Vrijmoedige Aanmerkingen op de Evangelische Gezangen (1807)

Titelbeschrijving
Vrijmoedige Aanmerkingen op de Evangelische Gezangen, thans bij de Nederlandsche Hervormde Gemeenten in gebruik.

Periodiciteit
Saakes maakt in zijn Naamlijst van juli 1807 (p. 343) melding van het bestaan van 7 afleveringen (‘stukjes’). De afleveringen zijn niet gedateerd. Voor nr. 8 wordt geadverteerd in de Utrechtsche Courant van 12 oktober 1807.
Over de frequentie is niets bekend.

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 8 pagina’s in octavo. De titel in het titelblok is in grote letters gezet.

Vanaf nr. 5 (nr. 4 is in het bestudeerde exemplaar afwezig) openen de afleveringen slechts met de vermelding van het zoveelste stukje. Alleen aan de koptekst is te zien dat het om de Vrijmoedige Aanmerkingen gaat. De betreffende afleveringen moeten een herdruk zijn: de colofons zijn in deze afleveringen immers ook afwezig.

Boekhistorische gegevens
Uitgever is de Amsterdamse boekverkoper J. van Geenen. De colofon van nr. 1 vermeldt de volgende verkoopadressen:

te Alkmaar bij Koster, Amsterdam Bom, Brave, van Geenen, Roos, van Kesteren, Delft de Wed. de Groot en Zoon, den Haag de Wed. Leeuwenstein, Haarlem J. van Walrée & Comp. en Augustini, Leyden de Wed. Cyfveer, Rotterdam J. Hendriksen en C. van den Dries en Zoon, Utrecht J. van ter Veen en Zoon en Paddenburg, en verder alom.

Deze lijst is in nr. 2 met een aantal boekverkopers uitgebreid.
Prijs per aflevering: 2 stuivers.
In het bestudeerde exemplaar wordt aan het einde van nr. 2 gemeld dat nr. 1 inmiddels een 3e druk beleeft. Gezien de bibliografische beschrijving van het bestudeerde exemplaar zullen ook latere afleveringen een herdruk hebben gekend. In de Utrechtsche Courant van 20 juli 1807 en 12 oktober 1807 is zelfs sprake van een 4e druk.

Medewerkers
Geschreven ‘door een Gezelschap van Kerk- en Lettervrienden’.
Van Doorninck (1868) geeft aan dat het nu eens wordt toegeschreven aan Adam Simons (1769-1834), dan weer aan Joannes Lublink de Jonge (1736-1816). Elders noemt Van Doorninck hen echter de mogelijke auteurs van de Dichtkundige aanmerkingen op de Evangelische gezangen (Amsterdam 1806). Gezien het literaire karakter van dit werk is dit laatste vermoedelijk juist.
Aan het einde van nr. 2 meldt Van Geenen dat belangstellenden hun eventuele reacties op de aldaar besproken naar hem kunnen toesturen.

Inhoud
Het tijdschrift is een reactie op de Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde gemeenten gebruikt te worden (Amsterdam 1806). Deze nieuwe officiële, kerkelijke bundel is samengesteld door een redactiecommissie onder leiding van Ahasverus van den Berg, en kreeg veel kritiek.
In de Utrechtsche Courant van 11 februari 1807 meldt de uitgever dat de schrijvers van de Vrijmoedige Aanmerkingen aantonen dat de Evangelische gezangen ‘op veele Plaatsen derzelve volstrekt niet geschikt zyn, om de aandagt der Zingers op te wekken en in geheel niet ter eere van onzen tyd verstrekken’. De teleurstelling over het bereikte resultaat van een op zichzelf loffelijk streven, zo melden zij in de inleiding van nr. 1, was de aanleiding om de gezangen te voorzien van commentaar op de tentoongespreide slordigheden in de bundel. Hun doel was 

om den aandacht der Wel-Eerwaarde Zamenstelleren desaangaande optewekken, waarvan het gevolg zoude kunnen zijn, dat zij, bij gelegenheid van eenen herdruk van hunnen arbeid, (welke herdruk gewisselijk spoedig zal volgen,) eene nadere en verterende hand aan denzelven sloegen: God geve zulks! (p. 2)

Relatie tot andere periodieken
Negatief besproken in de Bibliotheek van Theologische Letterkunde deel 5-1 (1807), p. 109-111.
Niet te verwarren met de Dichtkundige aanmerkingen op de Evangelische gezangen (Amsterdam 1806), een uitgave die in het geheel geen tijdschrift is.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 12 H 21 [1] (nrs. 1-3, 5-7)
¶ Full text nrs. 1-3, 5-7

Literatuur
¶ Gert-Jan Johannes en Inger Leemans, Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Republiek (Amsterdam 2017), p. 646-650
¶ L. de Geer, Ontstaan, invoering en ontvangst van den evanglischen gezangenbundel in de Nederduitsch Hervormde Kerk (Groningen 1902)
¶ J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche letteren, deel 2 (Leiden 1885), p. 9
¶ J.I. van Doorninck, Bibliotheek van Nederlandsche anonymen en pseudonymen (’s-Gravenhage/Utrecht 1868), p. 7.

Rietje van Vliet