Weekblad ter bevordering van Waarheid, Deugd en Geluk (1793)

Titelbeschrijving
Weekblad ter bevordering van Waarheid, Deugd en Geluk, ten Nutte Van Het Algemeen.

Periodiciteit
Maandags weekblad, verschenen vanaf begin januari 1793. Slechts negen afleveringen zagen het licht.
Dit blijkt allereerst uit Saakes’ Naamlijst van december 1793, waar aan de melding van deze negen nummers is toegevoegd: ‘NB. Word niet vervolgd’ (p. 376). Verder luidt de advertentie in de Leydse Courant van 8 maart 1793:

De tegenwoordige critieke omstandigheden waar in zich ons Land bevind, noodzaken A. Borchers en Zoon Uitgeevers van het Weekblad [titel] de Uitgaave daar van voor een korte tyd te staaken, inmiddels worden hunne Correspondenten verzogt ten spoedigsten hun debiet van het genoemde Weekblad op te geven, om de op laage daar naar te kunnen regelen, zynde inmiddels No 1 tot 9 alomme te bekomen.

Bibliografische beschrijving
Uitgave in octavo. Elke aflevering telt zestien bladzijden. Het geheel is gepagineerd 1-144. Het titelblok geeft titel en nummeraanduiding.

Boekhistorische gegevens
Colofon nr. 1:

Dit Weekblad wordt alle Maandagen voor twee Stuivers uitgegeeven. Te Amsterdam, By: A. Borchers en zoon. En is alöm by de voornaamste Boekverkoopers in ons Vaderland te bekomen. Die ons met een vertoog, naar den aart van het Weekblad geschikt, wil verëeren, gelieve zijnen Brief te addresseeren aan de Uitgeevers dezes.

De prijs van het eerste nummer was 2 stuivers, volgens Saakes’ Naamlijst van januari 1793 (p. 274).

Medewerkers
Het lijkt niet onmogelijk dat de auteur is: Pieter HARTMAN (1736-1810), doopsgezind predikant te De Rijp. Diens Hendrik en Anna (1792) wordt geadverteerd aan het einde van de eerste aflevering. Hartman had banden met het Nut.

Inhoud
Nr. 1 behandelt, naar aanleiding van Mattheus 9:36-38 (de zorg van Jezus over de toestand van de menigte), de plicht om iets te doen voor de gewone man, die nauwelijks in de kerk komt maar die moet leren lezen en in kennis worden gebracht met de christelijke waarheden. Vandaar een ‘Weekblad, dewyl de ondervinding geleeraard heeft, dat tydschriften, meer dan eenige andere, bydraagen, om nuttige kundigheden uit te breiden’.
Bovendien worden tijdschriften met meer graagte en algemener gelezen, ‘blykens Godsdienstvriend, Menschenvriend, welmeenende Raadgeever enz’ (p. 4). Het Nut heeft helaas een plan voor zo’n blad laten varen. Dus maakte de schrijver zelf een plan daartoe.
Een gratis bericht (volgens een door het Nut goedgekeurde tekst) werd december 1791 verspreid. Het blad kon echter begin 1792 nog niet uitkomen, wegens een reis.
Vanaf nr. 2 volgen nuttige teksten. Deze hebben vaak de vorm van gesprekken tussen de ‘ik’ en de schoolmeester Zeldzaam. Vaak zijn het observaties van wat er bij deze schoolmeester gebeurt: simpele zaken als het bidden der kinderen bij het eten, hoe de schoolkinderen zich bij hem verzamelen en met hem naar de kerk gaan. Dit alles wordt afgewisseld met gedichtjes, brieven, fabels. Aan het einde van een aflevering vaak een nuttig advies over huishoudelijke problemen: hoe wratten weg te halen, brandwonden te behandelen.
Het geheel is gesteld in eenvoudige maar vrij levendige taal en is tamelijk vrijzinnig.

Exemplaar
¶ Utrecht, Universiteitsbibliotheek: Broch. 127-6 (nrs. 1-9)
¶ Amsterdam, Universiteitsbibliotheek: KVB CAHAIS 1791-1797:19 (prospectus)
Full text

André Hanou