Lelyveldiana (1775)

Titelbeschrijving
Lelyveldiana of Poëten Dievery.

Periodiciteit
Er is slechts één aflevering (‘No. 1’) verschenen, zonder vermelding van datum. Die kan echter worden vastgesteld op basis van de trouwdatum van Anna van der Aar de Sterke d’Esselickerwoude, toen het plagiaatdelict zou hebben plaatsgevonden.

Bibliografische beschrijving
De Lelyveldiana bevat 4 pagina’s in octavo.

Boekhistorische gegevens
Het impressum ontbreekt. Arpots (1990) noemt echter, zonder bronvermelding, de Leidenaar Hendrik Coster als uitgever.
Volgens de titelpagina was het blad ‘Alom a 2 Stuyvers te bekoomen’.

Medewerkers
De auteur is Jonas Anonymus, achter wie Johannes LE FRANCQ VAN BERKHEIJ (1729-1812) schuilgaat. Sinds 1773 was hij lector natuurlijke historie aan de Leidse universiteit. In 1772 was hij lid geworden van het Leidse genootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkreegen (KWADV), maar wegens groeiende irritaties met andere lidmaten bedankte hij weer op 25 mei 1775. Het voorval staat aan het begin van een lange vete tussen Berkheij en onder anderen de Leidse lakenfabrikeur Frans van Lelyveld (1740-1785).

Inhoud
De Lelyveldiana bestaat uit een gedicht van twee pagina’s, voorafgegaan door een aparte pagina met een kort, ironisch bedoeld ‘Naricht’ van de uitgever. Het ‘No. 1’ was vermoedelijk bedoeld als een dreiging: er komen nog meer nare afleveringen.
Sinds Van Lelyveld (1740-1785) zich in de Nederlandsche Lettercourant (1760) afvroeg of het Berkheij ‘ook in de bol leuterde?’, naar aanleiding van diens Bataafsch Athene (1760), was er sprake van een literaire vijandschap tussen beide Leidenaars. Van Lelyveld was de Nederlandse taal- en letterkunde bijzonder toegedaan, getuige onder meer zijn inzet voor de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, waarvan hij in 1766 een der oprichters was. Lid van KWADV was hij, voor zover bekend, echter niet.
De directe aanleiding van Berkheij om de Lelyveldiana te schrijven was zijn constatering dat Van Lelyveld zich in een gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Anna van der Aar de Sterke d’Esselickerwoude, aan plagiaat had bezondigd.

Exemplaren
¶ Leiden, Regionaal Archief: collectie le Francq van Berkheij, band 5 en 9-4.

Literatuur
¶ R. van Vliet, ‘Veemgerecht. De Marsyasbende van Frans van Lelyveld’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 2009, p. 117-130
¶ R.P.L. Arpots, Vrank en Vrij, Johannes le Francq van Berkheij (1729-1812) (Nijmegen 1990), p. 209.

Rietje van Vliet