, bij J. Hofhout, Amsterdam Bom en Arends, ’s Hage Plaat, de Agé en van Os, Dort de Haas, van Braam en Wanner, Leijden Luzac en van Damme en Pluygers, Gouda vander Klos, Harlingen vander Plaats, Groningen Husing, Hoorn Vermande, Alkmaar Maag, Breda Oukoop, Middelburg van Osch, Gillissen en Abrahams, Goes Huisman, Vlissingen Corbelin, Zirkzee de Kanter, Brielle Verhel, en verder alom bij alle Boekhandelaars in alle Steden. De Prijs is 1 1/2 Stuiver.

Er zijn later kleine wijzigingen.

Medewerkers
Volgens de titelpagina is de Vredebazuin geschreven door ‘Een Genootschap, onder de zinspreuk: Pro Patria, ejusque Pace interna’. In het voorbericht wordt deze in de eerste afleveringen gehanteerde fictie te niet gedaan. Men had voor die fictie gekozen omdat men hoopte daardoor een serieus debat uit te lokken. Echter, het was gebleken dat alle partijen slechts hun eigen bladen wilden lezen.
De Vredebazuin wordt door Van Wissing (p. 339) toegeschreven aan de Leidse advocaat-boekverkoper-publicist Elie LUZAC (1721-1796), maar dit wordt tegengesproken door Klein, die zich beperkt tot het zien van overeenkomsten met de nrs. 6 en 7 van Luzacs Vaderlandsche Brieven (p. 215).
Een enkele keer vindt men bijdragen, meestal ingezonden brieven, met mogelijk ‘echte’ initialen. Het betreft stukjes van K.H., C.D.K., J.L., L., P. te L., H.M.. J.M., J.R., E.A.N.T., J.Z. en Z. Doorgaans echter houden de auteurs zich schuil achter speaking names als J. Onzydig, Jacobus Patrophilus, Eusebius, Jan Zwaarhoofd, L. Knasterblad, Maurus Casimier, Hieronijmus van Langendraaden, en Jaap Dirksze van den Dik (deze laatste is de enige die zich bedient van het ‘boers’ – toch een geliefkoosd orangistisch taalmiddel).
Opvallend is het optreden van Susanna Politiqua, die voortdurend rapporteert vanuit uit een politiek genootschap, uit vrouwen bestaande.

Inhoud
Dit orangistische blad heeft een tamelijk bedaard, erudiet, historisch-onderlegd en intelligent karakter. Het is daarmee een van de weinige orangistische bladen die zich onttrekt aan een volkse atmosfeer. Het verdedigt het stadhouderschap en de voorrechten daarvan, het wenst eerbied voor leden van elke regering, en wil niet meedoen aan hatelijkheden. Het is in staat te discussiëren over de theorie van aristocratie, democratie, en regeringsvormen in het algemeen; en is op de hoogte van de theorievorming daarover bij bijvoorbeeld Calvijn, Rousseau, Linguet.
Het blad is, ondanks een zekere voorkeur voor theorie en voor historische documentatie, gedwongen zich voortdurend bezig te houden met de ontwikkelingen in de realiteit. Veel aandacht krijgen de Vierde Engelse Oorlog, de acte van consulentschap, de positie van Brunswijk, de rekwestenrage, de rellen in Rotterdam, de situatie van de Leidse bakker Trago, de vraag naar de functie van schutterijen, en de reikwijdte van de militaire jurisdictie.
Doorgaans worden de problemen behandeld in de vorm van essays, analyses van nieuwe publicaties, gesprekken en fictieve ingezonden brieven. Naar het einde toe wordt de ruimte steeds meer ingenomen door de publicatie van documenten en stukken.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: O 63-147.
Full text

Literatuur
¶ P. van Wissing, Stokebrand Janus 1787. Opkomst en ondergang van een achttiende-eeuws satirisch politiek-literair weekblad (Nijmegen 2003)
¶ S.R.E. Klein, Patriots republikanisme. Politieke cultuur in Nederland (1766-1787) (Amsterdam 1995).

André Hanou