Vriendin van ’t Vaderland (1798-1799)

Titelbeschrijving
De Vriendin van ’t Vaderland.

Periodiciteit
Het tijdschrift verscheen eenmaal per week, op woensdag, van 2 mei 1798 t/m 24 april 1799 (52 nrs.). De wekelijkse vertogen zijn doorlopend genummerd, maar niet afzonderlijk gedateerd.
Nr. 1 werd aangekondigd in de Oprechte Haarlemsche Courant en de Amsterdamsche Courant van resp. 1 en 5 mei 1798. In de Leydse Courant en Leeuwarder Courant van 2 resp. 19 mei 1798 werd via een grote advertentie vooruitgeblikt op de nrs. 2-5 van het nieuwe weekblad. De complete uitgave van het blad wordt nog vermeld in de Oprechte Haarlemsche Courant van 21 mei 1799.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering telt 8 pagina’s in groot octavo. De afleveringen zijn gebundeld in één deel, dat doorgenummerde 416 pagina’s bevat. Er is geen titelprent of titelvignet.

Boekhistorische gegevens
Het blad is blijkens het impressum uitgegeven door Martinus de Bruijn in de Warmoesstraat, ‘het zesde Huis van de Vischsteeg, Noordzijde’ te Amsterdam. Het tijdschrift is alom in de ‘Bataafsche Republiek by de Boekhandelaars’ verkrijgbaar à 1½ stuiver. Saakes noemt in zijn Naamlijst van juni 1798 als prijs per aflevering ƒ 0:1:8 (p. 454). De nrs. 1-34 zijn volgens zijn attestatie in december 1798 te koop à ƒ 2:11 (p. 504).

Medewerkers
De nagenoeg blinde dichteres Petronella MOENS (1762-1843) was gedurende de gehele jaargang de enige auteur van De Vriendin van ’t Vaderland. Zij had de redactie van het tijdschrift De Menschenvriend (1788-1797) beëindigd en begon in mei 1798 haar nieuwe tijdschrift met de woorden:

Ik ben overtuigd dat het aanvangen van een nieuw blad, in de dagen die wij beleven, dagen waar in de gewigtvolle gebeurtenissen de aandacht bezig houden, en de leeslust meestal doen sluimeren, een eenigzins gewaagde stap is, vooral, wanneer zulk een Weekblad met het Politieke niets gemeen heeft […] Geen haatelijke partijschap zal ooit mijn geschrijf ontheiligen.

De schrijfster werkte overigens mee aan diverse periodieken.

Inhoud
De afleveringen beginnen met een openingsgedichtje waarin de inhoud wordt samengevat. Daarna volgen de vertogen: op het gebied van kerk en staat, opvoeding en burgerschap. Ook politieke thema’s werden aangesneden, ondanks Moens’ bewering van het tegendeel.
Waar andere Bataafse weekbladen vaak fungeerden als partijorganen en spreekbuis van de verschillende facties, zou Moens pleiten voor eenheid, maar na de tweede staatsgreep in juni 1798, schrok zij terug voor radicale opvattingen. Zij hield vast aan de kern van haar oorspronkelijke ideeën over vrouwen, joden en slaven. Door haar wekelijks verslag van de binnenlandse politieke gebeurtenissen kan men haar beschouwen als een parlementair journaliste avant la lettre onder de veilige dekmantel van de spectatoriale traditie. Het blad was voor een gemengd lezerspubliek en als zodanig emancipatorisch.
Moens was lidmaat van de hervormde kerk en behoorde tot de unitarische patriotten. Door haar slechtziendheid is zij niet in staat geweest reguliere scholing te ontvangen en beheerste zij geen andere talen dan haar moedertalen (Nederlands en Fries) en wellicht enigszins het Frans. In haar tijdschrift komen geen vreemde talen voor.
Voor haar redactionele werk maakte zij gebruik van schrijfjuffrouwen. Haar lezerspubliek heeft voornamelijk bestaan uit predikanten en ‘eenvoudige vaderland- en deugdlievende burgers’. Moens richtte zich daarnaast expliciet tot de vrouwen, zoals blijkt uit genoemde advertentie in de Leeuwarder Courant van 19 mei 1798:

Wy vertrouwen derhalve, dat het Godsdienstig en medelydend deel onzer Landgenooten, – dat onze Vaderlandsche Burgers niet alleen, maar vooral ook onze Vaderlandsche Burgeressen, den arbeid eener Medeburgeres met graagte ontvangen.

Er verschenen recensies in de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen (1799-1, p. 501-502) en in Maandelijkse Uittreksels of de Boekzaal der Geleerde Waereld, uitgegeven door Gerard onder de Linden te Amsterdam (1798, p. 205-206; 1799, p. 561-562).

Relatie tot andere periodieken
Voorloper is de eerdergenoemde Menschenvriend, een spectatoriaal weekblad waarvan Moens na 1793 samen met Bernardus Bosch de redactie vormde. Na de benoeming van Bosch als Representant van het Volk in 1795 vulde Moens het blad alleen.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 556 J 87
Full text

Literatuur
¶ E. Hagen, ‘A Republic of Sensitive People. Fashioning the Political Self and the Emotional Identity of the Batavian Citizens in The Female Friend of the Fatherland 1798/99’, in: De Achttiende Eeuw, 47 (2015), nr. 1, p. 64-75
¶ A. Veltman, ‘Petronella Moens en De vriendin van ’t vaderland: een parlementair journaliste avant la lettre’, in: P. van Wissing (red.), Stookschriften. Pers en politiek tussen 1780 en 1800 (Nijmegen 2008), p. 271-284
¶ E. Hagen, ‘Petronella Moens’, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland
¶ M. Everard en M. Aerts, ‘De burgeres, geschiedenis van een politiek begrip’, in: J. Kloek en K. Tilmans (red.), Burger (Amsterdam 2002), p. 196-201
¶ L. Jensen, Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt (Hilversum 2001), p. 76-81
¶ A. Veltman, Petronella Moens, De vriendin van ’t vaderland (Nijmegen 2000)
¶ D. Sturkenboom, Spectators van hartstocht. Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw (Hilversum 1998), p. 44, 338, 340, 341
¶ E. Hagen, ‘Petronella Moens: Vriendin van ’t Vaderland’, in: Skript 1998, p. 210-220.

Ans J. Veltman-van den Bos
update 26-2-2020