Zeeden-meester der Studenten (1751)

Titelbeschrijving
De Zeeden-meester der Studenten, Onderzoekende, op een vryen trant, waarom onder een zo groot aantal van STUDENTEN op de NEDERLANDSCHE ACADEMIEN, hedendaags zo weinig de waare Geleerdheit bloejende bevonden, veel min een algemene Liefhebbery voor dezelve bevordert word, Beschreven Ten dienste van de STUDENTEN, en tot Narigt voor zulke Ouderen, die Kinderen op Academien hebben, of ze derwaarts heenen zenden willen.

Periodiciteit
Het blad verscheen tweemaal per week, op woensdag en zaterdag. Van de in de ‘Voorreden’ toegezegde 20 zijn slechts 16 genummerde maar ongedateerde afleveringen verschenen. 
De eerste advertentie, in de Opregte Groninger Courant, dateert van 22 oktober 1751. 
Op de titelpagina is sprake van het eerste deel, maar van een tweede deel is het nooit gekomen. Aan het slot van nr. 16 staat ostentatief ‘Einde’.

Bibliografische informatie
In groot octavo. Elke aflevering telt 8 bladzijden.
Iedere aflevering opent met een motto in het Latijn.

Boekhistorische gegevens
Impressum: ‘Te Leeuwarden, Gedrukt by Abraham Ferwerda’.
Op 22 oktober 1751 adverteert Ferwerda in de Opregte Groninger Courant en noemt als prijs voor dit blad: 1½ stuiver. Als verkoopadressen wordt hier tevens genoemd: te Groningen, by J. Sipkes en H. Spandaw. In de Leydse Courant van 1 november 1751 worden als verkoopadressen genoemd: te Leiden bij Bonk en vander Eyk, Utrecht bij Poolsum en Besseling, te Amsterdam bij Tongerlo en Esveld.
Na beëindiging van het blad had Ferwerda nog een voorraad over, zo blijkt uit zijn advertentie in de Leeuwarder Courant van 30 september 1752, waarin hij het geheel tegen de gereduceerde prijs aanbiedt van 11 stuivers (in plaats van 22 stuivers). In de Leeuwarder Courant van 20 april 1765 biedt Ferwerda, inmiddels samen met G. Tresling, een heel assortiment van boeken aan, waaronder de Zeeden-meester, deze keer voor de prijs van 16 stuivers. In de advertentie van 13 mei 1767 is de prijs gezakt naar 11 stuivers. 
Altena (2014) suggereert dat er in 1767 een herdruk op de markt kwam, getuige het bombardement hiervoor aan advertenties in juni t/m augustus 1767 in de Leeuwarder Courant.

Medewerkers
De schrijver is de nog jonge Philippus Ludovicus STATIUS MULLER (1725-1776), luthers predikant in Leeuwarden. 

Inhoud
Volgens Kooiman (1950) is de Zeeden-meester der Studenten het eerste studentenblad van Nederland. Het behoort tot de vele satirische én spectatoriale tijdschriften die de Nederlandse literatuur rijk is, al zijn de oogmerken vooral moralistisch van aard. Doel is te onderzoeken wat de oorsprong is van ‘het grote Verval der Geleerde Wereld’. 
Tot de doelgroep behoren in eerste instantie de eerstejaars studenten (‘Groentjes’), maar de schrijver richt zich ook tot ‘Ouderen, die Kinderen op Academien hebben of ze derwaarts heenen zenden willen’ en de hoogleraren, die zich moeten inzetten tegen het verval van de geleerde wereld. Die laatste lezersgroep is bijzonder, meent Altena (2014), want niet vaak wordt hun aangewreven dat zij met elkaar wedijveren om zoveel mogelijk studenten onder hun gehoor te krijgen. Plichtsverzuim en hooghartigheid wordt hun voor de voeten geworpen. Studievaardigheden brengen zij hun studentikoze gehoor niet bij en wijsbegeerte is uit het curriculum verdwenen. Hierdoor worden studenten een gemakkelijke prooi van verleidingen, wat een verzwakte ruggengraat van de samenleving tot gevolg heeft.
In de Leeuwarder Courant van 13 mei 1767 geeft de uitgever een korte inhoudsopgave van het tijdschrift:

