Nieuw Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen (1809-1811)

Titelbeschrijving
Nieuw Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, Departement Groningen.

Periodiciteit
Het maandblad verscheen van januari 1809 tot en met december 1811. Het keizerlijk decreet van 26 september 1811 maakte een einde aan het blad. Pas in 1815 kon er weer een vervolg aan worden gegeven.
De afleveringen zijn gebundeld in 3 delen (à 12 nrs.).

Bibliografische beschrijving
De afleveringen hebben een omvang van nominaal 32 bladzijden in groot octavo.

Boekhistorische gegevens
Groningen, Wybe Wouters.
Zijn plaatsgenoot H. Eekhoff Hz en de Amsterdammer J.F. Nieman waren anders dan bij het Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen niet meer betrokken bij de uitgave. Mogelijk was dat de reden om de titel te wijzigen in Nieuw Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen.

Medewerkers
De redactie van het Nieuwe Maandschrift is niet bekend. Een groot aantal artikelen is ondertekend. Net als in het Maandschrift verschijnen nu ook bijdragen van de uitgever Wybe WOUTERS (1762-1826), Judith Francina MUNTINGHE-DRIJFHOUT (1761-1840), echtgenote van de rector van de Groninger universiteit, grietman (en vader-van) Hendrikus Octavius FEITH (1778-1849) en ene G. BECKERING DE VRIES. Andere namen zijn van de Winschotense domineesvrouw Joanna Jacoba CANNEGIETER-PIERSON (1760-1826), de predikant en schoolopziener Nicolaas WESTENDORP (1773-1836), en Hans Willem Cornelis Anne VISSER (1773-1826), die veel zou betekenen voor het onderwijs in Friesland.

Inhoud
Het Departement van het Nut in Groningen voor Stad en Lande, opgericht in 1791, was zeer actief. Overeenkomstig het landelijk devies was volksontwikkeling de opdracht: ‘Kennis als weg naar persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’. Men zette zich in voor verbetering van het onderwijs, voor volksbibliotheken maar ook voor deugd- en kennisverspreiding door middel van periodieken. In dat kader verscheen onder auspiciën van het Groninger Departement diverse periodieken, zoals het Nieuwe Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen.
Er staan dichtwerken in, liederen, verhandelingen, voordrachten, samenspraken, anekdoten, verhaaltjes, levensschetsen van Groninger beroemdheden, huishoudelijke tips. De lengte varieert en ook de abstractie/moeilijkheidsgraad is verschillend.

Relatie tot andere periodieken
Het blad is een voortzetting van Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen (1809-1811), en werd zelf opgevolgd door het Groninger Maandschrift tot Nut van ’t Algemeen (1815-1817)

Exemplaren
¶ Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 80 B 20 (onvolledig)
¶ Groningen Universiteitsbibliotheek: TB 5357
¶ Full text deel 1 (nrs. 1-11), deel 2 (nrs. 1-12), deel 3

Rietje van Vliet