Vrolyke Bazuin-Blaazer (1772-1773)

Titelbeschrijving
De Vrolyke Bazuin-Blaazer, Blaazenden over het Belegerd Tillenburg, beneffens de Opgebaggerde Modder-Rievier, als mede het Mislukte Huwelyk, of t Meisje, een Aartje na haar Vaartje, de Snoepige Gryzaart met zyn Root Schimmelde Bles, beneffens verscheide Aardige en Wetenswaardige Gevallen, die de Zotheden der Waereld te kennen geven, op een Vrolyke Trant geschreeven.
Er is een onduidelijk vervolg: De Bazuin-Blaazer gaat op p. 15 plotseling over in De Onzichtbaare (nr. 3), die op p. 16 afsluit met de opmerking dat ’t vervolg over acht dagen in De Vrolyke Onzichtbaare wordt voortgezet (zie aldaar).

Periodiciteit
Het blad met ‘vervolgen’ verscheen eind 1772, zo blijkt uit de advertentie in de Haerlemse Courante van 26 november 1772. Van De Vrolyke Bazuin-Blaazer is slechts het openingsnummer bekend.

Bibliografische beschrijving
Octavo. Het blad telt 16 pagina’s.

Boekhistorische gegevens
De Vrolyke Bazuin-Blaazer is gedrukt ‘voor reekening van den Autheur en zyn alömme by de meeste boekverkoopers te bekomen’, aldus het impressum. Genoemde advertentie duidt op de betrokkenheid van de boekverkoper A. Bakker, gevestigd in de Pijlsteeg te Amsterdam. De prijs per aflevering is 3 stuivers.

Medewerkers
De auteur maakt zich niet bekend, maar is hoogstwaarschijnlijk de beruchte pamflettist Nicolaas HOEFNAGEL (1735-1784). De advertentie in de Haerlemse Courante maakt namelijk melding van De Vrolyke Onzichtbaare, die opgenomen zou zijn achter Iets over Alles, of Vertoog aller Vertoogen. Van dit laatste periodiek is bekend dat Hoefnagel het geschreven heeft.

Inhoud
De Vrolyke Bazuin-Blaazer neemt de in Leiden geboren actrice Hendrina Margaretha van Thil (1722-1799?), dochter van Adriaan van Thil (1687-1730) en Catharina van der Pals († 1761) vilein op de hak. Haar vader was als toneelspeler verbonden (‘een Aartje na haar Vaartje’) aan de troep van Jacob van Rijndorp. Ook haar zuster en haar halfzuster waren aan het toneel verbonden. Van Thil was vijftien toen zij als toneelspeelster bij de Amsterdamse Schouwburg kwam; een jaar later, in 1738, kreeg ze een rolletje in een allegorisch gelegenheidsspel.
Ze werd een zeer gevierd actrice. Zij trouwde in 1767 te Drumpt de veel jongere Tielse kapper Carel Coenraad Molster – dit huwelijk bleef kinderloos. Eerder kreeg zij twee buitenechtelijke kinderen, in 1747 een dochter Anna Maria, van wie Jacobus van der Pals de vaderrol op zich nam, maar dat waarschijnlijk niet was. In 1751 kreeg ze een zoon, Pieter; zijn vader was Pieter Schrick, commissaris van de Levantse handel in Amsterdam en conciërge van de Bank van Lening. Van Thil en Schrick zijn niet getrouwd, maar hun verhouding hield wel jaren stand. Na zijn overlijden in 1763 bleek Schrick voor enige tonnen bij de bank te hebben gefraudeerd. In hetzelfde jaar keerde Van Thil terug naar de Amsterdamse Schouwburg, waar haar collega’s en het publiek haar enthousiast verwelkomden.
De Vrolyke Bazuin-Blaazer verscheen in het jaar (1772) dat de Amsterdamse Schouwburg afbrandde en alle spelers werkloos werden. Daarna speelde Van Thil ruim tien jaar in de Rotterdamse schouwburg van Jan Punt met collega’s, onder wie de acteur en toneelschrijver Simon Rivier. Tussen 1784 en 1791 speelde zij weer in de herbouwde Amsterdamse Schouwburg. Zij overleed omstreeks 1799. Volgens de Bazuin-Blaazer is de ‘ToneelVorstin’ Van Thil een ‘Speelziek Krulhondje, dat teef hiet’, een kwispedoor, altijd uit op materieel gewin.
Haar erotische escapades worden breed uit gemeten: ‘daar is meer aan u gemorst, als met een Kokkinje daar een Hottentot een uur aan gezoogen heeft’. De Tielse kapper Molster wordt als een wanhopige, naïeve minnaar weggezet. Van Thil zou door tenminste vijf vrijers ‘bestormd en ingenoomen’ zijn, door verschillende ‘Mainteneurs’ onderhouden, en het ook met Rivier hebben aangelegd: ‘met dit alles had Madam slegts maar twee Wurmpjes gezweet, dat zuinig genoeg is in zoo veel jaaren, maar wat zal men zeggen: op Velden wascht wel welig Gras, maar zelden op betreden wegen’.

Exemplaren
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: OTM Port. ton. 102
Full text

Literatuur
¶ Anna de Haas, ‘Hendrina Margaretha van Thil (1722-1799?)’, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (geraadpleegd 5 april 2018)
¶ André Hanou, ‘Bibliografie Nicolaas Hoefnagel (1735-1784), deel 1’, in: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 19/1 (1973), (januari), p. 21-44.

Pieter van Wissing