Wispelturige Adjudant (1772-1773)

Titelbeschrijving
De Wispelturige Adjudant, of de Ongelukkige Lotgevallen van den heer Pieter Bol, en desselfs Voorvaderen. Zynde dit een waar en Waarachtig Levens verhaal van des Auteurs wonderbaare ongemeende en verbasende ontmoetingen, zoo in Holland en de Verëenigde Nederlanden, Brabandt, Engeland, Frankryk, Duitsland, Noorwegen, de Oost en West-Indiën, &c. &c. &c. Zoo wel ter zee als ter land, te voet en te paart dienende. Doormengt met de allerzeldzaamste en verbasendste gevallen, tedere verliefde, Galante en stille Handelingen, tot noch geheime en onbekende Minnarijen van, en met Perzoonen van Rang Geboorten en aanzien.

Periodiciteit
Wekelijks op woensdag verschijnende, in afleveringen uitkomende, autobiografie van de auteur. Per aflevering vindt men in de druk nog de aanduiding ‘No. 1’ enzovoorts, links van de katernsignatuur. In totaal verschenen 52 afleveringen. In twee toegevoegde pagina’s zegt de auteur met zijn productie te willen voortgaan indien de 70 restexemplaren van de nrs. 1-52 blijken snel verkocht te worden.
Van zo’n voortzetting is echter niets bekend. De eerste aflevering moet begin 1772 verschenen zijn, blijkens een advertentie voor nr. 3 in de Leydse Courant van 13 januari 1772. Aangezien in de Adjudant nog het jaar 1773 als ‘dit jaar’ voorkomt (p. 281) en de Leydse Courant ook nog een advertentie heeft op 4 januari 1773, moet aangenomen worden dat de periodiciteit niet precies wekelijks is geweest.

Bibliografische beschrijving
Elke aflevering, in octavo, telt 8 pagina’s. De verzameluitgave telt VIII + 440 doorgenummerde pagina’s + 2 toegevoegde pagina’s genummerd 333-334. Na nr. 26 vindt men, tussen p. 212 en 213 gevoegd, een prent van een wapenschild met het legendum ‘Durate’ en een gedicht-opdracht ‘Aan de […] heer Jonas Witsen’, ondertekend Pieter Bol. Mogelijk zijn deze twee items het restant van een voorwerk bij de nrs. 26-52.
Het voorwerk zelf bevat: titelpagina, titelplaat, een ‘Uitlegging der titul-plaat’ en een ‘Opdragt aan Jonas Witsen, Commesaris der Stad Amsterdam’.
Op de titelplaat is een landschap met links twee putti die een wapenschild vasthouden, omringd door de vijf elementen; rechts het standbeeld van een vrouw die zowel Stilzwijgendheid als Godsdienst voorstelt, en die een Ourobouros in de hand houdt.
De eerste aflevering begint met een short title, waarna een korte inhoudsopgave van het geheel volgt alsmede de mededeling dat Pieter Bol ten laatste was ‘adjudant onder de Militie in Garnizioen leggende te Amsterdam’. Toen vatte hij ook op het idee op zijn biografie uit te geven. Op p. 2 volgt een opdracht aan zijn lezers, over de wijze waarop hij vanaf het begin van dit jaar zijn ‘vertogen’ wekelijks denkt uit te geven.
Om vervalsing tegen te gaan zal hij elk vertoog ondertekenen. Op p. 3, na een shorter title, volgt meteen de tekst die het gehele werk blijft doorlopen zonder enige indeling.

Boekhistorische gegevens
Titelpagina: ‘Te Rotterdam, Voor Rekening van Pieter Bol’. In de advertentie in de Leydse Courant van 4 januari 1773 zegt F.H. Demter, te Amsterdam, dat de ondertekende vertogen ‘op Heden’ bij hem en de andere boekverkopers in Amsterdam te krijgen zijn, en over veertien dagen in de buitensteden.
In de toegevoegde pagina’s zegt de auteur nu 52 vertogen te hebben uitgegeven, die ƒ 5:4 zouden moeten kosten. Om minvermogenden tegemoet te komen wil hij de 70 restexemplaren van wat al verschenen is voor ƒ 1:14 aanbieden, wat ƒ 3:10 minder is ‘dan het by Weekelyksche blaaden gekost heeft’. Van het succes daarvan is zijn doorgaan afhankelijk.

Inhoud
Pieter Bol begint zijn autobiografie met een schets van zijn Hoornse voorgeslacht, dat vaak in ’s lands dienst is geweest (leger of vloot). Hijzelf is in Amsterdam geboren, op de Binnen-Amstel. Hij beschrijft zijn schooltijd, vol streken à la Ciske de Rat.
Op 24-jarige leeftijd, in 1712, trouwt hij Elizabet Simons. Wegens malheur in de familie neemt hij dienst bij de VOC en vertrekt in 1726. Volgen allerlei belevenissen aan de Kaap, in de Oost, in India en nog andere gewesten. Het betreft het leven op zee en op land: daarbij spelen liefdes en eros altijd een grote rol.
In deze levensperiode, die slechts enkele jaren beslaat, is Pieter ook geruime tijd in Engelse dienst en maakt als militair verschillende veldtochten mee in het rijk der Mogols, richting Perzië. Het geheel is levendig, en doet denken aan zowel Harmen Koning (Ongelukkige levensbeschryving van een Amsterdammer, 1775) als aan Haafner.
De toegevoegde pagina’s melden dat een vervolg zou gaan over de belevenissen van de auteur in Parijs, Brabant, Kleef en Gelderland. Daarna zou Amsterdam weer in het vizier komen.

Exemplaren
¶ Leiden, Universiteitsbibliotheek: 1076 E 19
Full text

Literatuur
¶ J.C. Mollema, Voor den stroom en op de klippen. De lotgevallen van Frans en Pieter Bol (Haarlem 1929) [geromantiseerde biografie].

André Hanou