Weekblad van en voor de Jeugd (1808-1809)

Titelbeschrijving
Weekblad van en voor de Jeugd.

Periodiciteit
De 53 nrs. van de eerste jaargang van dit zaterdags weekblad verschenen vanaf januari 1808  (Utrechtsche Courant 30 december 1807). In 1809 kwamen de nrs. 1-8 van de tweede jaargang uit. Saakes noemt de reeks in zijn Naamlijst van december 1809 (p. 95) ‘Compl.’

Bibliografische beschrijving
Iedere aflevering telt 8 pagina’s in groot octavo. Het titelblok bevat slechts titel en volgnummer. De afleveringen van de eerste en tweede jaargang zijn samengevoegd in 1 deel, waarin tevens een inhoudsopgave is opgenomen.

Boekhistorische gegevens
Het colofon van de nrs. 1-4 van het eerste deel luidt: Te Amsterdam en te Groningen, Bij J.F. Nieman en Wijbe Wouters, en verder alom’. Daarna luidt het, net als het impressum op de titelpagina van de verzamelband: ‘Te Amsterdam, Bij J.F. Nieman’. In de Utrechtsche Courant van 18 januari 1808 worden de volgende verkoopadressen genoemd:

te Alkmaar by Costers; Amsterdam Nieman, in de Warmoesstraat, No. 197; Bodegraven van Rossum; den Bosch Pallier en Zoon; Delft de Groot; Deventer Robyns; Dordrecht Blussé en Zoon; Elburg Coulbaut; Groningen Wouters; den Haag Wed. Leeuwestyn en Comp.; Haarlem Looijes; Harderwyk Kasteel; Harlingen Jacobi; Hoorn Breebaart; Leeuwarden Sweben; Sneek van Gorcum; Utrecht Wed. Terveen en Zoon; Vlissingen de Wolff; Workum Annes; Zaandam van Aken; Zaandyk Brandenburg; Zalt-Bommel Noman; Zutphen Wansleven; Zwol van Stegeren […].

Prijs: 14 duiten per aflevering; bij jaarintekening 12 duiten per aflevering (Haagsche Courant van 26 december 1807).

Medewerkers
In nr. 1 is sprake van de ‘Schryvers van dit Weekblad’: ‘Wij allen, die ons vereenigd hebben, om dit Tijdschrift voor u te schrijven’. De meesten van hen zijn ouders van opgroeiende kinderen of ze verkeren dagelijks met jongelui. Willem GOEDE (1764-1839), voormalig agent van de Nationale Opvoeding, was een van de frequente contribuanten (nr. 9).

Inhoud
In de Haagsche Courant van 26 december 1807 wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van het jeugdblad:

onderwerpen uit de Reken- en Meetkunde, Natuurkunde, Natuurlijke Historie, Aadryks-, Geschied- en Zedekunde medegedeeld en Berigten gegeven zullen worden van wetenswaardige uitvindingen en ontdekkingen, als mede van nuttige Geschriften voor de Jeugd; korte Levensbeschryvingen van verdienstelyke kindervrienden; Beschryvingen van plegtige huisselyke of openlyke Toneelen, als Verjaringen van ouders of kinderen, Examens, Prysuitdeelingen enz., kleine Reizen van jonge Lieden onder het opzigt hunner Opvoeders; Regelen van welgemanierdheid, voorzigtigheid en tot behoud van leven en gezondheid; Verhalen van deugden en ondeugden, edele daden en kwade bedryven met derzelver gevolgen, ook van volwassenen maar inzonderheid van kinderen, ter hunner aanmoediging of waarschouwing; andere aardige en leerryke Verhalen en Vertelsels, ook Oostersche, soms mede uit de gewyde Schriften; Verklaringen van Spreekwoorden en andere Zegswyzen; voor de jeugd geschikte Toneelstukjes; zonderlinge Kunststukjes; nieuwe vermakelyke nuttige Kinderspelen, voorts aardige Anekdoten, leerzame Fabelen, snedige Antwoorden, schrandere Gezegden, vernuftige Invallen, Kernspreuken, Raadsels, Charaden, Logogryphen, Eindrym-woorden, Rekenkundige Opgaven, belangryke Vragen en antwoorden op gedane soortgelyke vragen, als mede Opgave van woorden, die men in toegezondene Verhalen kan vlechten, van Fabelen of andere opstellen, die men in Vers kan terug geven, van onderwerpen waar over men modellen van Brieven verwacht, van met fouten geschrevene Neerduitsche opstellen, om verbeterd, in te leveren, van andere, om in het Hoogduitsch of Fransch te vertalen, van Fransche of Hoogduitsche opstellen, om in het Nederduitsch te vertolken enz.

Opvallend is de grote inhoudelijke afwisseling in het blad – waarbij de auteurs dikwijls kiezen voor de dialoogvorm – en de vele opdrachten en raadsels die de jonge lezers aan het lezen moeten krijgen/houden. De interactie tussen de auteurs en hun lezerspubliek is groot. De jeugd wordt bij herhaling gevraagd ‘om uwe Bijdragen, in zoo verre die Beantwoordingen van iets, door ons opgegeven, behelzen, niet langer dan veertien dagen na de opgave’, voorzien van naam, leeftijd en woonplaats, toe te sturen naar de uitgever.
Bij de bespreking van de antwoorden worden de lezers persoonlijk aangesproken, gecorrigeerd zelfs: ‘De Inzender moet zich eerst nog vrij wat oefenen, alvorens wij Versjes van hem in ons Blad kunnen plaatsen’ (nr. 5). Eén van de inzenders is de 13-jarige zoon van Willem Goede. Elders blijken ook leerlingen van een kostschool te Wormerveer te hebben gereageerd op enkele opgaven.

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: KW 1087 E 3
¶ Full text jaargang 1

Rietje van Vliet