[…] verdeeld in XVI Vertoogen, behalven de Opdragt aan de Studenten van Leiden, Utrecht, Groningen, Franeker en Harderwijk, en de Voorreden over het Studente Leven: Handelt het I Vertoog over de Uitgedoste en op Reis naar de Academie trekkende Student. No. II. Op de Academie gearriveerde Student. No. III. Van de eerste overbodige, edog onbestendige drift der Studenten, tot de Studien. No. IV. De Academische verleidingen. No. V. De ontaarde Student. No. VI. Van de Menigerley onheilen waar in de Studenten door haar Levens-Wyze vervallen. No. VII. Van de Studente-Bekeering. No. VIII. Van de Middelen, om de Academische Jaren verstandig te besteden. No. IX. De naarstige Student. No. X. De kloeke en voorzigtige Student. No. XI. Van de Bestendigheid der Studenten. No. XII. Van het Onchristelyke Christendom, der Studenten. No. XIII. Vervolg op het voorgaande. No. XIV. Vervolg op het voorgaande. No. XV. Brief over de Beginzels in de Studie van een Theologant en No. XVI. Vervolg van de Brief, enz.

In de nrs. 1-10 laat Statius Muller zien hoe studenten zich niet dienen te gedragen. Hij vertelt de geschiedenis van een losbol, die weliswaar tot inkeer komt maar pas op een moment dat het te laat is. Uiteindelijk wordt hij predikant. De Zeeden-meester­ waarschuwt: de verspilde academiejaren zijn de voedingsbodem voor schijnheilige dominees, halfbakken rechtsgeleerden en ‘kruk-doktoren’. De overige afleveringen, meldt Noordhof-Hoorn (2016), beschrijven de juiste en geordende inrichting van het hoger onderwijs, die studenten wél op het goed pad brengen en houden.
Opmerkelijk zijn, aldus Altena (2014), de zelfkritische geluiden die de auteur laat klinken in de Opdragt en de laatste afleveringen.
De anonieme (Leidse?) schrijver van de Brief van N.N. aan den Zeeden-meester der Studenten, zo als zyn hoog-eerwaarde zich gelieft te noemen, in het weeklijks papier door zyn ed. geschreven voor de groentjes (Leiden, P. Bonk 1751) laat zich kritisch uit over de Zeeden-meester der Studenten.  Hij vindt het blad rommelig, slecht geschreven en de auteur weet er, als niet behorend tot de academische gemeenschap, eigenlijk niets van af. De reactie van Statius Muller is te vinden in nr. 15 van de Zeeden-meester.

Relatie tot andere periodieken
De auteur noemt in zijn ‘Opdragt’ als verwante bladen de Zeedemeester der Kerkelyken (1749-1752) en de Nederlandsche Criticus (1750-1751), beide geschreven door Statius Muller zelf. 

Exemplaren
¶ Leeuwarden, Historisch Centrum Leeuwarden (HCL): sign. B 1249

Literatuur
¶ Annelies Noordhof-Hoorn, De stem van de student. Nederlandse studentenbladen in de negentiende eeuw (Hilversum 2016), p. 32-38
¶ Peter Altena, ‘Satire en moraal volgens de “methodo analytica”. De Zeeden-meester der Studenten (1751) van Philippus Ludovicus Statius Muller’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 37 (2014), p. 175-187 
¶ W.J. Kooiman, ‘Philippus Ludovicus Statius Muller’, in: Earebondel ta de tachtichste jierdei fan Dr. G.A. Wumkes op 4 septimber 1949 (Bolsward 1950), p. 81, 86.

Rietje van Vliet