Weeklyksche Mengel-stoffen (1774)

Titelbeschrijving
Weeklyksche Mengel-stoffen.
Het blad werd volgens de Leydse Courant van 10 augustus 1774 ook wel genoemd het Weekblaadje.

Periodiciteit
Woensdags weekblad. De drie bewaard gebleven afleveringen zijn niet gedateerd maar op grond van de inhoud kan worden aangenomen dat het blad in 1774 is uitgekomen. Er zijn tenminste 26 afleveringen verschenen.
Een en ander stemt overeen met een advertentie in de Leydse Courant van 1 juli 1774. Daarin wordt nr. 26 aangeboden, met de opmerking dat van de voorgaande Mengelstoffen er nog ‘eenige compleet te bekomen zyn, daar in zyn eenige Vertoogen over de kindermoord by gelegenheid van het uitgekomen Tractaatje over de tekenen van leven en dood in nieuw-geboorene kinderen, door […] Camper’.

Bibliografische beschrijving
De afleveringen tellen alle acht pagina’s. Zij beginnen met titel, nummeraanduiding en onderwerpsregel (in dit geval bij alle drie: ‘De kindermoord’).

Boekhistorische gegevens
De colofons van de afleveringen melden:

Deze Vertoogen worden alle Woensdagen uitgegeven te Amsterdam, in den Boekwinkel van Jan Dóll, in de Warmoesstraet; te Alkmaer by E. Verlaan, Arnhem by Moeleman, Delft by B. van der Smout, Deventer by Leemhorst, Dordrecht by A. Blussé en Zoon, Franeker by D. Romar, Gouda by van der Klos, ’s Gravenhage by J. du Meê, Groningen by Huizing, Haerlem by J. van Lee, Harlingen by F. Van der Plaats, Hoorn by Tjallingius, Leeuwaarde by Treslong, Leiden by F. De Does Pz., Medemblik by N. Cos, Middelburg by Bohémer, Rotterdam by D. Vis, Schiedam by Schmidt, Utrecht by J. Vis, enz.

Medewerkers
Bij een reactie op de Mengel-stoffen, getiteld Aandagtige overweeging van het zes-en-twintigste vertoog der Weeklyksche Mengelstoffen: strekkende ter bescheidene geeseling voor deszelfs auteur, meldt de NCC: ‘Gericht tegen H.G. Keer, predikant te Diemen’. Van deze Huibert Gerard KEER is weinig méér bekend dan dat hij in 1797 overleed.

Inhoud
De drie afleveringen reageren op de publicatie van de Gerechtelyke en ontleedkundige verhandeling over de tekenen van leven, en dood in nieuwgeborene kinderen (1774), door de Nederlandse medicus en antropoloog Petrus Camper (1722-1789), en op de daarop verschijnenende publicaties van voor- en tegenstanders van de door Camper ingenomen standpunten.
Camper zelf besprak het probleem hoe vast te stellen of jonggeboren kinderen nog in leven zijn. In het verlengde daarvan poneert hij dat de geestelijkheid soms te haastig is met het spreken van kindermoord en met het vervolgen van betrokkenen (moeders, vroedvrouwen).
De auteur ds. Keer zegt het op dit laatste punt wat meer met Camper eens te zijn dan met diens tegenstanders. Hij zegt daarnaast dat men ook rekening zou moeten willen houden met de verschrikkelijke gemoedstoestand waarin die vrouwen komen te verkeren, die door verleiders en booswichten in dit parket gebracht zijn.

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 633 B 30:3 (nrs. 19, 21, 25).
¶ Full text nr. 26

André Hanou