Weekblad tot Nut van ’t Algemeen (1801-1804)

Titelbeschrijving
Weekblad tot Nut van ’t Algemeen, voor het jaar […], uitgegeeven door het Departement Groningen, behoorende tot De Bataafsche Maatschappy: tot Nut van ’t Algemeen.

Periodiciteit
Het weekblad verscheen tussen 1801 en 1804. De eerste advertentie verscheen op 6 februari 1801 in de Ommelander Courant. Ieder jaar werden de 52 afleveringen gebundeld tot in totaal 4 delen.
In het bericht ‘Aan het publiek tot besluit van dit weekblad’ wordt gesteld dat het eindigen van het blad niet te maken heeft met ‘te veel afneemend vertier en welgevallen in het leezen van hetzelve’. De reden is dat het Weekblad voor den Zoo Genaamden Gemeenen Man ook vier delen telde: ‘En deze heeft hetzelve voor zich althans eene genoegzame reden, een voldoend beweegmiddel tot het genomene besluit geacht’ (deel 4, p. 413-414).

Bibliografische beschrijving
Ieder nummer telt 8 pagina’s in octavo. De delen tellen 416 bladzijden, die niet zijn doorgepagineerd.

Boekhistorische gegevens
Het impressum op de titelpagina’s geeft als uitgever W. Zuidema, te Groningen. Maar uit de colofon van de eerste 33 afleveringen blijkt dat het blad verscheen ‘Te GRONINGEN en AMSTERDAM, By W. ZUIDEMA en de Wed. H KEYZER’. Daarna verandert het in: ‘Te GRONINGEN en AMSTERDAM , By W. Zuidema en JOH. VAN DER HEY’.
Een jaarabonnement kostte blijkens genoemde advertentie ƒ 1:10. Dat bedrag moest ook deel 1 (inclusief titelpagina en inhoudsopgave) opbrengen, aldus Saakes in zijn Naamlijst van december 1801 (p. 286).

Medewerkers
De medewerkers zijn goeddeels dezelfde personen als degenen die schreven voor het Weekblad voor den Zoo Genaamden Gemeenen Man.
Nieuwe medewerkers waren de onderwijzer bij de Departements Leer- en Kweekschool te Groningen J. KUIPERS, de Groningse advocaat, hoofdofficier en rechter Tammo SIJPKENS (1780-1842), de in Friesland geboren maar in Groningen werkzame boekverkoper en uitgever Wybe WOUTERS (1762-1826), de predikant Gerardus Benthem REDDINGIUS (1774-1844) en de hoogleraar in de theologie te Groningen Herman MUNTINGHE (1752-1824). Andere medewerkers zijn: W. NIEUWENHUIS, F. GORTER, H. MANGER, W. BEEKHUIS,  H. WOLTHERS en G.J. KEISER.

Inhoud
Qua inhoud en doelstelling lijkt dit tijdschrift op het Weekblad voor den Zoo Genaamden Gemeenen Man.
De redacteuren van het Weekblad tot Nut van ’t Algemeen stelden zich ten doel, zo hielden ze de lezer voor, ‘deze en geene schadelyke vooroordeelen uit den weg te ruimen, het verstand op te helderen, nuttige kundigheden te verbreiden, en wel vooral u tot eene oprechte deugdsbetrachting, tot eene getrouwe waarneeming van voornaame pligten op te wekken’ (deel 3, p. 415).

Relatie met andere periodieken
Het blad is een voortzetting van het Weekblad voor den Zoo Genaamden Gemeenen Man (1797-1800). Het werd opgevolgd door het Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen, uitgegeeven door de Bataafsche Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, departement Groningen (1805-1808), zo werd reeds in het slotwoord van deel 4 opgemerkt.

Exemplaar
¶ Universiteitsbibliotheek Leiden: 1074 F 25-28
¶ Full text deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4

Rick Honings